De familie Kossen
De familie Kossen heeft haar wortels in West Friesland en woonde oorspronkelijk rond Akersloot. De vader van onze overgrootvader Adolf was echter korenmolenaar in de Rijp en is later verhuisd naar de Wieringerwaard. Zijn naam was mogelijk Simon Johannes of Johannes Simon. Zijn vrouw heette Grietje Schrieken, en daar is dus de naam van onze moeder dus van afkomstig.
Adolf Johan Kossen is geboren in Wieringerwaard tussen 1850-1855 en overleed op Ameland in 1926 of 1924. Tjitske Kossen-de Vries is rond 1860 in Hollum geboren en overleed in 1932. Ik weet niet hoeveel kinderen ze hebben gehad maar het zullen er zeker meer zijn geweest. Dit blijkt uit de naamgeving van hun kleinkinderen bij Adolf en Tjitske. Adolf Johan Kossen was zeeman en heeft Tjitske waarschijnlijk ontmoet in Amsterdam, omdat zij daar een dienstje had. Na hun huwelijk zijn ze in Amsterdam blijven wonen, van waaruit hij voer en zij een kroeg runde en een zogenaamd slaaphuis had, dat wil zeggen dat ze onderdak bood aan zeelieden die meestal van het eiland Ameland afkomstig waren. Tjitske was nog aanwezig bij de opening van het nieuwe badhuis in 1932 en is kort daarna overleden. Ik meen dat oma mij eens heeft verteld dat ze bij de opening van het badhuis was en door iemand van de familie naar huis is gebracht en dat ze haar daar toen de volgende dag dood hebben gevonden, maar dat weet ik niet zeker meer. Tjitske de Vries was een dochter van Abraham de Vries en Engeltje Borsch. Ze had natuurlijk ook broers en zusters, waarvan ik er enkele weet, maar niet allemaal. Er was een broer Eeuwe en een broer Lolke en nog Jacob. Eeuwe was de vader van de ons wel bekende Eeuwe of Ieuwe Trijn.
Badhuis van de familie Kossen
Na de grote zeevaartcrisis van eind jaren negentig van de negentiende eeuw zijn ze naar Ameland verhuisd, omdat het daar goedkoper wonen was, en hebben het huis wat nu Ahab heet, in 1893 voor 1500 gulden gekocht. Ouwe Dolf kon geen emplooi meer vinden als zeeman en moest met een klein pensioentje, (dat dan weer wel) op de loggers gaan varen, dat heeft hij gedaan tot 1914 of 1915. Na dat jaar tot 1919 stopte het vissen op haring voor heel Ameland. Daarna is het nooit meer geworden wat het was met de gang van Amelander zeelui naar de Haringvangst.
De laatste tweekinderen van Dolf en Tjits Kossen, Engeltje en Simon, zijn niet in Amsterdam geboren, maar op Ameland, nadat Adolf Kossen was teruggekeerd van een 9-jarig verblijf in Zuid Afrika, waar hij meewerkte aan het aanleggen van de Transvaallijn. Ook onze andere overgrootvader (Jan Dirks Bakker) moest na de voornoemde zeevaartcrisis naar de haringteelt en ze zullen elkaar vast wel in Lerwick of anders in Vlaardingen hebben ontmoet. In ieder geval waren ouwe Dolf en Jan Dirks Bakker wel bekend bij de Amelander haringvissers.
Familie Kossen 1943: Neeke Kossen-Bakker, Jan Kossen, Grietje Kossen en Abraham Kossen
Door Bram Herder & Ria Evers-Dokter