Bakkerijen en molens in Ballum
Vooral ouderen zullen zich de geur van vers gebakken brood herinneren welke vroeger in de dorpen hing. Verschillende bakkerijen voorzagen de inwoners van brood. Boeren leverden graan aan de molens, het meel ging naar de bakkers en boeren kregen daarvoor brood terug en andere inwoners konden zo brood kopen. Op kerfstokken en in boeken werden ontvangsten en uitgaven bijgehouden.
In het boek “Windscheppen op Ameland” (Douwe de Boer en Warner B. Banga 2015) lezen we dat de allereerste molen nabij Ballum op het Kleine Loo werd gebouwd. Op een oude zeekaart van 1585 staat de molen al aangeduid. Voor wie daar meer van wil weten en lezen verwijs ik naar dit prachtige boekwerkje dat zeker nog hier en daar verkrijgbaar is. Eerst duiken we even in de geschiedenis voordat we beginnen met de vele bakkers die in de loop van de jaren eerst in twee en later in drie bakkerijen aan de slag gingen om de inwoners van Ballum van brood te voorzien. Het is een lang verhaal dat begint aan het eind van de 18e eeuw en eindigt in 1978 wanneer de laatste bakker in Ballum de deur van zijn bakkerij en winkel sluit.
Kadasterkaart 1832.
Ook op de kadasterkaart van 1832 staat de molen met bijbehorende woning en stallen aangegeven. De molen verkeert echter dan al in bouwvallige staat. In 1841 leidt dit tot verkoop van molen. De oude “stander-koornmolen” met molenaarshuis en stallen wordt publiek verkocht in de herberg van D.P. de Vries te Ballum.
Kopers zijn Willem Hendriks de Boer en Job Dirks Visser. De molen wordt in 1842 gesloopt. Het betekent het einde van de Ballumer molen die jarenlang, van 1736 tot 1841, in gebruik was geweest bij de familie Molenaar. Woonhuis en schuur bleven nog tot 1901 bewoond maar ook deze opstallen werden in 1912 vanwege bouwvalligheid gesloopt. Waar gemaald werd ook altijd gebakken en daarom op zoek naar vroegere bakkerijen in Ballum eerst maar eens contact gezocht met Pieter Jan Borsch en verder gekeken en gezocht op deze kadasterkaart van 1832.
Gegevens van voor 1832 m.b.t. bakkers en bakkerijen in Ballum:
Er is een flinke hoeveelheid bakkers met ook de familienaam “Bakker”. Waarschijnlijk wordt de naam in de Frans tijd toegevoegd. Namen als Doeke Botes en zijn zonen Cornelis Doekes Bakker, Hans Doekes Bakker en Jacob Doekes Bakker zijn allen verbonden met een bakkerij in Ballum of Hollum.
Doeke Botes (Bakker) circa 1730 – na 1780, meesterbakker in Ballum, gehuwd circa 1755 met Aagje Jacobs circa 1730 – na 1780.
Doeke en Aagje krijgen 5 kinderen. Zo wordt Bote Doekes geboren in 1755. Hij trouwt in 1778 te Sloterdijk met Sjoeke Sipkes, een dochter van de bekende commandeur op de walvisvaart en koopvaardij kapitein Sipke Klasen Sipkes. Bote is zeeman en overlijdt in 1789 op jonge leeftijd. Er volgen nog drie zonen te weten Cornelis Doekes, Jacob Doekes en Hans Doekes die alle drie als bakkers aan de slag gaan. Rinske Doekes is het vijfde kind en deze dochter wordt geboren in 1769 en overlijdt in 1850. Zij was in Ballum getrouwd met Hendrik IJnsen de Jong van Hollum.
Cornelis Doekes Bakker 1757 – 1828, kapitein, in Ballum, gehuwd 1785 met Aukje Gosses 1759 – 1843.
Notitie: Ten tijde van dochter Pietjes huwelijk in 1814 was Cornelis al negen jaar afwezig en was het onbekend waar hij zich bevond. Bij het huwelijk van zoon Doeke in 1823 was Cornelis weer aanwezig. Het zou kunnen dat het schip waarop Cornelis voer is gekaapt tijdens een van de napoleontische oorlogen (1803 – 1815) waardoor hij lange tijd in gevangenschap verbleef.
Kadaster 1832: perceel 913, Bakker, weduwe Cornelis Doekes, huis/erf, 3.40 are. Camminghastraat in de reed aan de zuidkant van de DG kerk.
Jacob Doekes Bakker 1758 – 1910 bakker in Hollum (Oosterlaan), gehuwd met Antke Teunis Lijnslager 1754 – 1819.
Hans Doekes Bakker 1761 – 1829, bakker in Ballum, gehuwd met Martjen Jans Tromp 1760 – 1834.
Dan gaan we weer verder met de kadastrale kaart van 1832.
Hier vinden we de volgende gegevens:
Op perceel 957, Bakker, weduwe Hans Doekes, huis/erf, 2.60 are. Nu Camminghastraat 19 Ballum.
Doeke Cornelis Bakker 1793 – 1858, bakker in Hollum (Burenlaan), gehuwd 1823 met Aukjen (Akke) Piebes de Jong 1792 – 1860.
Doeke Botes Bakker 1779 – 1840, arbeider, bakkersknecht in Ballum, gehuwd 1818 met Aafke Lolkes Wagenaar 1794 – 1883 Doeke heeft waarschijnlijk als bakkersknecht gewerkt bij oom Hans en / of oom Cornelis.
