Bakker Jan Frederik van der Laag
De plek van de bakkerij aan de Westerlaan in Hollum
In het boekje 'Ameland in oude ansichten' (J. Bouwman, 1986) vinden we op foto nr. 71 de Westerlaan in Hollum. De tekst bij de foto luidt als volgt: 'De Westerlaan in Hollum met rechts het huis van Doeke Bakker, waarin hij een bakkerij had. Later zette J.F. van der Laag hier de bakkerij voort. Links daarvan zien we het schuurtje van Douwe Gerrits Bakker. U ziet hem zelf staan als de persoon uiterst rechts op de foto. Het huis links werd toen bewoond door Piet Schouten, die er een handel in petroleum had onder de naam “De Automaat”, maar die hier ook groente verkocht. Nu is in dit pand het 'Het Zeepaardje' gevestigd.'
De foto hieronder is van latere datum maat geeft hetzelfde beeld weer. Het huis heeft het jaartal 1675 in ankers op de gevel. Gelukkig weet de dochter (Carolina) van Jan F.van der Laag en zijn vrouw Marie (Maria Ebelina) Lamer nog van alles over het reilen en zeilen van de bakkerij te vertellen. Maar ook over de historie van het pand waarin Freerk Klazen van der Laag die rond 1850 met de bakkerij in dit pand begon.
Leven op Ameland in de 19e en 20e eeuw
Het is ook een verhaal over het leven op Ameland in de 19e en 20e eeuw. Na de Franse bezetting verkeert ons land enige tijd in een chaotische toestand. Het duurt tot bijna halverwege de 19e eeuw voordat alles weer wat op orde is. Bestuurlijk is er veel veranderd voor Ameland. Bestuurlijk is het de 31e grietenij van Friesland geworden. Later worden we net als overal in ons land een gemeente van deze provincie. Het eiland heeft na de voorspoedige jaren met walvis- en oostzeevaart weinig meer te bieden aan de inwoners. Velen zoeken hun geluk elders, anderen blijven op het eiland.
Het is het verhaal van bakkers die er een kleine boerenbedrijfje naast hebben, van boeren en arbeiders, van zeelieden, kapiteins en bootsmannen van mensen die het eiland verlaten, van zeelieden die in Amsterdam gaan wonen, van mensen en kinderen die jong overlijden, van wezen, weduwen en weduwnaars
Want het leven is in die jaren doordrenkt met rouw en verdriet. Verdriet om te vroeg gestorven kinderen, te vroeg gestorven vaders en moeders, broers en zussen. Oude mensen die hun heil bij hun kinderen moeten zoeken en kinderen die zonder vader en/of moeder verder moeten.
De families die in dit verhaal voorkomen zijn vrijwel allemaal van doopsgezinde huize. Dikwijls leden van de Jan Jacobsgemeenten in Hollum of Ballum. Dikwijls op oudere leeftijd gedoopt en op belijdenis in de traditie van Menno Simons. De Mennisten zijn echter al lang niet meer zo streng in de leer dan ze geweest zijn in de 17e en 18e eeuw. Ook hier brengt de nieuwe tijd verandering.
Pas na het verdwijnen van de Marken, de verkaveling van de grond en de aanleg van de Waddendijk aan het begin van de 20e eeuw komt er vooral verbetering in de landbouw en veeteelt. Maar niet iedereen heeft een stukje land en kan boer worden en zo vertrekken velen naar zee of zoeken elders werk in ons land. De crisis van de dertiger jaren maakt het er niet beter op en het opkomend toerisme heeft hier onder te lijden. Pas na de Tweede Wereldoorlog zien we dat het beter gaat met het eiland. Niet alleen in de agrarische sector maar het is vooral het toerisme dat nieuwe kansen en mogelijkheden biedt. Helaas heeft bakker Jan Frederik van der Laag daar te kort van mogen genieten. Want hij is nog maar 58 jaar oud wanneer hij in 1964 plotseling komt te overlijden.
