Ameland en de Van Cammingha’s (1)
Een bijzondere avond in het gemeentehuis te Ballum
Op donderdag 19 februari 2009 werd door stichting ‘De Ouwe Pôlle Ameland’ in samenwerking met de gemeente Ameland een nazaat van de beroemde Heren van Ameland, de Van Cammingha’s ontvangen. De gehele avond die werd bijgewoond door ruim zeventig belangstellende stond in het teken van deze beroemde adellijke familie van Friesland. Door de voorzitter van de Stichting en burgemeester van Ameland Albert de Hoop werd de avond geopend en de Jonkvrouw: Christina Maria Catharina van Cammingha hartelijk verwelkomt. Onder de aanwezigen was overigens ook Roel Cazemier, oud-voorzitter van onze Stichting en oud-burgemeester van Ameland.
Door Douwe de Boer
Burgemeester de Hoop memoreerde de zeer bijzondere geschiedenis van Ameland dat vele eeuwen, door privé bezit van de Friese adellijke familie Van Cammingha, vrij van Nederland is geweest. De heer Bilker, burgemeester van Kollumerland en kenner en onderzoeker van het huis van Oranje-Nassau heeft de Jonkvrouw gevonden en haar uitgenodigd naar Ameland te komen. Hij ging uitgebreid in op de geschiedenis van de Van Cammingha’s. Daaruit blijkt dat de Van Cammingha’s een machtig geslacht is geweest met zeer veel invloed in de Friese- en later ook in de landelijke ‘politiek’. In de geschiedschrijving wordt de familie van Cammingha al heel vroeg genoemd namelijk al in 1190 toen Wybrand en Ducko van Cammingha aan de kruistochten deelnamen, we zouden dit het begin kunnen noemen van een familie die zeer belangrijk zou worden en niet alleen in Friesland. Door huwelijken tussen adellijke en vooral rijke families werden ze steeds machtiger. Deze huwelijken, die ze sloten met andere vooraanstaande families, waren van groot belang voor de familie van Cammingha, ze kregen hierdoor vele en belangrijke bezittingen in handen. Vooral in Leeuwarden had men in het begin veel belangrijke gebouwen in eigendom. Maar ook in Goutum waar ooit het prachtige ‘Wiardaslot’ van de familie heeft gestaan en zelfs tot in Bunnik toe hadden de Van Cammingha’s bezittingen en rechten waardoor ze een zeer rijke en invloedrijke familie waren geworden. We hebben reeds genoemd het Wiardaslot in Goutum, dit slot kwam in de familie door vererving uit de familie Emmingha en Burmania, die ook al tot de bekende families in Friesland hoorde. Verder kunnen we noemen Oenemastate in Wirdum maar ook het Slot te Ballum dat vele eeuwen in bezit is geweest van de familie van Cammingha.
Wiardastate te Goutum
Het eerste Camminghahuis in Leeuwarden
Het oudste huis van de familie van Cammingha stond eertijds op de top van de Nijehoveterp, nu de Grote Kerkstraat in Leeuwarden. Deze stins zou al voor de 12de eeuw zijn ontstaan, in de 16de eeuw bezat de fam. van Cammingha vier grote huizen in Leeuwarden. De bewoners van dit huis aan de Grote Kerkstraat waren onder andere Rienck Eminga zich later van Cammingha noemende. Ook zou Wytze van Cammingha rond 1530 in dit huis gewoond hebben.
