De zinkende zeppelin van 1916. Hoe luchtschip L19 in zee belandde
05-04-2016 09:41
Door Dirk J. Tang
Halverwege de Eerste Wereldoorlog maakt zeppelin L19 een noodlanding op de Noordzee. Wat is de Duitse commandant Ode Loewe overkomen? En hoe vergaat het hem en zijn bemanning? De geschiedenis van een gezonken luchtschip.
Op 4 augustus 1914 vallen Duitse troepen in de buurt van de stad Luik België binnen. Het is het begin van de Eerste Wereldoorlog. De Duitsers willen snel door het land marcheren om daarna de Franse en Britse legers in Noord-Frankrijk aan te vallen. Ze verwachten niet veel tegenstand te krijgen van het kleine België, maar daarin worden ze teleurgesteld. Het lukt de Duitsers niet om langs de forten bij Luik te komen. Het Duitse opperbevel besluit om naast zware kanonnen een nieuw wapen in te zetten: terreur tegen de burgerbevolking. Op 6 augustus wordt vanaf Keulen een luchtschip gestuurd om Luik te bombarderen. De zeppelin werpt dertien bommen af, waardoor negen burgers om het leven komen. Het is voor het eerst in de geschiedenis van de oorlogsvoering dat burgers vanuit de lucht worden gebombardeerd. Daar blijft het niet bij. Later zal ook de burgerbevolking van steden in Groot-Brittannië en Frankrijk door luchtaanvallen worden getroffen.
De Britse auteur H.G. Wells (1866-1946) schrijft aan het eind van de 19de eeuw verschillende boeken die een beeld van de toekomst geven. Wells kan, samen met de Fransman Jules Verne, worden beschouwd als de grondlegger van het sciencefictiongenre. Zijn bekendste boek is zonder twijfel The War of the Worlds, dat in 1898 verschijnt. Het vertelt hoe het de aarde vergaat wanneer hier vreemde ruimteschepen vanaf Mars landen. Een kleine 10 jaar later, in 1908, publiceert Wells The War in the Air, waarin hij een toekomstige internationale oorlog beschrijft. Naast de traditionele land- en zeemachten wordt bij de gevechten volop gebruikgemaakt van vliegtuigen, ballonnen en luchtschepen. Dat zal voor de meeste lezers een volstrekt onbegrijpelijke voorstelling van zaken zijn geweest. Weer een decennium later, in 1918, is dat beeld gekanteld. Tijdens de Eerste Wereldoorlog wordt de fantasie van Wells werkelijkheid.
Effectief
In de niet-literaire wereld wordt eveneens nagedacht over toekomstige oorlogsvoering. Britse, Franse en Duitse militaire strategen en ontwerpers breken zich het hoofd over de vraag hoe een vijand vanuit de lucht kan worden aangevallen. In Duitsland speelt graaf Ferdinand Adolf Heinrich August von Zeppelin (1838-1917) hierbij een belangrijke rol. Als militair had hij tijdens de Frans-Duitse Oorlog van 1870-1871 gezien hoe het Franse leger niet-bestuurbare ballonnen gebruikte om het Duitse leger te verkennen. Het bleek een effectief wapen. Zeppelin bouwt vanaf 1891 aan een bestuurbaar luchtschip dat gebruikt kan worden om mensen en vracht te vervoeren en om eventueel een vijand te kunnen waarnemen. Het resultaat is het bekende sigaarvormige, lichter dan lucht en met waterstof gevulde luchtschip. Zeppelin is niet de enige ontwerper en producent op dit gebied. Prall, Schütte-Lanz en andere bedrijven slaan ook aan het experimenteren met bestuurbare luchtschepen, maar ze kunnen slechts beperkt concurreren met Zeppelin. Geen wonder dat hij de naamgever wordt van dit type luchtschip.
Uit koers
Pionier Zeppelin kreeg ook te maken met tegenslagen. Tussen 1900 en 1908 storten door verschillende oorzaken regelmatig luchtschepen neer. De Duitse legerleiding had aanvankelijk dan ook weinig vertrouwen in de nieuwe vinding. Na het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog breidt het aantal Duitse luchtschepen echter snel uit. Het Duitse opperbevel zet ze vanaf 1915 onder andere in om Groot-Brittannië met bommen aan te vallen. De feitelijke schade van deze bombardementen op militaire installaties en burgerdoelen is in het algemeen gering. Er vallen echter wel degelijk burgerdoden. Het Dagblad van het Noorden meldt op 14 september 1915 dat W. Stolz, een Nederlander die in Londen werkzaam was, door een Duitse bom is omgekomen: ‘Hij nam afscheid van zijn meisje en wilde in de tram stappen, toen een bom viel en hij onmiddellijk gedood werd. Zijn meisje bleef ongedeerd’.
De meeste Duitse zeppelinbases bevinden zich in Noord-Duitsland. Op hun tocht naar de Britse doelen raken de aanvallers regelmatig door slechte weersomstandigheden of (motor)schade uit koers en dan komen ze in het Nederlandse luchtruim terecht. De Nederlandse verdediging staat machteloos: er is geen effectieve luchtmacht en er zijn geen geschikte luchtafweerkanonnen beschikbaar om de hoog vliegende luchtschepen te verdrijven of neer te schieten. Nederlandse kranten maken regelmatig melding van de frustratie die dat oplevert.