De familie van der Laag
Freerk Klazen van der Laag, geboren in 1824 was weer een zoon van Klaas Drewes van der Laag en Antke Freerks Visser. Als hij op 17 augustus 1849 trouwt met Antke Jans Roep (dochter van Jan Gerrits Roep en Klaaske Fopkes Nel) wordt in de huwelijksakte al “bakker” als zijn beroep vermeld. Dat herhaalt zich meestal in alle aktes van de in het gezin geboren kinderen. Maar een enkele keer wordt ook “landbouwer” vermeld. Bekend is dat hij op hetzelfde perceel als de bakkerij ook een boerderij had. Gelukkig hadden ze toen nog niets te maken met milieuvergunningen e.d. Vader Freerk vertrekt in 1890 met het gezin van zijn zoon Driewes naar ’t Loo onder Ballum. Hier overlijdt hij in 1901.
Freerk Klazen van der Laag en Antke Jans Roep krijgen 11 kinderen. Voor de volledigheid even alle namen, geboortejaren, huwelijken etc.
1. Driewes van der Laag, geboren in 1850 van beroep landbouwer en is op 17 juni 1882 getrouwd met Taetke de Vries. Het gezin woont eerst in bij de ouders maar woont van 1890 tot 1900 op het Loo ten westen van Ballum. Het echtpaar krijgt 7 kinderen: Klaas, Trijntje, Antke, Ida, Freerk, Renske en Klaaske. Driewes overlijdt in 1938 en Taetke in 1951.
Driewes en Teetke vd Laag met kinderen vlnr Renske, Trientje, Freerk, Ida, Klaas, Antke, Klaaske
2. Klaaske, geboren in 1851 is op 7 februari 1880 getrouwd met Jan Jans Visser. Ze krijgen in 1881 een dochter Anna. Zij zal later trouwen met Jan Joosten en zijn de ouders van Freerk Joosten. Het huwelijk tussen Anna Visser en Jan Joosten wordt voltrokken in 1905. Freerk Joosten wordt geboren op 21 mei 1907, zijn moeder overlijdt enkele weken later op 6 juni 1907. Als Jan Joosten overlijdt in 1914 is de bij velen nog bekende Freerk Joosten dus nog maar 7 jaar.
Jan Jans Visser overlijdt in 1886 en Klaaske hertrouwt in 1888 met Rinse van der Meij afkomstig van Ballum. Het echtpaar krijgt 3 kinderen, Freerk in 1889, Hieke in 1891 en Douwe in 1893. Moeder Klaaske overlijdt enkele dagen later op 5 september 1893.
3. Klaas geboren in 1854 overlijdt al in 1884 op 30-jarige leeftijd. In de overlijdensakte staat als beroep 'bakker' vermeld. Vermoedelijk is dit de reden dat er geen opvolger voor de bakkerij is.
4. Antje geboren in 1856 trouwt op 17 april 1890 met Jacob Lourens Sparrius in Maclean (Australië). In 1892 wordt een dochtertje geboren Petronella. Zijn overlijdt enkele dagen na haar geboorte. Antje is gescheiden en overlijdt in 1935 te Amsterdam, haar man een jaar later in Leeuwarden.
5. Jan geboren in 1858, wordt zeeman en is getrouwd met Aukje Aagje IJnsen, de ouders van Jan Frederik van der Laag. Ook Aukje zal vroeg overlijden. Hier komen we uiteraard nog uitgebreid op terug in dit familieverhaal.
6. Douwe geboren in 1860 wordt bakker in de bakkerij van zijn vader. Hij is ongehuwd en overlijdt op 4 april 1901 als hij nog maar 40 jaar is. In de akte van overlijden staat als beroep landbouwer vermeld. Bij de bakkerij was ook immers een boerderij. Hetzelfde jaar zal ook nog zijn vader komen te overlijden. Freerk Klazen van der Laag overlijdt op 10 december 1901.
