An ut woard: Abraham Herder (2)
Een verhaal van een bijzondere gebeurtenis rond oud en nieuw
Een verhaal van dingen die er rond oud en nieuw gebeurden wil ik hier nog wel even vertellen...Wij woonden toen in de Oosterlaan en het moet rond 1961 zijn geweest. Mijn oudste broer Douwe was met naar ik meen Albert Zandstra (van de commies) aan het carbid schieten op oudejaars morgen. Trijntje de Vries, beter bekend in Hollum als Eeuwe Trijn, woonde toen schuin tegenover ons in het huis wat toen van Corrie Smedes was. (De meeste van mijn tijdgenoten weten wel waar dat ongeveer was) Eeuwe Trijn stond leunend op haar onderdeur naar dat geschiet te kijken. Ze vond het wel leuk, want ze hield wel van een geintje... Wij zeiden tante Trijn, want ze was een volle nicht van mijn opa, Abraham Kossen. Ik heet ook Abraham, dus kon ik geen kwaad bij haar doen, en kreeg ik steevast op nieuwjaarsmorgen een gulden van haar, maar dat terzijde. Mijn broer had bij Piet Faber een behoorlijke brok Carbid gehaald en dat had hij in een best grote verfbus gestopt, dus knallen wilde het wel, dat herinner ik mij nog goed! Hij deed wat water bij het Carbid, schudde even flink en schopte toen met zijn klomp tegen de deksel van de bus zodat die goed vast zat. Hij legde de bus op de grond om de deksel weg te schieten, - aan de onderkant van de verfbus was een gaatje geboord en daar hield je dan een lucifer bij en dan was het BOEM! - maar hij had in zijn ijver om het voor elkaar te krijgen niet in de gaten dat hij de bus per ongeluk op de deur met het grijnzende ouwe wijfje had gericht... BOEM was het en de deksel schoot weg! De onderkant van die ouwe onderdeur was flink verrot en de deksel van de verfbus ging er dwars door heen! En mijn broer zal wel gedacht hebben dat hij flink op zijn falie zou krijgen van Eeuwe Trijn, maar wat gebeurde er? Ik heb nog nooit iemand zo zien lachen als tante Trijn! De tranen bingelden haar langs de wangen en nou komt het mooie. Ze zei tegen mijn broer:‘Nou seun ik hew twië keer een oarloch met maakt, sonder dat er op mij skoaten is, ik wist niët dat dat soa moai waar!’ En nog hikkend van het lachen, gaf ze de deksel, die bij haar in de gang was beland, terug aan mijn verbouwereerde broer...
De Oosterlaan in de jaren 1950 met rechts het huis van de grootouders van Abraham Herder.