Kadastraal 1832: perceel 1118, Doeke Botes, bakker en landbouwer, huis/erf, 3.30 are. Nu Gerrit Kosterweg 6 Ballum.
Zoon van: Bote Doekes 1755 – 1789, matroos, bootsman in Ballum, gehuwd 1778 met Sjoeke Sipkes 1756 – 1823
Register van patentschuldigen.
Het patent was niets anders dan een door de staat uitgegeven vergunning voor het uitoefenen van een beroep. In de Ordonnantie van 1805 werd het ‘Regt van patent’ omschreven als een “zekere som welke door ieder, die eenigen handel, eenig bedrijf of beroep of eenige neering wil uitoefenen of zekere voorwerpen van weelde of vermaken begeert te genieten, aan den Lande moet betaald worden”.
In 1819 werden enkele belangrijke wijzigingen ingevoerd en kreeg de patentwet min of meer zijn definitieve vorm, al werden er telkens weer wijzigingen in aangebracht. Een indeling van de beroepen in klassen bepaalde in beginsel de hoogte van de aanslag voor elk beroep. Daarbij werd ook de omvang van het bedrijf betrokken. Doordat de registratie van patentplichtigen tegelijk een controle op behoorlijke beroepsuitoefening inhield, werd te grove beunhazerij voorkomen.
Betalen om te verdienen
Toen aan het begin van de 19e eeuw de patentbelasting werd ingevoerd, moest het grootste deel van de beroepsbevolking plotseling gaan betalen om te mogen werken. Iedereen die handel wilde drijven, een bedrijf wilde voeren of een beroep, ambacht of nering uitoefenen, diende daartoe een patent aan te vragen. De beroepen waarvoor dat verplicht was werden in de patentwet van 1819 precies genoemd. De overgrote meerderheid van de beroepen was patentplichtig, er waren maar weinig uitzonderingen. Ambtenaren, advocaten en renteniers waren zulke uitzonderingen. Maar ook landbouwers, dagloners en arbeiders hoefden geen patentbelasting te betalen.
Het register van de patentschuldigen op Ameland is terug te vinden en in te zien op de website van Amelander Historie. Hier kunnen we inderdaad de ondernemers terugvinden die in die tijd patentbelasting moesten betalen. Hieronder volgt een deel dat op het dorp Ballum betrekking heeft. Wanneer we de gegevens doornemen komen we ook de bakkers in Ballum tegen. We zien dan ook dat de bakkerijen voornamelijk bemand worden door leden van de familie Nobel. Verder zijn er tapperijen en kroeghouders maar ook een aantal “winkeliersters” die brood, beschuit en koek verkopen. We mogen aannemen dat dit dan door de Ballumer bakkers werd aangeleverd.
Register der Patentschuldigen in de Gemeente Ameland 1845-1868 Ballum
(vermeld nummer is het huisnummer)
1845/1846
79 Weduwe Benne J. Manje Tapster bij meer dan een kan inslaande
28 Jan A. de Boer Kroeghouder bij de kan inslaande
68 Dirk P. de Vries Tapper bij het fust inslaande
22 Kemp van der Laag Tapper bij meer dan een kan inslaande
1846/1847
10 Jan F. Klein Winkelier in de 1e en 2e soort beneden de ƒ1000,- debiet.
11 Hendrik A. Nobel Broodbakker
22 Keimp D. van der Laag Logementhouder beneden de drie kamers 25 Willem A. Nobel Brood, Beschuit en Koekbakker
26 Trijntje Hondendorst Winkelierster in de 1e en 2e soort beneden ƒ1000,- debiet. Brood, Koek en Beschuitverkoopster
28 Jan A. de Boer Winkelier in de 1e en 2e soort beneden de ƒ1000,- debiet.
50 Weduwe W. Hillebrandt Winkeliersche in de 1e en 2e soort beneden de ƒ1000,- debiet.
63 Weduwe D.P. de Vries Logementhoudster beneden de vijf kamers en stalhouder.
65b Weduwe Johannes Manje Winkelierster in de 1e en 2e soort
beneden de ƒ1000,- debiet. Brood, Beschuit en Koekverkoopster
78 Pieter D. Smid Winkelier in de 1e en 2e soort beneden de ƒ1000,- debiet.
79b Weduwe B.J. Manje Winkelierster in de 1e en 2e soort beneden de ƒ1000,- debiet. Brood, Beschuit en Koekverkoppster
22 Keimp D. van der Laag Tapper
63 Weduwe D.P. de Vries Tapster en Slijtster
79 Weduwe B.J. Manje Kroeghoudster
1860/1861
10 Jan F. Klein Winkelier in de 1e en 2e soort beneden de ƒ1000,- debiet.
11 Hendrik A. Nobel Broodbakker
22 Keimp D. van der Laag Logementhouder beneden de drie kamers 25 Willem A. Nobel Brood, Beschuit en koekbakker
26 Trijntje Hondendorst Winkelierster in de 1e en 2e soort beneden ƒ1000,- debiet. Brood, Koek en Beschuitverkoopster
28 Jan A. de Boer Winkelier in de 1e en 2e soort beneden de ƒ1000, debiet
50 Weduwe W. Hillebrandt Winkeliersche in de 1e en 2e soort beneden de ƒ1000,- debiet.
63 Weduwe D.P. de Vries Logementhoudster beneden de vijf kamers en stalhouder
65b Weduwe Johannes Manje Winkelierster in de 1e en 2e soort beneden de ƒ1000,- debiet. Brood, beschuit en Koekverkoopster
78 Pieter D. Smid Winkelier in de 1e en 2e soort beneden de ƒ1000,- debiet.
79b Weduwe B.J. Manje Winkelierster in de 1e en 2e soort beneden de ƒ1000,- debiet. Brood, Beschuit en koekverkoopster
22 Keimp D. van der Laag Tapper
63 Weduwe D.P. de Vries Tapster en Slijtster
79 Weduwe B.J. Manje Kroeghoudster
1861-1862
25 Willem A. Nobel "Broodbakker"
Familie Nobel en de bakkers in Ballum.
