Henderika Jacoba Zwart (1843-1929)
Door Rob Portegies Zwart
Het was op dinsdag, de zesde dag van de maand juni 1843 om 3 uur ‘s middags dat Janke Hiddes van der Meij, wonend in huis nummer 69 te Nes op Ameland, het leven schonk aan een dochter die zij de naam Henderika Jacoba gaf. Henderika was het derde kind van Janke en haar man, Barend Hendriks Zwart. Hun eerste dochter, Aaltje was op 22 mei 1838 geboren, maar overleed ruim twee jaar later op 7 oktober 1840 kort na de geboorte van hun zoontje Hidde op 18 augustus van dat jaar.
Vader Barend was niet aanwezig bij Henderika’s geboorte. Zoals zoveel Amelandse mannen was hij zeeman van beroep, en dientengevolge vaak van huis. Het was daarom de vroedvrouw, Geertruida Hendriks Oostendorp, die de volgende dag, in het gezelschap van twee getuigen - Hillebrand Gerrits Burger, zeeman, en Jan Harmens de Wit, kuiper – bij de Burgerlijke Stand aangifte deed van Henderika’s geboorte.
Tijdens de eerste dertien jaar van haar leven, kreeg Henderika er nog twee broertjes en drie zusjes bij: Antje (3 april 1846), Minne (12 december 1847), Pieter (18 juni 1851), Maaike (28 juni 1854) en Aaltje (4 maart 1856). Het gezin Zwart woonde nog steeds in huis nummer 69 toen vader Barend op 50-jarige leeftijd overleed (8 februari 1863).
Op 31 januari 1867 trouwde Henderika met Teunis Jans Scheltema, een vijfentwintigjarige zeeman uit Nes. Ze kregen samen drie kinderen: zoons Jan (6 augustus 1868) en Barend (13 december 1871), en dochter Pietje (12 september 1874). Een paar maanden na de geboorte van zijn derde kind vertrok Teunis Scheltema aan boord van de brik “Santa Rosa” van Nieuwediep voor de overtocht naar Curaçao, en sindsdien werd er niets meer van hem vernomen. Het vermoeden dat het schip was vergaan, werd bevestigd door een bericht in de scheepstijdingen der Veendammer Courant van 2 april 1875. Op éénendertige leeftijd was Henderika een alleenstaande moeder, zonder beroep. Teunis’ jongere broer Foppe Jans Scheltema werd toegewezen als toeziend voogd voor de drie kleine kinderen.
Zeven jaar na de vermissing van Teunis was Henderika opnieuw in verwachting en op 26 juli 1882 schonk zij het leven aan een zoon die zij de naam Hendrikus gaf. De vroedmeester Pieter van Steenwijk deed de volgende dag aangifte van de geboorte bij de Burgerlijke Stand. Vijf jaar later verklaarde de arrondissementsrechtbank te Leeuwarden het kind onwettig, omdat haar echtgenoot “in de natuurlijke onmogelijkheid is geweest gemeenschap uit te oefenen met zijn vrouw”. Aangezien er volgens de rechtbank “rechtsvermoeden” bestond van het overlijden van Teunis Scheltema, werd Henderika vergunning verleend tot het aangaan van een ander huwelijk. Dat huwelijk vond plaats op 12 maart 1891, toen Henderika op 47-jarige leeftijd trouwde met Jan Dirks Portegies, een 56-jarige landbouwer. In een akte van 4 januari 1896 erkende Jan Portegies officieel de vader te zijn van Henderika’s jongste zoon, die echter op de gezinskaart van 1 juni 1900 nog steeds ingeschreven stond als Hendrikus Zwart.
In de tussentijd had Henderika een paar persoonlijke tragedies moeten verwerken. Op 6 september 1888 overleed haar oudste zoon, Jan Scheltema, twintig jaar oud, matroos op het nederlandse schip "John Smit", in het militair hospitaal te St. Pierre op het eiland Martinique. Op 16 februari 1895 verloor ze ook haar moeder, Janke van der Meij.
De nieuwe eeuw leek voor Henderika onder een beter gesternte te beginnen. In het tijdsbestek van nog geen jaar traden twee van haar kinderen in het huwelijk. Op 22 mei 1902 trouwde dochter Pietje met Tjipke Edes, een zesentwintigjarige landbouwer uit Buren, en op 20 januari 1903 trouwde zoon Barend in Rotterdam met Jikke Schols. Erg lang duurde Hendrika's geluk echter niet, want op 2 februari 1906 overleed haar tweede man, Jan Portegies, en ruim twee jaar later verloor ze opnieuw een kind. Zoon Barend voer als eerste stuurman op het stoomschip "Parkhaven" toen hij midden op de Noordzee ziek werd. Hij overleed op 29 juni 1908, en zijn lichaam werd aan de zee toevertrouwd ter hoogte van 54° 7' N.Br. en 3° 45' O.L.
We mogen hopen dat Henderika tijdens haar laatste levensjaren heeft mogen genieten van de zeven kleinkinderen die dochter Pietje haar schonk: Reinder (30 october 1902), Henderika (3 september 1905), Trijntje (17 april 1907), Jannette (20 augustus 1908), Teunis (27 october 1910), Barend (7 december 1912) en Arie (21 mei 1916).
Inmiddels was ook Henderika’s laatste kind volwassen geworden. Op 1 februari 1916 werd het Hendrikus (Riekus) per koninklijk besluit toegestaan de geslachtsnaam Portegies Zwart te dragen, en op 26 april van dat jaar trouwde hij in Amsterdam met Anna Maria van Dam. In die stad hebben de Portegies Zwarts vijf kinderen grootgebracht: Hendrika (Henny, 2 juli 1914), Lambertus (Ben, 13 juni 1916), Petronella (Nel, 25 october 1918), Hendrikus (Henk, 21 mei 1921) en Johan (Joop, 26 october 1922). De twee oudsten zijn nog bij hun oma op Ameland op bezoek geweest. In zijn boek "Van jongen tot grootvader" beschrijft Ben Portegies Zwart zijn grootmoeder als een flink klein vrouwtje, dat rondliep in Amelandse klederdracht met een muts met aan de zijkanten gouden oorstukken. Zij woonde in een enig klein huisje, en van buiten stapte je zo haar kamer in. Zij had twee waterputten, waarvan één volgens zeggen het lekkerste water van het hele dorp had.
In de strenge winter van 1929 kreeg Henderika griep. Toen zij hiervan herstellende was, zei ze op 5 maart tegen haar dochter Pietje: "Ik ben lekker moe en ga even in de stoel slapen." Zij is niet meer wakker geworden.
Henderika Jacoba Zwart werd 85 jaar. Ze is begraven op de Algemene begraafplaats van Nes in het graf van haar moeder Janke van der Meij (A.10.16).
Bronnen:
- Akten van de Burgerlijke Stand te Nes, Ameland
- Lambertus Portegies Zwart: Van jongen tot grootvader (Amsterdam, 2008)