7. Neeke geboren in 1862 overlijdt als ze drie weken oud is.
8. Freerk wordt geboren in 1863 trouwt in 1889 in Breda met Johanna Hendrika van Loon. Zij overlijdt in januari 1895. Freerk hertrouwt in oktober 1896 met Maria Johanna Hendriks. Het gezin van Freerk telt 8 kinderen waarvan de twee jongsten kort na de geboorte overlijden. Twee andere dochters Hendrika en Anna overlijden op jonge leeftijd, respectievelijk worden ze 25 en 42 jaar. Het gezin is altijd in Breda woonachtig geweest. Freerk overlijdt in 1922, zijn vrouw in 1928.
9. Fopke wordt geboren in 1866 overlijdt 11 maanden oud op 3 september 1867.
10. Pieter wordt geboren in 1868 en verlaat ook het eiland. Hij trouwt op 23 mei 1907 in Oostdongeradeel met Anna Maria Agatha Dokter. Hij is dan 39 jaar oud, rijksambtenaar en werkt en woont in Oostmahorn. Anna is geboren op Ameland maar is dan kort daarna vertrokken naar Oostmahorn waar ze werkzaam is als huishoudster. Anna is een zus van Gerrit Dokter die getrouwd is met Trijntje Lap. Hun ouders zijn Gerrit Dokter en Antje Klazen van der Laag. Deze Antje, geboren op 14 april 1843 is dus een zus van Freerk Klazen van der Laag. Pieter en Anna zijn dus neef en nicht van elkaar. Het zou zo maar kunnen dat Anna als huishoudster naar neef Pieter is gegaan.
De twee jongste kinderen (1908 en 1909) worden in Oostmahorn geboren voordat de “commies te water” met Anna verhuist naar Velsen in Noord-Holland. Daar worden de volgende twee kinderen geboren. Het vijfde kind wordt geboren in Hollum in 1921. Het gezin heeft enige jaren dus in Hollum gewoond op het adres O.P. Lapstraat 1. Het 6e en laatste kind wordt weer geboren in Velsen in 1924.Hij overlijdt op 29 oktober 1940 te Velzen en zijn vrouw Anna overlijdt op 15 augustuis 1974 te IJmuiden.
11. Gerrit wordt geboren in 1870 is nog net geen 5 jaar als hij komt te overlijden op 11 mei 1875.
Moeder Antke Jans Roep overlijdt op 18 april 1885, zij is dan 57 jaar. En we hebben al gelezen dat Freerk Klazen van der Laag en zijn opvolger zoon Douwe van der Laag beiden in 1901 komen te overlijden. Blijkbaar is er geen opvolger meer beschikbaar in het gezin of de familie.
Familiebanden met de families Bakker en Sorgdrager
We hebben hierboven al veel over de familie van der Laag geschreven. Maar niet onbelangrijk is het feit dat de echtgenote van zeeman Jan van der Laag een dochter is van Pieter Jans IJnsen en Sytske Doekes Bakker. Aukje Aagje IJnsen is niet alleen verwant met de bakkersfamilie die ook echt 'Bakker' heet, maar ook met de familie Sorgdrager. Daar ligt ten eerste via de vader, Pieter Jans IJnsen, een rechtstreekse lijn naar de familie Sorgdrager. Aukje haar oma is Dieuwke Cornelis Sorgdrager, een dochter van Cornelis Pieter Sorgdrager, leraar en oudste van de Jan Jacobsgemeente in Hollum. Hij is de schrijver van de bekende dagboeken die hij in zijn leven bijhield.
Via de moeder, Sytske Doekes Bakker, komen we bij haar vader Doeke Cornelis Bakker, gedoopt op 5 februari 1815 door C.P. Sorgdrager en eigenaar van de bakkerij aan de Burenlaan waar we later eerst Antje Bakker die trouwt met bakkersknecht Ellert Quarre en Paulus W. Lublink als bakker tegenkomen. En natuurlijk zijn echtgenote Aukje Piebes Hayes de Jong.
