Amelander oprichters van verzetsblad Vrij Nederland
Gerrit en Cornelis Visser zijn in Hollum geboren als zoons van Hendrik Visser (1889-1966) en Tietje Klasina Jongsma (1890-1979). Hendrik Visser en Tiete Jongsma trouwden op 8 mei 1915 op Ameland. Ze kregen vier kinderen. Gerrit werd geboren in 1917 en Cornelis in 1919. Vader Hendrik was zeeman en van geloof hervormd en moeder Tiete Klasina Jongsma was gereformeerd. In maart 1928 verhuisde het gezin van Ameland naar Amsterdam. Daar groeiden hun kinderen op. Gerrit Visser werd onderwijzer en gaf les op de gereformeerde school De Wittenkade 75 te Amsterdam. Zijn jongere broer Cornelis ('Cor' of 'Cees') Visser studeerde economie aan de Vrije Universiteit en werd van beroep kantoorbediende/assistent bedrijfsleider bij de Rijksverzekeringsbank in Amsterdam.
Foto van een naambord van de school waar Gerrit Visser werkte. (Foto: Schoolbank)
De bekende oprichter van Vrij Nederland was de PTT-beambte en typist Frans Hofker (1921-2000). Zoals zijn achternaam al doet vermoeden, kwam zijn overgrootvader Douwe Cornelis Hofker van Ameland. Franciscus (‘Frans’) Hofker werd op 4 maart 1921 in Amsterdam geboren als zoon van Cornelis Douwe Hofker en Wilhelmina Veenendaal. Frans Hofker kreeg in juni 1940 een kopie van een schrijven van generaal H.K. Winkelman in handen waarin hij zich verweerde tegen het door de Duitsers beweerde verhaal dat hij schuldig aan het bombardement in Rotterdam zou zijn geweest. Frans Hofker ergerde zich aan de opgelegde censuur van de Duitsers en wilde de Nederlanders van juiste berichtgeving voorzien. Als typist had hij toegang tot een stencilmachine die aan de Herengracht stond. Frans Hofker zijn collega Cees Galjaard hielp hem met het stencilen van een schrijven van generaal Winkelman. Voor het verspreiden van de stencils deden Hofker en Galjaard beroep op hun vrienden. Via een vriend van Galjaard raakte Jan Peppink, die theologie studeerde, ook betrokken bij de verspreiding van de stencils. Jan Peppink had veel contact met gereformeerde studenten. Mogelijk kende hij de gereformeerde broers Gerrit en Cees Visser ook. Van Gerrit Visser wordt beweerd dat hij het eerste exemplaar van het boek The Rape of The Netherlands van de naar Engeland uitgeweken minister van Buitenlandse Zaken Van Kleffens had. Hieruit blijkt dat hij een verbinding met Londen had.
Na verschillende stencils verspreid te hebben, kwam Hofker op het idee om voor de verjaardag van Wilhelmina verschillende illegale teksten te bundelen en als krantje uit te geven. Koninginnedag was inmiddels verboden en dus wilde hij dit krantje graag op die dag uitbrengen. Hofker en zijn vrienden hadden echter een probleem: ze konden moeilijk ongezien zo’n krant met een redelijke oplage bij de telefoondienst laten drukken. En dus zochten ze naar een manier om het krantje te kunnen drukken. Uiteindelijk lukte het hen aan een schrijf- en stencilmachine te komen. Met papier in huis kon het werk nu beginnen alleen hadden Hofker c.s. nog geen naam voor hun krant. Er werd gekozen voor de naam Vrij Nederland naar de radioberichten die via de Franse radio onder de naam Radio Vrij Nederland waren uitgezonden. Helaas, lukte het de groep van Hofker niet het eerste exemplaar op 31 augustus 1940 gereed te hebben. In september werd het eerste nummer van Vrij Nederland gepubliceerd. Bekijk hier een foto van een pagina uit het eerste nummer.
Het eerste nummer was een succes! In Amsterdam spraken veel mensen over het blad en via-via kreeg het blad de beschikking over geld en mensen die wilden helpen met het drukken en verspreiden.
Eén van deze mensen was de gereformeerde onderwijzer Jaap Boot uit Wormerveer die na zijn mobilisatie graag naar Engeland wilde vluchten. Via de directeur van de gereformeerde kweekschool in Amsterdam kwam hij met Gerrit Visser in contact. Gerrit Visser had in de meidagen van 1940 als soldaat gediend en kende via zijn oude dienstkameraden o.a. Jan Pennink. Gerrit Visser haalde Jaap Boot over om diens stencilmachine te gebruiken voor het herdrukken van Vrij Nederland. Gerrit Visser had dus niet alleen contact met Londen maar ook met Vrij Nederland. Later zou Gerrit Visser aan Jan Pennink de negatieven van foto’s van Juliana en de prinsesjes in Canada voor in Vrij Nederland geven. Via Gerrit Visser kwam ook de verklaring van minister Van Kleffens over de noodzaak van het uitwijken van de Oranjes naar Engeland bij Vrij Nederland terecht. Deze tekst werd in het tweede nummer gedrukt.