Ook stond er aan de voorstreek in Leeuwarden het ‘Amelandhuis’ waar Haye van Cammingha eigenaar en bewoner was en die in 1552 zijn broer, Wytze opvolgde als Heer van Ameland. Het oudste huis op deze plaats dat gesticht werd door de Van Cammingha’s lag op een strategische plaats in de hoek tussen twee riviertjes namelijk Het Vliet en Het Ee welke twee van de belangrijkste waterwegen naar Leeuwarden waren. Hierdoor hadden de Van Cammingha’s controle over de invoer naar de stad en konden ze de nodige middelen eisen. Het is wel leuk om te weten dat Catharina van Cammingha, geboren op 8 augustus 1595 en dochter van Sicko van Cammingha op 24 mei 1624 op het ‘Amelandhuis’ trouwde met Ernst Zhum uit Pommeren. Deze man die later de rechten van Ameland langdurig zou betwisten met als tegenstanders de erfgenamen van Sicco van Cammingha, namelijk de broer van zijn vrouw; Petrus III van Cammingha. Het was ook wel lucratief om de rechten op Ameland te krijgen want Sicco van Cammingha had na de reformatie veel goederen in eigendom verkregen en was daardoor een rijk man geworden, dus Zhum had wel zin in dit eigendom met zijn royale opbrengsten, maar daarover verder in dit verhaal meer informatie. Watze, de zoon van Frans van Cammingha liet het oude ‘Amelandhuis’ afbreken wegens bouwvalligheid en bouwde in 1678 een geheel nieuw huis, daar op die plaats wat nu de voorstreek in Leeuwarden is. In de gevel werden de wapens van Van Cammingha, Heeringa Jelmera en Unia ingemetseld. Tijdens de Franse revolutie werden, deze getuigen van een feodale overheersing zoals men dat noemde, weggebroken. Op de kroonlijst van de woning werden de 32 kwartierwapens van de voorouders van Watze van Cammingha aangebracht. Deze wapens zijn gelukkig bewaard gebleven na de sloop van het Amelandhuis en zijn nu geplaatst in de gevel van de winkel van Bristol. Overigens stond op deze plaats al in de 14de eeuw een stins, of wellicht nog eerder. De eerste bewoner van dit pand die wordt genoemd was Gerrolt van Cammingha. Later, omstreeks 1450 wordt ook de ons bekende Ritscke Jelmera genoemd, die in 1353 in Ternaard zou zijn geboren. Na verschillende bewoners hebben gehad, waaronder de familie Schwartenzenberg en Hohenlansberg, werd het gebouw ingericht als rusthuis en daarna, in 1906, als het Bonifatiushospitaal. In 1980 werd een speculant eigenaar en dat was dan ook het einde van dit historische bouwwerk, na leegstand werd het gebouw door brand verwoest, gelukkig bleven de kwartierwapens aangebracht in 1678 door Watze van Cammingha behouden gebleven.
Gelukkig bleven de 32 kwartierwapens van de Cammingha's bewaard na de sloop van het Amelandhuis. Ze zijn ingemetseld in de gevel van de winkel van de Bristol aan de Voorstreek in Leeuwarden.
In Bunnik hadden de van Cammingha’s ook bezittingen en een State waar de Jonkheer Ruurd Carel van Cammingha op 15 augustus 1721 werd geboren. Later is men teruggegaan naar ‘Wiardastate’ in Goutum waar de Jonkheer in 1793 is overleden. De State van de Van Cammingha’s in Bunnik bestaat nog steeds.
Minder bekend is evenwel dat ook in Franeker een Camminghahuis heeft gestaan, thans Hotel van der Valk. In 1571 woonde in dit huis, dat oorspronkelijk al in de 14de eeuw bestond en later tweemaal is uitgebreid, Gerrolt van Cammingha samen met zijn vrouw Jkvr. Atcke van Ockinga. Maar het stamslot van de Van Cammingha’s is toch Camminghaburg bij Leeuwarden. Wytze van Cammingha liet in 1533 bij testament deze State, die even buiten Leeuwarden lag, na aan zijn jongste zoon Rienck van Cammingha. Daar deze Rienck geen kinderen had kwam de State in eigendom van zijn neef Gerrolt van Cammingha. Na de dood van diens zoon Minne in 1599 ging het aloude kasteel over in handen van andere families.