De Driesprong in vroegere tijden. Links de bakkerij/boerderij en rechts het oude huis op de plaats van “de Hoge Stoep”.
Doeke Bakker en Aafke Klazes Koning
Het is dus helemaal niet vreemd dat Doeke Bakker op zoek was naar een bakkerij. Zijn vader Cornelis was op het moment dat Doeke ging trouwen in 1888 nog maar 57 jaar en kon niet stoppen met werken. Daarom heeft hij toen de bakkerij overgenomen van de familie van der Laag. En vawege de familiebanden lag dit voor de hand. Het was immers “Ome Doeke” die de bakkerij voortzette. Doeke Bakker is een zoon van Cornelis Doekes Bakker en Aagje Gerrits Brouwer.
Misschien dat Doeke in de bakkerij aan de Burenlaan van zijn vader werkzaam zou zijn geweest. Deze Doeke Bakker is geboren op 16 juni 1859 en trouwt op 24 november 1888 met Aafke Klazes Koning. Zij is geboren in St. Jacobi Parochie op 2 juni 1863.
Voorzover is na te gaan zijn uit het huwelijk drie dochters geboren:
1. Ettje geboren in 1889, is gehuwd in 1920 met Poppe Bakker winkelbediende in Dokkum
2. Aagje geboren in 1893, blijft ongehuwd, zij overlijdt in 1957.
3. Cornelia geboren in 1904, is gehuwd in 1930 met Johannes Barf, boekhouder in Den Haag.
Doeke Bakker nam dus de bakkerij over van Freerk Klazen van der Laag. Er waren familiebanden met de familie van der Laag. Ook in deze familie zat het “bakkersbloed”. Want dan komt de jonge Jan van der Laag in beeld. Er zijn zorgen genoeg geweest binnen het gezin waarin Jan is grootgeworden. Nu ook Doeke geen echte opvolger heeft, zorgt hij ervoor dat zijn neef, Jan van der Laag, bakker kan worden. Hij treft een regeling waardoor het mogelijk is dat de jonge Jan Frederik van der Laag de bakkerij kan overnemen en voortzetten. Vermoedelijk is dit zo rond 1930 gebeurd wanneer Jan Frederik van der Laag trouwt met Maria Lamer.
Aafke Klazes Koning overlijdt op 49-jarige leeftijd op 5 april 1913. Ook hier is weer een gezin dat het veel te vroeg zonder moeder moet zien te redden. Doeke Bakker overlijdt op 82-jarige leeftijd op 11 september 1941. De aangifte werd gedaan door Jan D. de Boer, rijwielhersteller. Omdat de “bureplicht” toen nog bestond woonden ze vast en zeker bij elkaar in de buurt.
Op de begraafplaats in Hollum vinden we een steen met daarop de volgende namen:
Doeke C. Bakker, overleden op 11 september 1941
Aafje Koning, overleden 5 april 1913
Aagje Bakker, overleden 21 mei 1957
Aagje woonde op het adres Burenlaan 39 en we mogen aannemen dat haar vader na de dood van zijn vrouw bij haar heeft gewoond.
Boerderij van Doeke Bakker
Bootsman Jan van der Laag en (Aukje) Aagje IJnsen
Jan van der Laag wordt geboren in 1858 en trouwt met Aagje IJnsen geboren in 1862. Deze Jan van der Laag is zeeman (bootsman) en zoals we hierboven hebben gezien een zoon van Freerk Klazen van der Laag en Antke Jans Roep.
Waarom staat hierboven de naam “Aukje” tussen haakjes vermeld? Wel in alle akten van de burgerlijke stand, ook in de geboorteakte is haar naam Aukje maar haar roepnaam was Aagje. Merkwaardig is dat haar oudere zus, het eerste kind geboren in 1852, ook Aukje heet. Er moesten waarschijnlijk twee “Aukjes” worden vernoemd en werd voor deze oplossing gekozen.
