Bijna blow out op Ameland
In de jaren 60 beleefde Ameland een bijna blow out bij de boortoren die toen in de Hollumer duinen stond. Dezelfde boorlocatie is in december 2018 en januari 2019 onderwerp van een grootschalige sanering. Grijpers en trucks voeren met boorspoeling vervuild zand af. Twee Amelanders vertellen over hun belevenissen destijds, toen het op een haar na mis ging.
Door Jeanet de Jong
Ze waren jong, zo jong dat ze nog niet eens een rijbewijs hadden. Twee Hollumers, inmiddels gepensioneerd, destijds 15 en 17 jaar oud. De NAM boorde op locatie HOA1, in de Hollumer duinen, en vond gas. Laten we de ene Jan (15 jaar) en de andere Piet (17 jaar) noemen. Hun echte namen houden ze liever onder de pet. Hun jeugdige leeftijd belette hen niet op een vrachtwagen te stappen. De NAM riep dringend hulp in en zij hadden er een mooie klus aan.
Ballumerbocht
In de eerste weken van januari 2019 rijden trekkers en dumpers meermalen de route Oranjeweg – Verbindingsweg – Smitteweg en terug, om vervuild zand van de NAM-locatie naar de Ballumerbocht te rijden. Er moet zoveel zand worden afgevoerd, dat ze er nog wel even werk aan hebben. Zo’n 20.000 ton met diesel en boorspoeling vervuild zand moet worden afgegraven. Dat wordt eerst gereinigd en gecontroleerd, voor het weer gebruikt kan worden. Piet weet wel hoe dat in zijn werk gaat. Jaren geleden moest hij met olie vervuild zand naar Amersfoort rijden. De oliepomp in de Ballumerbocht, werd op een dag niet op tijd uitgezet. Een oliefontein vervuilde het gebied rondom de pomp en de dijksloot.
Vervuild zand
Na de sanering vervoerde Piet die grond naar een speciaal bedrijf in Amersfoort. Hij wilde wel eens zien hoe dat in zijn werk ging, maar kwam niet ver. “Het was net Rusland,” zegt hij, “je kwam er niet in.” En de mensen die er werkten waren van top tot teen gekleed in beschermende kleding. Wat Piet wel kon zien was een soort betonmixer waar het vervuilde zand in ging. Die bak werd gloeiend gestookt terwijl hij alsmaar draaide. De olie wordt als het ware uit het zand gebrand.
Honderd uur
Het vervuilde zand dat nu uit HOA1 wordt gehaald ligt opgeslagen op de plaat van een andere NAM-locatie, die tegenover de dijk ligt waar het beeld van de Dijkwachters staat. Af en aan rijden de vrachtwagens en dat doet denken aan die keer in 1963. Of was het 1964? Beide mannen weten het niet precies meer, al weet Jan met zekerheid te vertellen dat het in november was. In één week tijd reden ze dag en nacht, zo’n honderd uur in totaal. Van zondagavond 12 uur tot vrijdagochtend 10 uur zaten ze op de auto. Op HOA1 was een calamiteit ontstaan.
Bedfordjes
De jongens moesten duizenden kilo’s chemicaliën halen, dat gebruikt werd bij de boorspoeling in de boorschacht. Dat spul lag opgeslagen in een loods in de Ballumerbocht; de Bruintjes haalden het met hun beurtvaart vanuit Harlingen. De vrachtwagens waar Jan en Piet op reden waren niet zo groot, er ging 5 of 6 ton op de Bedfordjes en daarom moesten ze heel wat keren heen en weer rijden. Auto’s van De Vries en Ridder van Ameland en van Lommerts van de vaste wal hadden het er druk mee. Die van Lommerts waren wat groter, die konden 25 ton in de bak houden. Vandaag de dag vervoeren de auto’s 30 tot 35 ton in één keer.
Boorspoeling
De NAM wilde genoeg voorraad op de locatie hebben zodat ze nooit naast het spul hoefden te grijpen, die ze nodig hadden om de calamiteit de baas te worden.
Er was gas gevonden, maar er was iets misgegaan met de buis. Die was als een kurkentrekker vervormd. Een dergelijk kronkeling had Piet nog nooit gezien. “Ja, er zat een bochtje in.” In ieder geval was het genoeg om een kritieke situatie te veroorzaken en het was volgens Jan een kwestie van “sil hij gaan of kinne we hem houwe.” De buis zat vast en de druk liep op. Het hing erom of de boortoren het kon houden.
Druk van de ketel
Piet herinnert zich dat er een Amerikaan werd ingevlogen, een specialist op het gebied van kritieke situaties bij boortorens. Het kan zijn dat dit Red Adair is geweest, een Amerikaan die in die dagen een beroemde gas- en olierampenbestrijder was. De film Hellfighters uit 1968, met John Wayne in de hoofdrol, is gebaseerd op Adairs levensverhaal en laat zien wat er bij een blow out kan gebeuren.