Al kom je ook nog de naam “van Tuinen” en ”Nagtegaal” tegen, het is toch hoofdzakelijk de familie Nobel die door de jaren heen de inwoners van Ballum hebben voorzien van brood, koek en beschuit! Ons verhaal over begint min of meer bij A(d)riaan Pieters Nobel, woonachtig Nes en in 1751 getrouwd met Acke Hendriks, afkomstig van de Kooi. En hoewel er nog geen brood wordt gebakken gaan we toch even een uitstapje maken naar de molen in Ballum want daar woont een molenaarsdochter en kunnen we zien hoe de familie Nobel in Ballum terecht is gekomen.
A(d)riaan Pieters Nobel is een zoon van Oostzeeschipper Pieter Dirks Nobel. Akke Hendriks is een dochter van Hendrik Lammerts Kooiker & Grietje Paulus Slot. Akke is geboren 1725 op de Kooiplaats. Zij was van 1759 – 1763 kooiker. In 1785 wordt ze met attest overgeschreven van Nes naar de Hervormde kerk van Ballum. A(d)riaan Pieters Nobel overlijdt voor de geboorte van hun zoon Arjen Arjens Nobel in 1753. Akke is 35 jaar later overleden in 1788, waarschijnlijk in Ballum.
Hun zoon Arjen Arjens (Postma) Nobel is geboren in Nes in 1753. Zijn vader was toen al overleden en daarom heeft hij ook de voornaam van zijn vader gekregen, “Postma” betekent dat hij postuum is vernoemd. Waarschijnlijk was zijn vader zeeman en is deze op zee gebleven. Op 2 juni 1782 trouwt hij met Beatrix Willems de Boer die woonachtig is in Ballum en daar is geboren in 1755. Merkwaardig is dat hij bij belijdenis en huwelijk in de Hervormde Kerk van Ballum “Postma” als achternaam gebruikt. Arjen en Beatrix vestigen zich in het dorp Ballum. Arjen zijn moeder verhuist ook in 1785 van Nes naar Ballum en trekt waarschijnlijk in bij het jonge gezin.
Ze krijgen 7 kinderen: Arjen Arjens in 1782, Trijntje in 1784, Hendrik Arjens in 1786, Willem Arjens in 1788, Akke Arjens in 1791, Pieter Arjens in 1793 en tenslotte Gerrit in 1796.
Voordat we met Hendrik Arjens en Willem Arjens, de bakkers, verdergaan gaan eerst even kijken hoe het gaat met de oudste zoon: Arjen Arjens Nobel geboren in 1782 trouwt in 1812 met de in 1781 geboren Ursula Cornelis “Orzel” Molenaar, afkomstig uit Nes van beroep naaister. Ursula is Rooms Katholiek gedoopt. Haar peettante is Catharina Douwes Metz die ook in Ballum heeft gewoond. Als molenaarsdochter in Ballum is het blijkbaar geen probleem om in die tijd met een protestantse man te trouwen. Misschien dat de mogelijkheid om nu niet in de kerk maar voor de burgerlijke stand te trouwen hierbij een rol heeft gespeeld. Pastoor en dominee zijn even uit beeld in de Franse tijd.
In de huwelijksakte zien we dat de naam van Adriaan wordt geschreven als Arjen. Zowel de vader als de zoon worden beiden Arjen Arjens Nobel genoemd.
Het echtpaar krijgt 8 kinderen van wie een aantal op jonge leeftijd komen te overlijden:
Rinske geboren in 1813 en overleden in 1889. Arjen 1815 - 1836, Cornelis 1817 – 1821, Willem 1818 – 1819, Beatrix 1820 - 1898, Cornelia 1821 – 1824, Willem 1823 – 1914 en Cornelis 1825 – 1913.
Arjen en Orsel (Ursula) woonde in De Blieke op huisnummer 98 Hollum, de kinderen zijn ook allemaal in De Blieke geboren.
Orsel is in 1848 in De Blieke overleden. Arjen is in 1874 in de Westerlaan overleden op huisnummer 62.
Ursula “Orzel” Molenaar.
Deze Ursula is een dochter van, jawel, Cornelius Jacobs Molenaar en Reijns of Reinera (Rinske) Douwes. Cornelius Jacobs Molenaar vinden we in het boek “Windscheppen op Ameland” als eigenaar van korenmolen “Eendragt” in Ballum van 1777 tot 1824. Op de bladzijden 34 en 35 van dit boek kunnen we o.a. lezen over de perikelen van molenaars en bakkers in de Franse tijd (1795 - 1813). Zo is de link snel gelegd naar Hendrik Arjens Nobel, de broer van Arjan Arjens Nobel die we tegenkomen als bakker aan de Gerrit Kosterweg in Ballum.
Bakkerij Gerrit Kosterweg 9.