In het gezin worden 6 kinderen geboren:
1. Antke geboren in 1891 trouwt met Klaas Jansma, toen opzichter Rijkswaterstaat in Holwerd, zij overlijdt in 1958.
2. Sytske geboren in 1894 trouwt met Pieter Faber, smid te Hollum, zij overlijdt in 1965.
3. Gerrit geboren in 1897, kapitein ter koopvaardij trouwt met Martha Visser, hij overlijdt in 1978.
4. Piet geboren in 1899, arbeider (later ook dorpsomroeper en walbaas reddingboot) trouwt met Aafke Ruijgh, hij overlijdt in 1982.
5. Aagje geboren in 1902, trouwt met Jacob Borsch, kapitein ter koopvaardij, zij overlijdt in 1964.
6. Jan Frederik geboren in 1905, trouwt met Maria Lamer, zij overlijdt in 1995.
Pieter Jan Borsch vertelde het volgende verhaal. Op 14 april 1897 kregen Jan en Aagje hun eerste zoon. De volgende dag gaat Jan naar Nes om daar aangifte van de geboorte te doen. Onderweg komt hij langs ’t Loo in Ballum waar hij zijn vader Freerk kon vertellen dat hij een kleinzoon had gekregen. Op de vraag van zijn vader welke naam het jongetje zal krijgen, antwoordt Jan dat hij naar Freerk wordt genoemd. Zijn vader vraagt hem dan of hij het jongetje niet de naam Gerrit wil geven genoemd naar Jan zijn jongste broertje die maar 5 jaar oud is geworden. Jan gaat naar Nes en geeft zijn zoon de naam Gerrit. Moeder Aagje zal wel verrast zijn geweest toen Jan thuiskwam en vertelde dat hun zoon niet Freerk maar Gerrit heette!
Het gezin verliest de moeder
Moeder Aagje IJnsen overlijdt helaas al op 4 april 1911 en is dan nog maar 48 jaar. Jan Frederik van der Laag is dan nog net geen 6 jaar als zijn moeder komt te overlijden. Maar ook bijna alle andere kinderen zijn nog erg jong. Met een vader als zeeman zal dat niet gemakkelijk zijn geweest. Vader Jan was immers dikwijls anderhalf jaar tot twee jaar op zee voordat hij weer thuis kwam. Van Carolina van der Laag heb ik begrepen dat dochter Sijtske als 13-jarig meisje het huishouden bestierde. Een hele verantwoordelijkheid voor een meisje van die leeftijd. Haar oudste zus Antke diende op de toren. Zij was dan de zondag thuis. Zorgde Sijtske voor “ut lief” (eten, drinken e.d.), zus Antke verzorgde min of meer de opvoeding.
Antke heeft haar man leren kennen toen de zeedijk werd aangelegd. Klaas Jansma was als opzichter werkzaam tijdens de dijkaanleg. Het gezin verhuisde later naar Noord-Holland waar Klaas werkzaam was bij de Hondsbossche zeewering bij Petten. Deze in 1880 aangelegde zeewering is daarna herhaaldelijk versterkt en verhoogd. Hij was ook secretaris van de plaatselijke commissie van de KNZHRM Pettemer Zeewering.
Vader Jan van der Laag
Jan van der Laag woonde in Amsterdam bij zijn dochter Aagje. Ieder voorjaar vertrok hij naar zijn dochter Antke in Petten om daar tot de herfst te blijven. In de zomer kwam hij ook op Ameland en was dan thuis bij zijn dochter Sytske. Rond 1930 woont Jan van der Laag in Amsterdam maar twee jaar later, op 12 juli 1932 overlijdt Jan van der Laag. Hij is 73 jaar oud en overlijdt in Zijpe. Waarschijnlijk is hij dan bij zijn dochter Antke en haar man Klaas Jansma die daar woonde. Hij wordt begraven in Hollum naast zijn vrouw die al in 1911 is overleden. (NB op de site van online-begraafplaatsen staat ten onrechte 1913 als het jaar van overlijden). Op de stenen staan de namen: Jan F. van der Laag en Aagje P. IJnsen.