Aan deze lijst van bezittingen van de Van Cammingha’s kunnen we nog toevoegen de State in Wirdum, een dorp ten zuiden van Leeuwarden. Deze State, Groot-Oenemastate genaamd werd aan Wytzo van Cammingha vermaakt. Hij was heer van Camminghaburg maar woonde op Groot-Oenemastate. Hierbij moet nog opgemerkt worden dat deze Wytzo een zoon was van Syouck van Cammingha en Witze Watzes van Dekema, die zich later ook Van Cammingha noemde. Zo komen we bij onze voorname gaste van deze avond.
De voorouders van onze gaste hebben gewoond op Camminghahuis te Bunnik
Jonkvrouw Christina stamt niet rechtstreeks af van de Heren van Ameland, maar haar afstammingslijn loopt vanaf genoemde Rienck Emingha, te Camminghaburg, die getrouwd was met Syouck van Cammingha. Syouck van Cammingha was een zuster van Petrus van Cammingha; Heer van Ameland. Syouck, ook wel geschreven als Sjouck, was voordat ze met de genoemde Rienck trouwde, getrouwd geweest met Witze Watzes Dekema omdat Camminghaburg in de verdeling aan Syouck was toegekend hield ze de naam Van Cammingha aan. Het familiewapen van de Jonkvrouw bestaat uit drie zwarte kammen en een rood zittend hert met gestrekte voorbenen. De Van Cammingha’s waren een katholieke familie die dat ook bleven tijdens de reformatie. Sommigen van deze familie bleven zelfs de Spaanse koning trouw, ik kom daar verder nog even op terug.
Doordat genoemde Wytze Watzes Dekema de naam van zijn vrouw had overgenomen behoorde hij tot de lange rij Van Cammingha’s die in Friesland en ook buiten Friesland bekend zijn geworden. Nadat Wytze Watzes, die zich later Vitus Valerius noemde en daarmee zijn naam een Latijnse klank gaf naar de mode in die tijd, was overleden trouwde Syouck met Rienck Eminga, die zich later ook al van Cammingha noemde. Twee kinderen bleven uit deze twee huwelijken over namelijk Watze van Cammingha die zonder kinderen is gestorven en Wytze van Cammingha van Camminghaburg, beide kinderen zijn geboren uit het tweede huwelijk van Syouck, dus was Rienck Eminga de vader. Hun zoon Wytze van Cammingha had zitting in de raad van Zijne Koninklijke Hoogheid. Hij huwde met Rints Minnema, maar er zijn ook bronnen die aangeven dat hij twee keer getrouwd is geweest, uit dit huwelijke bleven 13 kinderen over! De oudste zoon van Wytze, namelijk Watze, is geboren in 1515 en overleden te Wirdum in 1576, deze Watze trouwde met Biuck van Aylva, en later met Frouck Haerda en hij kreeg vijf kinderen, zijn zoon Wytze trouwde met Rixt Roorda en dit paar kreeg vier kinderen. Hun zoon Watze van Cammingha, geboren in 1602, trouwde tweemaal eerste met Sjouck Aebinga, waaruit zijn zoon Wytze van Cammingha werd geboren, en tweede met Anna Wytsma. Uit dit tweede huwelijk werd onder andere in 1647 te Wirdum geboren hun zoon Gerrit van Cammingha, hij huwde Catharina Victoria Sternsee waaruit o.a. Watze van Cammingha, ook wel Valerius Vitus genoemd, die in 1682 werd geboren, hij was luitenant-generaal en Gouverneur van de staatstroepen en huwde Petronella Jacoba van Bueren. Het paar woonde eerst op Wiardastate bij Goutum en later op Oenemastate bij Wirdum. Dit was ook al weer een belangrijk huwelijk want ook deze vrouw bezat veel eigendommen. Hun zevende kind, was de zoon Ruurd Carel van Cammingha die werd geboren in 1721 op het Camminghakasteel te Bunnik en in 1793 is overleden op Wiardastate te Goutum. Van deze tak stamt onze belangrijke gast; Jonkvrouw Christina Maria Catharina van Cammingha af. Het is overigens niet de tak Van Cammingha’s die banden hebben gehad met Ameland. Toen Syouck van Cammingha getrouwd was met Rienck Eminga woonde ze in eerste instantie op Camminghaburg te Leeuwarden. Later betrokken ze Oenemastate in Wirdum. Van beide gebouwen is nu niets meer over. Ook Wiardastate in Goutum bestaat niet meer, deze State werd in opdracht van Jhr. Ruurd Carel van Cammingha (1822-1884) in 1881 afgebroken.
