De viool van Sippe Theunis - Anne de Jong
Anthonius Sipkes de Jong werd geboren 18 februari 1836 in Buren en overleed bijna 90 jaar later op 15 januari 1926 te Nes, in het huis wat nu
bekend is als café, restaurant De Klimop (op bovenste foto het rechter huis). Hij was de jongste zoon van Sipke Gerbens de Jong en Trientje Douwes Metz. Sippe Theunis werd hij in de volksmond genoemd. Bij het overlijden van zijn vader was er onder de 10 erfgenamen ruim 50.000,- gulden te vererven. Een woonhuis kostte toen ongeveer 950,- gulden. Dit kapitaal zat in vele onroerende goederen zoals een vijftal huizen, 2 pakhuizen, vele percelen grond, grazingen in de algemene weide en vorderingen op diverse mensen. Bij zijn moeders overlijden in 1883 erfde hij het huis De Klimop en een levenslange jaarlijkse som geld van 100,- gulden. Hij heeft zijn leven lang kunnen leven van het kapitaal dat is nagelaten is door zijn ouders. Hij is altijd vrijgezel gebleven. Toen zijn moeder overleed woonde ook de weduwe Trijntje Gerrits Spoelstra (zie foto links), van zijn jong gestorven broer Gerben, nog in het huis van zijn moeder. Het huis waar hij woonde had destijds een voorname uitstraling met een tuingaard en een lange gang, waaraan de woonvertrekken lagen. Sippe Theunis was een godsdienstige man waarvan nog enkele Godsvruchtige bijbelplaatjes met zijn naam erop bewaard zijn gebleven. Hij was organist in de oude katholieke kerk aan de Ballumerweg. Zijn kleine huisorgeltje is tot voor kort bewaard gebleven en door familieleden bespeeld. Toen hij inmiddels oud en bejaard was zat hij altijd in de tweede bank van voren in de kerk. Op zijn hoofd droeg hij een pruikje. Hij had een “daagse pruuk”en een “zondagse pruuk”, verteld de overlevering. Dagelijks liep hij een rondje rond het dorp Nes. Hoewel hij zeer slecht ziend was kon hij met de stok in de hand toch redelijk zijn pad volgen. Totdat Jochem Donker hem een keer een streek uithaalde. Die spande een visnet over het pad waarlangs Sippe Theunis dagelijks liep. De oude man raakte verward in het net en kon er met moeite uitkomen. Waar dit verhaal over gaat is de viool van Sippe Theunis. Hij had een viool waar verder niet van bekend is hoe hij er aan kwam en of hij ook voordrachten gaf maar wel wat er later met de viool gebeurde. Redelijkerwijs mag je veronderstellen dat Sippe Theunis die viool al voor 1880 in zijn bezit had.
De viool van Sippe Theunis (foto: Anne de Jong)
Toen Gerben Sipkes de Jong, geboren 25-10-1873 (Antje Gerben in de volksmond) in maart 1913 TBC kreeg, veranderde dat zijn hele bestaan. Zijn vader en grootvader waren ook aan TBC overleden. Van dokter Deelken, kreeg hij een levenswijze opgelegd die hem waarschijnlijk het leven redde. Hij moest in een koude, frisse omgeving verblijven en daarom leefde Antje Gerben bijna 5 jaar in een tent, zomer en winter. Daarna werd er een stuk aan het huis gebouwd waar hij verbleef. Een schuurtje met een plat dak. Hard werken was uit den boze. Op de foto rechts staat hij bij de voordeur van zijn boerderij aan de Willibrordusstraat in Buren.
In die tijd deed Sippe Theunis zijn viool over aan Antje Gerben, een kleinzoon van zijn oudere broer Gerben. Antje Gerben had tijd om zichzelf enigszins het vioolspelen machtig te maken. Antje Gerben was getrouwd met Catharina Boelens en ze hadden 4 kinderen. Cyprianus, Jeanetta, Anne en Tjet. Cyprianus (Sip van de klei) trouwde later met Johanna Molenaar en zij kregen 14 kinderen, Jeanetta trouwde met Gerardus Kienstra, Anne (mijn grootvader) trouwde met Catharina Metz ('Antke Trien') en Tjet bleef vrijgezel en bereikte de leeftijd van 103 jaar en overleed in 2014.