Hendrik Arjens Nobel en Aukjen Pieters Visser
Bakkerij Huisnummer 12 Ballum. Nu Gerrit Kosterweg 9
Aan de Gerrit Kosterweg is rond 1830 een bakkerij gevestigd van Hendrik Arjen Nobel, geboren in 1786 en overleden op 13 februari 1880. Voor die tijd haalde hij een zeer een respectabele leeftijd. Hendrik is een zoon van Arjan Arjens Nobel en Bejatrix Willems de Boer. Hij is op 20 maart 1828 41 jaar als hij trouwt met Aukjen Pieters Visser die dan 42 jaar oud is. De bakkerij staat op de plek waar nu de woning van Tjalling Nobel staat waarbij hij vakantiewoningen heeft gebouwd. Moeder Bejatrix (mooi geschreven) woont aan de andere kant van de weg.
Aukjen heeft dan al een dochter Trintje (Trientje) Visser geboren in 1810. Daarvan is de vader niet bekend. Trientje zal in 1837 trouwen met Jan Frederikus Klein afkomstig van Nes.
Hendrik en Aukjen krijgen ondanks hun al vrij hoge leeftijd nog twee kinderen. Hun dochter Froukje Hendriks wordt geboren in 1830 maar overlijdt slechts 20 dagen oud. In 1831 Wordt een zoon Pieter Hendriks geboren.
Gerrit Kosterweg
Pieter Hendriks Nobel en Aafke Ynzes de Boer
Bakkerij huisnummer 11/12 Ballum nu Gerrit Kosterweg 9
Pieter Hendriks is 28 jaar wanneer hij trouwt met Aafke Ynzes de Boer afkomstig van Hollum. Het huwelijk zal slechts 20 jaar duren want Pieter overlijdt al in 1880 op 48-jarige leeftijd. Hij wordt meestal als landbouwer in de diverse aktes vermeld. In 1869 is er overigens een overlijdensakte waar hij als beroep bakker aangeeft. De combinatie landbouwer en bakker is vaak gebruikelijk.
Er zijn ondertussen 6 kinderen geboren. Hendrik in 1860. Daarna volgt een levenloos geboren jongetje in 1862, een dochter Ytsek (Ytske) (Setske) in 1863, een zoon Douwe Pieters in 1867 maar dit jongetje overlijdt in het jaar daarop. Er volgt nog een zoon Douwe in 1868 en een zoon Andries in 1876. Aafke is in 1910 overleden.
Hendrik en Andries worden wel weer bakker van beroep maar zullen waarschijnlijk opa Hendrik Arjens Nobel zijn opgevolgd.
Hendrik Pieters Nobel en Bertha Bakker
Bakkerij huisnummer 11/12 Ballum nu a/d Gerrit Kosterweg 9
Hendrik Nobel (1860 – 1945) is een zoon van Pieter Hendriks Nobel en Aafke IJnzen de Boer.
In 1892 wanneer hij trouwt met Bertha (Berttien) Cornelia Bakker (1865 – 1943) is hij bakker/broodbakker.
Van de acht kinderen die hierna worden geboren overlijden er 6 binnen 2 jaar na hun geboorte. Alleen twee meisjes blijven in leven. Aafke wordt geboren in1892, blijft ongehuwd en is overleden in 1962 en Augusta, geboren in 1898, getrouwd met Johannes Brouwer en overleden in 1981.
Hoe lang hij bakker is geweest is moeilijk na te gaan. Hij wordt in alle andere aktes van de burgerlijke stand steeds als landbouwer vermeld.
Grietje Borsch-Bakker wist te vertellen dat haar vader samen met Hendrik Pieter (Pake Hèn) ging te melken naar “de Pôllen” (land ten zuiden van de Verbindingsweg) Haar vader had een hondenkar. En boven op de melkbussen op de hondenkar zat dan Hendrik Pieter die zijn boerderij had op de plek waar nu het restaurant met dezelfde naam zit. Grietje vertelt dat haar broer en zus dan moesten lopen omdat Hendrik op de kar zat. Zaterdags werd er brood, beschuit en koek gehaald bij de twee bakkerijen die Ballum in haar jeugd nog telde.
Andries Pieters Nobel en Gelsina Bakker
Bakkerij a/d Gerrit Kosterweg 9
Andries Pieters Nobel (1876 – 1952), broer van Henrik Nobel is ook bakker. Vermoedelijk hebben ze eerst samengewerkt in de bakkerij. Andries is in 1916 getrouwd met Gelsina Anna Maria Bakker geboren in Amsterdam (1883 – 1965). Andries is dan 39 jaar en Gelsina 32 jaar oud. Het echtpaar krijgt vijf kinderen, Aafke in 1917, Tjeerd in 1918 , Pieter in 1920 en een tweede Pieter in 1921. Aafke en de eerste Pieter overlijden beiden als ze 8 en 9 maanden oud zijn.
Zoon Pieter werd bakker en zoon Tjeerd werd landbouwer, Tjeerd huwde in 1947 met Antje (Annie) Visser en bleef landbouwer in Ballum.
Zoon Pieter huwde in 1947 met Margaretha (Gré) van Zijl en vertrekt naar Terschelling waar hij een bakkerij in Midsland heeft gekocht.
Ouders Andries en Gelsina zijn ook naar Terschelling vertrokken.
Andries overlijdt daar in 1952 en Gelsina in 1965.