Bakker Jan van der Laag en Marie Lamer
Jan zal zo rond 1930 de bakkerij hebben overgenomen. Het kan best zijn dat hij al op jonge leeftijd in de bakkerij van ome Doeke is begonnen. Maar hij is ook in Dokkum bakkersknecht geweest. Er waren nog geen pensioenvoorzieningen dus moest er tot op hoge leeftijd worden doorgewerkt. Ome Doeke is dan al 72 jaar en zal blij zijn geweest dat hij het werk deels of helemaal kon overdragen. In ieder geval is het zo geregeld dat “Jan en Marie van der Laag” niet alleen het bedrijf overnemen maar zeker ook moderniseren. Dat bracht de tijd ook met zich mee.
Huwelijk Jan en Marie
Jan Frederik van der Laag trouwt op 5 juni 1930 met Maria Ebelina Lamer. Zij is afkomstig uit Groningen. Haar is vader Roelof Lamer is postbeambte, haar moeder is Carolina van Veen. Maria, of zoals ze altijd hier is genoemd Marie, is volgens de huwelijksakte woonachtig in Dokkum. Daar heeft Jan zijn bruid ook leren kennen. Tijdens het schaatsen in Dokkum hebben ze elkaar ontmoet. Jan was in Dokkum werkzaam als bakkersknecht.
Marie van der Laag in haar winkel die voor de kerstdagen fraai is versierd.
De bakkerij en winkel
Op de foto hierboven zien we toch al een vrij moderne winkel. Moeder Marie zal zeker ook haar stempel op het bedrijf hebben gedrukt. “Caro”, zoals ze wordt genoemd zegt dat ze een prachtige jeugd heeft gehad. Er was immers van alles te beleven in de bakkerij, de winkel of daarbuiten.
Ik heb gehoord dat Jan bekend stond om zijn lekkere taaitaai en overheerlijke kaneelbolletjes. De bakker maakte voor en tijdens de oorlog nog gebruik van de kerfstok. De kerfstok is gebruikt tot ongeveer 1950. Boeren brachten het graan naar de molen maar er lag ook voorraad op de zolder van de bakkerij.
Caro vertelt dat haar vader nog bezig is geweest om de boeren nog rogge en tarwe te laten verbouwen, zodat de molen kon blijven draaien. Als dat was gelukt waren er dan misschien al veel eerder een “Amelander producten” geweest. Het is helaas niet gelukt. Jan bakt later ook het roggebrood voor Roel de Boer, die aanvankelijk een bakkerij in de Oosterlaan had.
Het gezin
Het echtpaar krijgt 2 kinderen:
1. Jan geboren op 3 maart 1932 en op 8 december 1958 gehuwd met Dora C. Nuiver
2. Carolina geboren op 26 mei 1934 en op 2 november 1959 gehuwd met Jur Struik
Met haar broer Jan van der Laag vormt Carolina het gezin van Jan en Marie. In het begin van de oorlog wordt het schoolmeubilair en de schoolboeken opgeslagen op de bakkerijzolder. De Duitsers hadden immers de school in gebruik als onderkomen. Samen met haar vriendin Anke de Boer kan ze heerlijk van alles lezen op zolder. Zowel Jan als Caro vestigen zich later op het vaste land.
Vader Jan van der Laag overlijdt plotseling op 14 mei 1964 aan een zwaar hartinfarct. Hij is dan nog maar 58 jaar. Marie moet alleen verder en overlijdt op 24 september 1995. Zij is dan 87 jaar, bijna 30 jaar ouder dan haar man.
Zij is tot 1989 in het huis aan de Westerlaan 2 blijven wonen. De laatste jaren van haar leven verbleef zij in het verzorgingstehuis “de Stelp”.
Zoon Jan van der Laag vestigde zich later weer op Ameland en woonde in de Burenlaan met zijn vrouw Dora Nuiver. Jan en Dora zijn beiden overleden.