Antje Gerben was een gezellige man en had graag de vele kleinkinderen om zich heen. Met Sundeklaas en met de kerstdagen ging hij vaak met de kleinkinderen door Buren bij familie en bekenden langs om samen met de kinderen liederen te zingen die hij ondersteunde met de viool. Mijn moeder wist dat nog levendig te herinneren. Als er een feestje in de familie was, werd vaak de viool uit de kast gepakt. Hoe dat er aan toe ging weten zijn kleinkinderen, de jongste is inmiddels ook al gepensioneerd, nog hilarisch te vertellen. De kleinkinderen zaten rondom hem in het kleine kamertje met de rug tegen het bedschot. Opa telde af: 1,2,3 .... en hij maakte lange halen met de strijkstok over de snaren van de viool zoals een schaatser lange streken maakt over het ijs. Dan was het "ho,ho ho...dut klinkt fals, ik moet eest de snaren infètte." Dan kwam er een potje met snarenvet, wat hij eens op strand had gevonden, waarmee de snaren werden ingevet. Dan: "nog een keer jongens", Zie ginds komt de stoomboot.... Het hardst lachte Antje Gerben zelf om het plezier van zijn kleinkinderen. Toen Antje Gerben in 1972 in zijn honderdste levensjaar overleed ging de viool naar zijn dochter Tjet. Zij vererfde de viool aan Gerben Kienstra, de kleinzoon van Antje Gerben. Wat opvalt is dat bezitters van deze viool allemaal stok-oud worden. Of die viool magische krachten heeft?
Links de Duitse viool, een copy van een Stradivarius 1736. Op de rechter foto zien we Gerben de Jong.
Antje Gerben had nog een viool. Deze kreeg hij in 1945 in zijn bezit. In het gemeentehuis was een viool achtergebleven van de Duitse bezetter. Alle Duitse bezittingen waren geconfisqueerd, waaronder deze Duitse viool. De toenmalige burgemeester Walda meende, dat die viool maar naar Antje Gerben moest. Antje Gerben heeft bepaald dat na zijn dood deze viool naar zijn kleinzoon Gerben in Australië zou moeten. Hij had gehoord dat de kinderen in Australië zeer muzikaal waren. Toen opa overleed in 1972 is de viool verhuisd naar zijn zoon Sip in de Noordoostpolder. Toen die in 1978 naar zijn zoon Gerben in Australië op vakantie ging moest de viool mee. Sip had echter 14 kinderen en hij wilde niet dat er mot in de familie kwam over wie nu de viool moest krijgen. Daarom verzweeg hij zijn plan om de viool mee naar Australië te nemen. De vioolkist paste echter niet in de koffer. Sip liet zich niet uit het veld slaan en ging met de kist naar de schuur en zaagde er een hoek af. Nu paste hij wel en samen met de afgezaagde punt arriveerde hij in Melbourne. Daar kwam de viool in de afgezaagde vioolkist uit de koffer. “Alsjeblieft de viool van grootvader en lijm de kist maar weer aan elkaar.” Gerben de Jong, reeds 50 jaar wonend in Melbourne, liet de viool restaureren en kocht er een nieuwe kist bij. Nu is de oudste zoon van Gerben, Lucas de Jong, operazanger, met een vioolstudie bezig. Een achter-kleinkind van Antje Gerben. Uit onderzoek is gebleken dat de viool aan de binnenkant een notitie heeft met daarop copy type Stradivarius 1736.
De Duitse viool. Nu in Melbourne. Duidelijk is te zien waar Sip van de klei de zaag in de vioolkist zette.
Met dank aan Anne de Jong