Camminghaburg in Leeuwarden
Camminghaburg was ooit het stamslot van de Van Cammingha’s
Camminghaburg, het stamslot van de Van Cammingha’s, net buiten Leeuwarden werd aan het einde van de 18de eeuw niet meer bewoond en werd enige jaren gebruikt als gevangenis en in 1785 in opdracht van Gedeputeerde Staten omgebouwd tot kruitmagazijn.
De vader van de Jonkvrouw was Jonkheer Ruurd Carel van Cammingha hij was een zoon van Vitus Valerius en een kleinzoon van de hierboven genoemde Ruurd Carel van Cammingha die in 1884 overleed. Als marineofficier was hij een strenge man voor zijn drie kinderen. De broer van jonkvrouw Chrstina, Jonkheer Vitus Valerius van Cammingha vertrok naar Amerika waar hij in Tucson in de Staat Arizona dominee werd. De zuster van jonkvrouw Christina; jonkvrouw Louisa Julia van Cammingha vertrok eveneens naar de Verenigde Staten en vestigde zich in Virginia.
In een tweegesprek van de heer Bilker met jonkvrouw Christina deelde de Jonkvrouw mee dat ze al twee keer een bezoek aan Ameland had gebracht. Tevens vertelde ze dat ze in de oorlog in Den Haag heeft gewoond en dat Wiardastate en ook Camminghaburg zijdelings toch banden hebben met de ‘Amelander’ Van Cammingha’s.
Na de pauze heeft Pieter Jan Borsch, beheerder van het Museum Sorgdrager, vele beelden van gebouwen en portretten van de Van Cammingha’s getoond. Samen met Tineke Borsch-de Boer waren deze afbeeldingen gedigitaliseerd en van commentaar voorzien. Deze beelden werden door Pieter Jan uitgebreid toegelicht en daardoor werd er veel informatie verstrekt over het onderwerp dat deze avond het kernpunt was. Graag wil ik nog kort ingaan op de belangrijkheid van de familie van Cammingha voor ons eiland.
Het Slot van Ballum gezien vanaf de zuidoostzijde
Bezoek van de Watergeuzen aan Ameland
Zoals al door de heer Bilker werd vermeld en in dit artikel is opgenomen, hebben de Van Cammingha’s vrij lang de Spaanse koning gesteund en zelfs in de zeer onrustige tijden tijdens de reformatie maar ook daarna werd door hen een priester oogluikend op Ameland toegelaten. Dit had voor Ameland grote gevolgen; In 1569 werd Ameland bezocht door de Watergeuzen, onder leiding van de vice-admiraal de Groninger jonkheer Berthout Entens. Het was echter geen beleefdheidsbezoek integendeel, de Grote Kerk van Hollum, met zijn fraaie kruisgewelven, werd grotendeels verwoest en ook zal er een ‘bezoek’ aan het aloude Slot van Ballum zijn gebracht met gelijke gevolgen. In 1571 kregen we nog eens een bezoek van de Watergeuzen waarbij de oude kerk van Nes, die daar op de Algemene Begraafplaats heeft gestaan, werd vernield. Nadat de reformatie een feit was geworden vervielen alle kloostergoederen van het klooster Foswerd, op Ameland aan de Heer van Ameland: Sicco van Cammingha. Hierdoor kwam Sicco van Cammingha in ‘goede doen’ en had hij de mogelijkheid het oude Slot, ooit door Ritscke Jelmera rond 1350 gebouwd, in 1604 te restaureren en uit te breiden met de grote noordwest vleugel, waardoor het Slot ruim tweemaal groter en belangrijker werd.
Wordt vervolgd...