De eerste funeraire dag op Ameland een succes
De eerste funeraire dag op Ameland is een succes geworden. Ruim honderd belangstellenden kwamen zaterdag 19 maart naar de vier begraafplaatsen om naar de opmerkelijke verhalen te luisteren over de stenen en de personen die er begraven liggen. Ook kregen ze informatie over hoe je het best de stenen kunt onderhouden.
Want daar was het uiteindelijk allemaal mee begonnen. Een groep Amelanders had zich het lot aangetrokken van ernstig verwaarloosde stenen, grafmonumenten die niet meer werden onderhouden omdat er geen rechthebbende meer was. Er werd een werkgroep van de cultuurhistorische stichting de Ouwe Pôlle opgericht en die ging aan de slag met het opknappen. En dan speelde er nog iets. Er dreigde inbreuk te worden gedaan aan de karakteristieke begraafplaatsen doordat steeds meer nieuwe typen grafmonumenten werden geplaatst.
De hulp werd ingeroepen van de stichting Dodenakkers. In 2019 gaf Leon Bok van deze stichting een lezing voor de Ouwe Pôlle. De belangstelling was overweldigend. Het vervolg was het uitbrengen van het boek ‘Begraven op Ameland’, met als ondertitel ‘De geschiedenis van het leven op Ameland verborgen in duizenden namen op de grafstenen’. Van het boek zijn nog enkele exemplaren verkrijgbaar.
Ook de Amelander musea, de gemeente Ameland en Streekwurk waren betrokken bij deze funeraire dag, waarop Leon Bok aanwezig was om te vertellen over zijn werk. In 2006 zijn de kerkhoven op Ameland gerestaureerd. Daarbij zijn veel stenen gezwart, dat willen zeggen dat de letters zijn voorzien van een nieuwe verflaag. Dat komt de leesbaarheid vanzelfsprekend ten goede, maar kan ten koste gaan van de authenticiteit. Als het aan Bok ligt blijven bepaalde stenen onleesbaar en wordt er een foto met verklarende tekst naast geplaatst.
Wat moet je wel en wat moet je niet doen? In elk geval niet afschuren. Reinigen met de hogedrukspuit is eveneens uit den boze. Azijn is eveneens funest voor de stenen. Beter is om water en algendoder te gebruiken. Wees ook voorzichtig met lijm. Het lijmt wel, maar sluit ook af, waardoor de breuk nog erger wordt.
Marc de Groot van De Groot Vuursteen kan dat beamen. Hij heeft van het bewerken van grafstenen zijn beroep gemaakt. De goedkope lijm is meestal niet zo geschikt. Enkele dotjes lijm volstaan, dus niet helemaal volsmeren.
Na zijn uitleg mochten de aanwezigen zelf aan de slag. Eerst werden de letters schoon gemaakt van een vlakke steen. Dat gebeurt met water en… sepia. Jawel, die witte rugschilden van zeekatten (een soort inktvis) die je gewoon op het strand kunt vinden. Daarna konden de aanwezigen zich uitleven op het zwarten. Met een simpele kurk van een fles werd de zwarte verf op de letters aangebracht.
En dan waren er natuurlijk de verhalen. De toehoorders hingen aan de lippen van Pieter Jan Borsch, Gerlof Molenaar en Jaap Kooiker. Pieter Jan Borsch trapte af op de algemene begraafplaats rondom de statige Magnuskerk in Hollum. Vroeger was de dodenakker eigendom van de kerk, nu van de gemeente. Natuurlijk kon hij niet om de vele graven heen van Amelanders die zich verdienstelijk hebben gemaakt in de walvisvaart en de koopvaardij. Hij gaf uitleg over de afbeeldingen op de stèles (dit zijn de rechtopstaande stenen, zerken zijn de liggende). Op de stenen van de commandeurs staat vanzelfsprekend een schip, op die van de vrouw een huis. Hoe kan het dan dat op enkele stenen een Amsterdams grachtenpand staat afgebeeld? Simpel, de steen was in Amsterdam gehouwen en de maker had nog nooit een Amelands huis gezien!
In Hollum staan simpele stenen van personen die veel hebben betekend. Zo valt aan de steen van Cornelis Pieter Sorgdrager niets bijzonders te zien, hij was wel de schrijver van de dagboeken waarin de periode op Ameland van 1779 tot 1826, dus met de Franse Revolutie, tot in detail wordt beschreven. Wist u dat op Ameland een gekkenhuis heeft gestaan? Daaraan herinnert de steen van Tjalling de Rotte. Net als de meeste andere bewoners kwam hij van de vastewal en verbleef hij in het krankzinnigengesticht in Hollum.
Cornelis Manje (1873-1963) kon worden bestempeld als de dorpshistoricus. Hij schreef alles over, dus als je dacht een origineel werk van commandeur Hidde Dirks Kat in bezit te hebben dan was het in werkelijkheid van Manje. Over Hidde Dirks Kat gesproken, zo rondborstig als hij staat afgebeeld bij zorgcentrum De Stelp, zou eenvoudig is zijn steen, met als enige tekst ‘HD Kat’.
In Ballum hield Pieter Jan Borsch halt bij de steen van Dirk Ruijgh, die wel de burgemeester van Ballum werd genoemd. Hij toog in 1934 naar Den Haag voor het behoud van de school in zijn dorp. Nu staat het voortbestaan van de school andermaal op de tocht.
Het pronkstuk van de Ballumer begraafplaats is vanzelfsprekend de metersgrote zerk van de familie Van Cammingha. Er zijn dan ook zeker elf personen begraven onder de steen die ligt op de plek waar vroeger de slotkapel stond. Het is nog steeds een raadsel hoe de grootste zerk van Nederland ooit op zijn plaats is gebracht.
Gerlof Molenaar is de eilander oorlogshistoricus en hij leidde het gezelschap rond langs de oorlogsgraven op de algemene begraafplaats in Nes. Tussen de Engelsen, Duitsers, Fransen, Amerikanen en Polen ligt één Nederlander, Antonius van Gorp. Hij zat op het schip dat bij Duinkerken werd getroffen door een bommenwerper. Zijn lichaam spoelde aan op Ameland.
Opmerkelijk zijn de trommels bij de graven van de gebroeders De Boer, die in 1922 overleden. Het zijn de enige overgebleven trommels op Ameland, waarin bloemen werden bewaard.
Helemaal achteraan op het kerkhof liggen de zerken van Hendrik Lammerdts Kooiker en zijn vrouw Grietje Paulus Slot. De steen van Hendrik is voorzien van een huismerk.
Wie mocht denken dat op de algemene begraafplaats geen katholieken liggen vergist zich. Voordat de katholieken hun eigen kerkhof kregen vonden alle inwoners van Nes en Buren hun laatste rustplaats op de algemene begraafplaats.
Het eerste katholieke kerkhof aan de westkant van het dorp is in 1847 aangelegd. In 1914 is bij de Clemenskerk de huidige begraafplaats in gebruik genomen. Parochianen hielpen bij het ophogen van de grond met zand uit de naburige duinen. Andries Metz schijnt bij de aanleg gekscherend zich te hebben afgevraagd wie er als eerste zou komen te liggen. Uiteindelijk bleek hij dat zelf te zijn.
De eerste funeraire dag mag als geslaagd worden beschouwd, en krijgt mogelijk een vervolg. Wat zeker een vervolg krijgt is de werkgroep die de grafstenen onderhoudt. Wie mee wil helpen met het schonen van de stenen kan zich melden bij Pieter Jan Borsch.