Camminghastraat nr. 16
Bakkerij Camminghastraat 16
Willem Arjens Nobel en Klaaske Kersjes de Jong
Bakkerij huisnummer 25 Ballum, nu Camminghastraat 16
Willem Arjens, geboren in 1788 en overleden in 1863, is bakker en landbouwer in Ballum. Hij is in 1832 gehuwd met Klaaske Kersjes de Jong (1797-1882). Hij draagt de bakkerij in 1859 over aan zijn zoon Kersje Willems Nobel.
Er worden 5 kinderen geboren: Aaltje 1833 – 1924, Arjen 1835 – 1868, Kersje 1837 – 1889, Jacob 1839 – 1852 en Barend 1841 – 1934.
Van de overdracht is een akte op gezegeld papier bewaard gebleven. De tekst van deze overeenkomst is als volgt:
“Wij ondergetekende Willem A Nobel en Klaaske K. de Jong echtelieden woonende te Ballum op Ameland Verklarende verkogt en overgedaan aan Kersje W. Nobel de Bakkerij met gereedschappen waaronder is Baktrog Baktafel Builkist maaten en Gewigten Schalen en wat gereedschap wat is Hier meer van de Bakkerij voor een Koopprijs van veertig Gulden de koopprijs moet Hierbij en eenen betaald worden en overgedaan Kerfstokken en Boek de Boeren die Rogge te Goede Hennem aan brood moet door Kersje W Nobel betaald worden en die Schuldig zijn bij Boek en Kerfstokken moeten aan Kersje W Nobel voldoen en verders Koopmansrekening door den Kooper moeten worden voldaan. Kersje W Nobel Heeft de Vrijdom om bij ons de Bakkerij uit te oefenen en te doen waartenemen met Lusten Lasten van zijn Zaken van de Bakkerij aan zijn eigen zin te Doen. Welke contract wij ons aan weederzijds Genoegen beloven en ondertekend den 15 Mei 1800 negenenvijftig.
W A Nobel
K K de Jong”
Onderhandse akte overdracht bakkerij 1859
Kersje Willems Nobel en Klaaske Hendrik Sparrius
Bakkerij Huisnummer 25 Ballum Camminghastraat 16
Ook Kersje Willems Nobel (1837 – 1889) is bakker van beroep wanneer hij op 10 november 1864 trouwt met de van Hollum afkomstige en in 1839 geboren Klaaske Hendriks Sparrius.
Hij is tot zijn te vroege dood in 1889 (51 jaar) bakker geweest in Ballum. Het echtpaar krijgt 11 kinderen. Twee jongetjes en een meisje worden levenloos geboren. Arjen Kersjes geboren in 1872 wordt amper 1 maand oud. In 1881 wordt het laatste kind geboren en ook hij wordt Arjens Kersjes genoemd maar ook deze Arjen zal slechts 3 jaar worden.
De oudste zoon is Willem Kersjes (1865 – 1944) die we later ook weer als bakker zullen tegenkomen. Daarna volgen Hendrik 1867 – 1950, Jacob 1868 – 1932, Betje (1870 – 1945), Klaaske 1874 – 1963 en Lourens 1877 -1964. Lourens is nog maar 11 jaar oud wanneer zijn vader komt te overlijden.
Nog maar een jaar is Kersje Willem rijksdepothouder, kantoor- en stationhouder voor de post als hij komt te overlijden. Het rijksdepot wordt voortgezet door zijn weduwe, zoon Willem Kersjes en diens vrouw Risje Former. Ook dochter Klaaske wordt erbij betrokken.
Ook is Kersje Willems postbesteller, aanvankelijk namens de brievengaarder van Nes.
Ook dit wordt door de familie voortgezet. Vanaf 1902 tot 1931 is zoon Willem Kersjes postbesteller, daarna is het kleinzoon Kersje Nobel die tot 1968 de post bezorgt. Ook is Leendert Westbroek van 1935 tot 1948 nog hulpbesteller in Ballum en Hollum. Leendert geboren in Amsterdam in 1903 is getrouwd met Catharina Nobel
Camminghastraat Ballum, links voor de toren de bakkerij
Willem Kersjes Nobel en Risje Former
Bakkerij a/d Camminghastraat 16
Willem Kersjes Nobel (1865 – 1944) is in 1897 op 31-jarige leeftijd getrouwd met de 5 jaar jongere Risje Former (1870 – 1964) afkomstig van Nes. Willem is als bakker werkzaam in de bakkerij van zijn vader Kersje Willems Nobel. Kersje had naast de bakkerij ook een boerderij en vanaf 1889 was hij dus rijksdepothouder voor de post. Tot 1899 werd dit gedaan in de boerderij/bakkerij aan de Camminghastraat nr.16. In 1899 verhuisd de familie naar de Nesserweg. Zoon Lourens zette het bakkersbedrijf voort op deze plek tot 1909, waarmee met zekerheid kan worden gezegd dat het bakkersbedrijf werd beëindigd.
Zijn oudere broer Jacob (1868 – 1932) was landbouwer in het pand.
Na het overlijden van Kersje heeft Willem in 1902 een nieuw pand met boerderij gebouwd aan de Nesserweg, het post- en boerenwerk voortgezet. Wanneer hij trouwt in 1897 is hij nog bakker, maar bij de geboorte van zijn zoon Kersje in 1906 wordt landbouwer vermeld als beroep. De verhuizing naar de Nesserweg betekende feitelijk het einde van de bakkerij.