Van de negatieven lieten Hofker c.s. afdrukken maken waarvan hij er ruim 5.000 verkocht. Dankzij deze opbrengst werd het mogelijk om de oplage van het tweede nummer tot 300 exemplaren te vergroten.
Frans Hofker (Foto: BeeldankWO2)
De groep van Hofker hield zich echter niet alleen met het schrijven, drukken en verspreiden van Vrij Nederland bezig. Medewerkers Jan Peppink en Van der Neut waren ook bezig met het opzetten van een spionagenetwerk waarvoor ze o.a. Gerrit Visser en diens jongere broer Cees Visser benaderden. Zo onderstond er een “spionage-netwerk Vrij Nederland” waarvoor een pand aan de grachten als hoofdkwartier werd gehuurd. De groep hield zich bezig met het verzamelen van inlichtingen en vonden daarbij ook wel eens wapens.
Dankzij financiële middelen die vooral via de vrijmetselarij binnen waren gekomen, kon Vrij Nederland zich professionaliseren. Het blad werd beter geredigeerd en kreeg een groter bereik. Dit bleef bij de Sicherheitsdienst (SD) ook niet onopgemerkt. Zo vonden ze exemplaren van Vrij Nederland en probeerden ze te achterhalen wie de exemplaren verspreid hadden. Ze kwamen op een spoor terecht en al gauw volgde een arrestatiegolf: op 19 april 1941 werd Gerrit Visser samen met Peppink bij Peppinks huis aan de Keizersgracht 456 gearresteerd en een maand later op 9 mei volgde Frans Hofker. Van maart tot augustus 1941 pakte de SD maar liefst 65 mensen op die werden verdacht van medewerking aan illegale bladen, zoals Vrij Nederland. Veel medewerkers kwamen niet op het idee om onder te duiken en hadden in dit stadium van de oorlog (het verzet was nog maar net op gang gekomen) niet de ervaring om uit de handen van de SD te blijven.
Waarschijnlijk is Gerrit Visser na zijn arrestatie niet meer vrijgekomen. In ieder geval werd hij op 4 april 1941 naar de gevangenis in Scheveningen overgebracht. Deze gevangenis stond bij de illegaliteit bekend als het Oranjehotel. Gerrit Visser zat daar gevangen in cel 428 en was hulpkapper. Zijn moeder heeft hem daar twee keer bezocht en nam de tweede keer een taart mee. In die taart zat een potlood verstopt waarmee Gerrit in zijn bijbel schreef. Op 1 juli 1942 werd hij naar kamp Amersfoort overgebracht. Daar had Gerrit kampnummer 385 en heeft hij op 12 november 1942 in de ziekenbarak gelegen. Daarna werd hij naar kamp Vught overgebracht. Op 18 maart 1943 kwam Gerrit Visser in concentratiekamp Neuengamme bij Hamburg aan. Daarna volgde het kamp Dachau waar hij op 6 september 1944 arriveerde. Gerrit Visser had gevangenenummer 36167. Twee weken later werd hij op 19 september 1944 naar Natzweiler gebracht. Natzweilier was een kamp in het noordoosten van Frankrijk en had veel deelkampen zoals Dautmergen waar Gerrit Visser werd ondergebracht. Door de snelle opmars van de geallieerden in Frankrijk werd kamp Natzweiler ontruimd. Gerrit Visser werd naar het kamp Vaihingen gebracht waar veel zieke en stervende gevangenen zaten. Daar is hij op 31 december 1944 op 27-jarige leeftijd door uitputting om het leven gekomen. Gerrit Visser ligt op de erebegraafplaats van de Oorloggravenstichting in Loenen (Gelderland) begraven en kreeg postuum het verzetsherdenkingskruis toegekend.
Grafsteen van Gerrit Visser op de erebegraafplaats in Loenen (Foto: OSG)
Broer Cees Visser werkte in het verzet veel met Gerrit samen. Helaas, werd hij ontdekt en op 24 juni 1944 werd hij in Amsterdam gearresteerd voor zijn hulp aan 350 onderduikers. Via de gevangenis in Amsterdam werd Cees naar kamp Vught gebracht. Op 6 september 1944 volgde het transport naar het concentratiekamp Sachsenhausen/Oranienburg bij Berlijn. Tot slot werd Cees Visser naar het concentratiekamp Neuengamme overgebracht waar hij op 8 april 1945, exact een maand voor de Duitse capitulatie, ten gevolge van ziekte en uitputting overleed. Cees Visser was toen 25 jaar.
Frans Hofker overleefde de oorlog en trouwde in 1949. Hij overleed op 25 mei 2000 in Delft.
UPDATE 1-8-2015:
Bronnen:
- Website Natzweiler
- Website ‘Een laatste saluut’
- Stadsarchief Amsterdam
- Inventarisatie archief van Vrij Nederland
- Website Oranjehotel
- Website Oorlogsgravenstichting
Door Jacob Roep