Iedereen moest daarom van de locatie af, ook vrachtrijders Jan en Piet, die vanaf een duin bleven kijken. “De motoren stonden als donderen aan,” weet Piet nog als de dag van gisteren. Het was spannend, maar die Amerikaan kreeg de boorbuis los. Na die week was de druk van de ketel.
’t Haantje
Een jaar later beleefde Nederland zijn eerste en tot nu toe enige echte blow out. ’t Haantje, een dorp vlakbij Emmen en Sleen, ontsnapte in december 1965 aan een ramp. Op 1 december van dat jaar kwam gas met modder naar boven en veranderde de locatie in een moddervulkaan. De hele boorlocatie werd een borrelende moddermassa en de boortoren en alles wat op het terrein stond verdween in de bodem. Het is een grasveld omzoomd door berken geworden.
Rommelduun
Zover kwam het op Ameland niet, al werd er in de haast wel heel veel vervuilde grond in gaten in de duinen gedumpt. Met harde wind woei het vieze zand er weer uit en kwam op het strand terecht. Dat leverde weer een nieuwe klus op: vies zand van het strand scheppen. Ook werd er vervuild zand naar de rommelduun voorbij Ballum gereden. Wat eens de gemeentelijk vuilstort was, werd een gifbelt waar nu bomen groeien.
Boorspeling
Boorspoeling is een combinatie van grondsoorten die tijdens de boring naar boven worden gehaald samen met de vloeistof waarmee de grondsoorten naar boven zijn ‘gespoeld’. Het ziet er uit als modder met gruis. In die boorspoeling zitten verontreinigingen, stoffen die deels afkomstig zijn uit de diepe ondergrond en daar van nature voorkomen, en deels hulpstoffen die tijdens de boring werden toegevoegd. Er zit bijvoorbeeld minerale olie in en bariumsulfaat dat werd toegevoegd om het gewicht van de boorspoeling te vergroten.
Vervuiling
In de jaren 60 waren de milieuregels nog niet zo streng. Het begrip milieu in samenhang met vervuiling stond niet op de agenda zoals tegenwoordig. De locatie was aanvankelijk onverhard waardoor er morsvervuiling plaats kon vinden en er werd geboord met boorspoeling op oliebasis. Pas in de jaren 90 werd overgestapt op een minder vervuilende variant op waterbasis. De boorspoeling werd gedumpt op zee en in de duinen ingegraven. Daar had men toen niet zoveel problemen mee. Wat in zee is gestort is weg, maar wat in de duinen ligt is 55 jaar na dato onderwerp van een grote sanering. Tegenwoordig zijn boorlocaties vloeistofdicht en wordt boorspoeling afgevoerd en apart verwerkt.
Ongelukjes
Er vonden ook ongelukjes plaats. Zo kreeg de maatschappij toestemming om bij laag tij boorspoeling met een buis de Noordzee in te jagen. Ze deden het per abuis met opkomend water, zodat de zwarte smurrie terug het strand op spoelde. “Toen moesten we het opruimen, met de schep en een vrachtauto.” Piet was erbij en nog veel meer Amelanders. Het rif voor de kust heeft nog jaren zwart gezien.
Goed NAM-geld
Het is niet alleen maar kommer en kwel wat de boortoren aanbelangt, meent Jan. De bedrijvigheid van de NAM heeft het eiland veel gebracht. Werk, bijvoorbeeld. Bijna iedereen werkte toentertijd bij de NAM. De pensions werden er groot door, de kroegen hadden er klandizie aan en er werden wegen aangelegd waar iedereen van profiteerde. Pension Engels kreeg een parkeerplaats, omdat de NAM wat beton overhad en Nobel aan de Oranjeweg kreeg een spiksplinternieuw hek. Een hoge NAM-ome had het er per ongeluk uit gereden. De NAM was niet kinderachtig. Jan roemt dat het NAM-geld veel goed heeft gedaan in de tijd dat toerisme net van de grond kwam. Ameland kon de bedrijvigheid en inkomsten goed gebruiken. “Hier is heel wat geld gebleven.”
Jeugdige overmoed en burgerlijke ongehoorzaamheid zorgden in de stressvolle situatie voor een nieuw gevaar. Roken op de locatie was vanzelfsprekend taboe, maar de knapen zetten gewoon in de cabine van hun vrachtwagen de vlam in hun sigaret. Jan kan er nog om grijnzen.
De sanering van de drie stortlocaties in de Hollumerduinen werd in januari 2020 afgerond, de sanering van de boorlocatie bij paal 3 gebeurde in 2019, nadat in januari van dat jaar een deel van de locatie na een storm in zee was verdwenen.