Willem en Risje krijgen 2 kinderen. Klaaske wordt geboren in 1899 en overlijdt 1954. Zij is dan nog steeds “poststationhoudster”. Het postkantoor verhuist naar de winkel van Aaltje de Boer op de hoek van de Camminghastraat/Nesserweg. Kersje wordt geboren in 1906 en is postbezorger. Hij overlijdt in 1976. Zowel Klaaske als Kersje bleven ongehuwd.
Bakkerij en boerderij Camminghastraat nr 16 rechts van toren en kerk
Lourens Nobel en Trijntje van der Meij
Bakkerij en boerderij a/d Camminghastraat 16 tot 1909 daarna Camminghastraat 41
Lourens Nobel, geboren op 25 november 1877 trouwt op 30 augustus 1906 met Trijntje van der Meij, geboren in 1876 en overleden in 1957. Behalve de bakkerij hebben ze ook een boerenbedrijfje.
Lourens en Trijntje krijgen 3 kinderen. In 1906 wordt Catharina geboren die later trouwt met Leendert Westbroek. In 1908 wordt zoon Kersje geboren en in 1913 zoon Leendert.
Kersje trouwt met Rimkje Visser, afkomstig van Hollum en dochter van Wijnand Visser en Grietje Smit.
In 1909 verhuist de bakkerij van Camminghastraat nr. 16, nabij de toren van Ballum, naar het pand aan de westzijde van de Camminghastraat nr. 41.Daar nemen ze de bakkerij over van Hendrik Willem van Tuinen (1871 – 1909) en Tietje Tjipkes Ridder (1869 – 1933).
.Bakkerij Camminghastraat 41.
In 1830 staat hier een pakhuis dat dan in eigendom is bij Douwe Drewes van der Laag uit Hollum Rond 1870 wordt er ”gesticht” d.w.z. verbouwd of nieuw gebouwd.
Dirk Gerrits van Tuinen en Maartje Hendriks de Boer.
Bakkerij Camminghastraat 41
Dirk Gerrits van Tuinen (1844 – 1883), is een zoon van de in 1813 in Kollum geboren Gerrit Ailjes van Tuinen die vanaf 1834 58 jaar lang hoofdonderwijzer in Ballum is. Zoon Dirk heeft vervolgens rond 1870 een bakkerij gevestigd in het voormalige pakhuis. Hij trouwde in 1869 met Maartje Hendriks de Boer (1846 – 1877). Van hun vijf kinderen bereikt maar één de volwassen leeftijd en dat is Hendrik Willem die wordt geboren in 1871. De overige kinderen, Bregje 1870 – 1870, Gerrit 1873 – 1882, Willem 1875 – 1875- en Willem 1876 – 1877 overlijden kort na de geboorte of op jonge leeftijd.
Het is een uiterst triest familieverhaal want Dirk overlijdt in 1883 als hij 39 jaar oud is en zijn vrouw Maartje al eerder, is 31 jaar oud overleden. Wanneer Dirk in 1883 overlijdt is zoon Hendrik Willem nog maar 12 jaar oud en weeskind. Het zal de reden zijn geweest dat de bakkerij vanaf 1883 wordt verhuurd aan Tjipke Jans Nagtegaal.
Tjipke Jans Nagtegaal en Hieke Pieters Huisman
Bakkerij Camminghastraat 41
Tjipke Jans Nagtegaal 1860 – 1929, bakker en landbouwer in Ballum
Gehuwd 1883 met Hieke Pieters Huisman. Hij is hier bakker van 1883 tot 1892. Het echtpaar krijgt vier kinderen : Jan 1884 – 1908, Augusta 1886 – 1964, Pieter 1891 – 1916 en Tjipke 1897 – 1974.
Tjipke komt uit een Hollumer bakkersgeslacht, hij was de 4e generatie.
Hendrik Willem van Tuinen en Tietje Tjipkes Ridder
Bakkerij Camminghastraat 41
Hendrik Willem van Tuinen (1871 – 1909) neemt in 1892 de bakkerij weer over van Tjipke Jans Nagtegaal in Ballum in het pand Camminghastraat 41. Hij is ook in 1892 gehuwd met Tietje Tjipkes Ridder (1869 – 1933).
Er werden drie kinderen geboren: Dirk Gerrit in1893 (geen overlijdensdatum bekend), Maartje in 1896 en overleden in1988 en Gerdina Theodora die geboren werd in 1907. Dit meisje werd maar 10 maanden oud. Twee jaar daarna overleed haar vader die nog maar 37 jaar was. Het is dit gezin niet veel beter vergaan dan dat van de ouders van Hendrik Willem. Dit alles heeft naar alle waarschijnlijkheid geleid tot verkoop van de bakkerij aan Lourens Nobel en Trijntje van der Meij.
Vanaf 1909 heeft de dus de familie Nobel (de bakkersfamilie) deze bakkerij aan de Camminghastraat 41 in bezit.
Bakkerij Lourens Nobel, Camminghastraat 41
Leendert Nobel en Trientje Wiersma
Bakkerij a/d Camminghastraat 41
Leendert volgt zijn vader op in de bakkerij. Ook heeft hij vrij zeker ook het boerenbedrijfje nog enige tijd voortgezet.
Trijntje van der Meij overlijdt in 1957. Haar man Lourens overlijdt op 4 januari 1964. Een dag daarvoor, namelijk 3 januari 1964 trouwt zoon Leendert in Grijpskerk met Trientje Wiersma. Leendert is dan 50 jaar en Trientje, geboren in 1922 in Grijpskerk, telt 41 jaren. In de bakkerij wordt niet veel veranderd. Wel wordt de winkel gemoderniseerd.