Carolina trouwde met Jur Struik en woont in Drachten. Het huis achter de woning waar broer Jan van der Laag en Dora Nuiver woonden hebben ze jarenlang in gebruik als vakantiewoning. Het wordt de laatste tijd, mede gelet op hun leeftijd, wel steeds moeilijker om het eiland te bezoeken.
Zo kon je flink wat broden vervoeren in een auto!
Wat er zoal gebakken werd
Wel denk aan bladjes, sukermantkes, jodenkoeken, gevulde koeken, Chinese ruiten, pensees, cakes, blanke reepkoek, sucadereepkoek, taaitaai, taaipoppen, speculaaspoppen, banketstaven, banketletters, kerstkransen, pepernoten en pindabrokken.
Er was wit brood, tarwebrood, krentenbrood, suikerbrood en steuren. Ook is er een tijd regeringsbrood (grijs brood) gebakken.
Een foto van de bakkerij. Vermoedelijk ook rond de kerstdagen gemaakt omdat er een flinke hoeveelheid kerstkransen is gebakken. Op de foto ook bakkersknecht Anne Noteboom afkomstig van Beetgumermolen. De foto is aan het begin van de zestiger jaren gemaakt.
Venters, bezorgers en meer
Ook Jur Struik heeft van 1954 tot 1964 als werkstudent gewerkt in de bakkerij. Hij was broodventer en bezorger maar ook als bakkersknecht werkzaam. Hij was er dan niet alleen in de zomervakantie maar ook met drukke dagen rond Sinterklaas, Kerstmis, Oud en Nieuw en Pasen. Duidelijk is nu wel hoe Carolina, die ook altijd mee hielp in het bedrijf, aan haar man is gekomen. Jaap Zandstra uit Parrega, Piet Posthuma uit Drachten en Anne Noteboom uit Beetgumermolen zijn als geschoolde bakkersknecht werkzaam geweest in de bakkerij. Daarnaast is er een hele lijst van jongens en jonge mannen die venter/bezorger zijn geweest en klusjes deden in de bakkerij. Okko Bakker uit Groningen, Harry Bekkering (zoon van commies Bekkering) en Bouke Hellinga uit Dokkum, Piet Hondema en Feiko Hofstra uit Drachten en Gerard Ruygh en Klaas Sinnema uit Hollum. Ook heeft een aantal meisjes bij Jan en Marie gewerkt in de winkel en huishouding. Carolina en Jur herinneren zich: Ietske de Jong, Hannie de Boer, Grietje, Afie en Alberdien Sinnema, Janke Nagtegaal, Remy Wijnberg en Cootje Borsch.
Elektriciteit
Tjip Nagtegaal had rond 1930 een wasserij met de naam "Noorderlicht”. Hij pionierde ook met het leveren van stroom en zo leverde hij o.a. stroom aan de bakkerij van Jan van der Laag. Hierdoor kon Jan nieuwe elektrische machines aanschaffen in de bakkerij die het werk gemakkelijker maakten. De bakkerij was met een bovengronds stroomkabel verbonden met de wasserij. Tjip Nagtegaal wilde graag heel Hollum van elektriciteit voorzien. Maar in 1932 vroeg Teije Smedes een concessie voor Hollum aan bij het Provinciaal Electriciteitsbedrijf in Leeuwarden. Hij was smid en had later een winkel in huishoudelijke artikelen en een rijwielhandel in Surhuisterveen. En hoewel het gemeentebestuur de plannen van Nagtegaal steunde werd uiteindelijk toch de concessie aan Smedes verleend. In 1935 werden de eerste woningen op het net aangesloten.
Zo is langzamerhand het beeld rond de bakkerij van Jan en Marie van der Laag aardig compleet. Er is zeker nog veel meer te vertellen, zoals bijvoorbeeld dat er in 1954 nog vier bakkers in Hollum waren en in 1964, toen Jan van der Laag overleed, alleen de bakkerij van Piet de Boer over bleef.
Door Jan J. de Vries