Leendert Nobel stond o.a. bekend om zijn lekkere tulbandcakes die met Kerstmis werden gebakken. Ook toen de bakkerij was gestopt bakte hij speciaal voor kerst nog deze tulbanden. In het pand aan de Camminghastraat zit nog de complete bakkerij met oven en de bekende kerfstokken. Hij is de laatste echte bakker Nobel in Ballum geweest.
Trientje Wiersma overlijdt in 2002 en Leendert overlijdt op 27 juni 2011, 97 jaar oud. Tot op hoge leeftijd fietst Leendert door duinen naar Hollum en terug. Met Ambachtelijke Dag kon je hem altijd voor zijn winkel aantreffen met zijn familie om hem heen. Samen met Leendert van der Meij zat hij jarenlang in de kerkenraad van de Doopsgezinde gemeente in Ballum. Leendert was ook nog landbouwer, hij is rond 1978 gestopt met bakkerij
Interieur bakkerij Leendert Nobel
Nog even iets over Barend Willem Nobel, de zuivelfabriek, een maalinrichting, het postkantoor en de postbezorging in Ballum.
Barend Willem Nobel en Popke IJpenga.
Slijterij/café/klompen en landbouwer Gerrit Kosterweg 16
Barend Willem Nobel is geboren in 1914. Hij was getrouwd met Popke IJpenga geboren in 1911. Zij overleden beiden in 1996. Zijn vader was Willem Barend Nobel (1875 – 1954), getrouwd met Antje Klip (1880 – 1931). Zijn grootvader was weer een Barend Willems Nobel (1841 – 1934), welke was getrouwd met Jetske Ones de Boer (1844 – 1918).
Deze Barend Willems de Boer was landbouwer. Omdat de boerderij niet voldoende inkomsten had voor twee gezinnen heeft hij in 1902 de herberg/logement tijdens een publieke veiling in 1902 gekocht als gemachtigde voor zijn zoon Willem Barend van Pieter Wiegers de Vries en Aagje Keimpes van der Laag.
Barend Willem en Popke IJpenga hun zoon werd weer Willem Barend. Deze zette de zaak voort en heeft het bedrijf verder vernieuwd en uitgebreid tot een modern hotel. Ook hier is het nu kleinzoon Barend Willem die “Hotel Nobel” exploiteert. De kruidenlikeur “Nobeltje”, welke ontstaan zou zijn door een gebrek aan drank en het mixen van restanten, is een nationaal bekend drankje geworden.
Café Nobel Ballum
Coöperatieve roomboterfabriek “de Goede Verwachting” te Ballum.
Rond 1896 waren er 46 boerenbedrijven in Ballum. De meeste bedrijfjes (41) hebben minder dan 5 koeien. Met 7 koeien verkreeg je ca 40 liter melk per dag waarvan 1 kg boter kon worden gekarnd. Ook in Ballum groeide de belangstelling voor het oprichten van een boterfabriek zoals ook in de andere dorpen het geval was. In 1904 werd aan de coöperatie een bouwvergunning verleend voor de bouw van een fabriek. Dit gebeurde op een perceel dat thans is gelegen aan de Gerrit Kosterweg. Aannemer was de bekende Foppe de Jong uit Nes die de fabriek bouwde voor f 1.250,00.
Jan Ailjens (Ailjes) van Tuinen (1876 – 1928) en getrouwd met Aagje Nobel (1883 – 1969) was de eerste beheerder, Tjeerd Ruijgh (1894 – 1969) beheerder-machinist en Andries Kolmer medewerker. In 1925 werd de nieuwe fabriek in Hollum in gebruik genomen en kwam aan de zuivelindustrie in Ballum een einde. Tjeerd Ruijgh en Andries Kolmer kwamen in dienst bij de nieuwe coöperatie. De nieuwe coöperatie Stoomzuivelfabriek “Ameland” telde 154 leden die met elkaar 700 koeien in bezit hadden. Ook 18 boeren uit Nes konden als lid worden ingeschreven.
Fabriek Flessenhulzen, nu Gerrit Kosterweg 15.
Er is nog een klein fabriekje in Ballum geweest waar flessenhulzen werden gemaakt. Het fabriekje was gevestigd op de hoek Gerrit Kosterweg/Camminghastraat.
De hulzen werden gemaakt van roggestro dat ruimschoots voorhanden was op het eiland. Eigenaar was Pieter Wiebes Huisman (1829 – 1896), zeeman en flessenmandenmaker. Hij was gehuwd in 1855 met Aukje Botes Bakker (1833 – 1904).
Pieter begon rond 1880 met een kleine huisindustrie, waarbij stroohulsen voor flessen werden gemaakt met de hulp van een aantal mensen uit Ballum. Hij kon heel goed over grondstoffen beschikken want er werd veel rogge verbouwd. Zijn problemen lagen bij de afzet elders, waarbij vooral de vrachtkosten een te grote rol speelden. De concurrentie werd te groot en dit leidde tot sluiting van het bedrijf.
Later werd het pand de boerderij van zijn schoonzoon Tjeerd Pieters Visser.
Post en postkantoor in Ballum.
Ballum had in 1872 al een brievenbus en in 1888 werd Kersje Willems Nobel (1837 – 1889) rijksdepothouder voor postzegels, briefkaarten en formulieren. Nog maar een jaar is Kersje Willem rijksdepothouder, kantoor- en stationhouder voor de post als hij komt te overlijden. Het rijksdepot wordt voortgezet door zijn weduwe, zoon Willem Kersjes en diens vrouw Risje Former. Ook dochter Klaaske wordt erbij betrokken.
Ook is Kersje Willems postbesteller, aanvankelijk namens de brievengaarder van Nes.
Ook dit wordt door de familie voortgezet. Vanaf 1902 tot 1931 is zoon Willem Kersjes postbesteller, daarna is het kleinzoon Kersje Nobel die tot 1968 de post bezorgt. Ook is Leendert Westbroek van 1935 tot 1948 nog hulpbesteller in Ballum en Hollum. Leendert geboren in Amsterdam in 1903 is getrouwd met Catharina Nobel.
Nobel was getrouwd met Klaaske Sparrius en had ook een bakkerij en boerderijtje. Later ging hij ook voor rekening van brievengaarder C.J. Molenaar te Nes de postbestelling doen. In 1889 overlijdt Kersje en neemt zijn zoon Willem het post- en boerenwerk over en zoon Lourens de bakkerij.
Willem trouwt met Risje Former. In 1902 komt het kantoor in een nieuw pand aan de Nesserweg waar gelijktijdig een telefoonkantoor wordt gevestigd. Willem deed de boerderij en Risje bestelde de post en beheerde de telefoon.
Hun beide kinderen, dochter Klaaske (1899 – 1954) en zoon Kersje (1906 – 1976) namen de werkzaamheden later over. Zo bediende Klaaske de telefoon en kreeg vanaf 1925 het poststation te beheren. Na het overlijden van Klaaske in 1954 ging het poststation naar de winkel van Mej. A. de Boer. In 1959 verkocht zij de winkel en nam zij dit mee naar haar nieuwe woning aan de Nesserweg. In 1966 verhuisde het kantoor naar Camminghastraat 19 onder beheer van Antje van Seventer-Nobel. Het station werd in 1975 opgeheven waarna de postkantoorhouder van Hollum tot 1989 dagelijks een uur zitting hield in het gemeentehuis te Ballum.
Aaltje J. de Boer Kruidenierswaren /postkantoor
Huisnummer 30 Ballum Camminghastraat 30
Aaltje de Boer had een kruidenierswinkel op de hoek Camminghastraat/Nesserweg. In de winkel was ook het postkantoor gevestigd. Dit was van 1954 tot 1966. De winkel is daarna overgenomen door Bouke Bloksma. En vervolgens door zoon Watse Bloksma.
Honderd jaar later
In “Ameland, een sociaalgeografische studie” (dr. D.A Brouwer 1930) zien we dat de situatie toch wel flink is veranderd is. Het dorp Ballum telt 39 landbouwbedrijven maar nu nog maar 7 winkeliers waarvan er 1 ook een landbouwbedrijf heeft. En vermoedelijk zijn er nog maar weinig plekken waar de fust of kan wordt aangeslagen. Tot 1947 telde het dorp 2 bakkers, Pieter Nobel en Lourens Nobel. Wanneer Pieter met zijn gezin en ouders in 1947 naar Terschelling vertrekt blijft er nog 1 bakkerij over. Telde Ballum in 1810 306 inwoners, in 1881 was er nog een groei tot 347 inwoners maar in 1930 zijn daar nog maar 219 van overgebleven. Pas na de 2e wereldoorlog zal dat aantal gaan groeien door de opkomst van het toerisme. Wel wordt er nog een andere molen in bedrijf genomen.
Maalinrichting in 1936.
Rond 1936 is door Klaas (Willem) Nobel een elektrische maalinrichting voor het malen van graan in gebruik genomen. Het pand stond op de hoek Gerrit Kosterweg en Baron Rengersweg.
De maalderij van Nobel heeft tot 1960 standgehouden. Klaas, zoon van Willem Nobel en Antje Klip is geboren in 1905 en overleed in 1986. Hij was getrouwd met Antje Borsch (1910 -1996). Klaas is een broer van de meer bekende Barend Willem Nobel van café/hotel Nobel.
De maalderij zat in het middelste deel van het lange gebouw, aan de zuid- en de noordkant was een woning. Het middelste deel is later toegevoegd aan Gerrit Kosterweg 12.
Klaas Nobel is begonnen met een 1 cilinder watergekoelde motor van het Duitse merk Deuts. Nadat in 1948 in elektriciteit in Ballum werd aangelegd is rond 1955 de oude motor vervangen door een elektromotor.
En zo zijn we begonnen met de oude molen in Ballum welke van 1736 tot 1841 het graan maalde maar na ruim een eeuw dienst te hebben gedaan uiteindelijk werd gesloopt. Waarna het in Ballum verbouwde graan in een ander dorp moest worden gemalen. En weer een eeuw later in 1936 werd een moderne molen in gebruik genomen welk echter door de snelle technische en maatschappelijk ontwikkelingen het maar een kwart eeuw zou volhouden. Maar het brood werd door al die eeuwen heen in Ballum gebakken totdat Leendert Nobel in 1978 de oven definitief liet afkoelen. Daarna werd het brood in een ander dorp gebakken en ging de winkelier brood, beschuit en koek verkopen zoals eerder de “winkeliersters” dat al hadden gedaan.
Jan J. de Vries met hulp van en dank aan Pieter Jan Borsch, Tineke Borsch-de Boer en Grietje Borsch-Bakker.