Buitenkans
Begin 1916 is er ander nieuws te melden. ‘Nog beter nieuws!’ zelfs, aldus de kop die het Nieuws van den Dag voor Nederlandsch-Indië gebruikt in zijn editie van 5 februari 1916. Het bijbehorende bericht beschrijft de gebeurtenissen die zich op 1 februari 1916 boven het Waddeneiland Ameland hebben afgespeeld: ‘Het doet ons vaderlandslievend hart goed te vernemen, dat Nederlandsche soldaten ook raak kunnen schieten’. Het is een kort bericht dat aan de andere kant van de wereld verschijnt. Men weet nog niet precies te melden wat er gebeurd is, maar het enkele feit dat er een zeppelin boven het neutrale Ameland is neergeschoten door de Nederlandse verdediging stemt duidelijk tot tevredenheid. Wat was er feitelijk gebeurd? Zeppelin L19 is een van de negen luchtschepen die op 31 januari 1916 rond het middaguur opstijgen om Engeland aan te vallen. Onderweg boven de Noordzee is het slecht weer. In de buurt van de Engelse kust wordt het zicht mede door de duisternis nog slechter. Marineofficier Ode Loewe is commandant van de L19 en heeft de opdracht Liverpool te bombarderen. Door motorproblemen lukt het niet om deze havenstad te bereiken. Hij ziet zich gedwongen zijn bommen op legenheidsdoelen af te werpen, net zoals de andere luchtschepen uit het eskader doen.
In de snijdende kou, nat en ellendig, schrijft Loewe dit op
Een aantal willekeurige kleine en middelgrote Engelse steden wordt getroffen. Na het bombardement meldt Loewe via de radio zijn positie en hij begint aan de terugkeer in oostelijke richting. De volgende dag, 1 februari, vliegt de nog altijd met onwillige motoren kampende L19 laag over Ameland. Het is een buitenkans voor Nederlandse militairen. Zij openen dadelijk het vuur op het luchtschip en zien dat het dit keer geraakt wordt.
Het bericht uit 'Nieuws van den Dag voor Nederlandsch-Indië' van 5 februari 1916.
Overboord
Loewe geeft het bevel van koers te veranderen. De zeppelin draait van Ameland weg en verdwijnt, terwijl hij hoogte verliest, over zee uit het zicht van de schutters. Zij nemen aan dat het luchtschip is neergestort. De snel uitgevaren reddingsboot van Ameland kan de Duitser niet vinden, maar, zo zal blijken, neergestort is de zeppelin nog niet. De L19 is mede door de Nederlandse treffers wel in grote problemen geraakt. De radioverbinding met de thuisbasis is nu definitief uitgevallen, er lekt gas uit de gascellen, de motoren werken niet meer en bovendien drijft de oostenwind het kreupele luchtschip steeds verder de zee op. Er zit niets anders op dan de zeppelin lichter te maken door zoveel mogelijk ballast en niet-noodzakelijke voorwerpen en onderdelen overboord te gooien. Het is niet voldoende. In de vroege ochtend van 2 februari maakt het luchtschip een noodlanding in de koude Noordzee. Loewe klimt samen met vijftien bemanningsleden boven op het langzaam zinkende gevaarte en wacht de gebeurtenissen af.
Schande
Een paar uur later worden de Duitsers opgemerkt door een Britse trawler. Loewe maakt kenbaar dat hij zich met zijn bemanning wil overgeven, maar de schipper van het vissersschip voelt daar niets voor. Later zal hij verklaren dat hij daar twee redenen voor had. De eerste is dat hij op dat moment in verboden wateren vist en niet het risico wil lopen dat dit bekend wordt bij de autoriteiten. Verder is hij bang om door de Duitsers overmeesterd te worden. De trawler heeft negen bemanningsleden, die geen partij zijn voor zestien Duitse militairen. De mannen varen dan ook weg van het wrak, maar beloven nog wel om de autoriteiten te waarschuwen. Dat gebeurt echter pas de volgende dag. In de snijdende kou, nat en ellendig, schrijft Loewe zijn bevindingen op. Hij beschrijft ook de weigering van de vissers om hem te redden. Samen met enkele persoonlijke berichten van hemzelf en andere bemanningsleden stopt hij zijn rapport in flessen, die daarna in zee worden geworpen. Wanneer de Britse marine op zoek gaat naar het wrak, slaagt men er niet in om ook maar iets te vinden. De conclusie is simpel: de zeppelin L19 is met man en muis vergaan. Het verhaal krijgt nog een merkwaardig slot. Maanden later spoelen op verschillende plaatsen in Noord-Europa flessen aan. Dat blijken de flessen te zijn die door Loewe en zijn mannen in zee waren gegooid. Wanneer de inhoud bekend wordt, vormt die koren op de molen van de Duitse propagandamachine. Die spreekt er schande van dat zeelieden in nood aan hun lot zijn overgelaten. In Engeland klinken geheel andere geluiden. Daar vinden vele opinieleiders het volkomen terecht dat deze ‘babykillers’ ellendig aan hun einde zijn gekomen.
Duitse L19-herinneringspenning door Karl Goetz. Keerzijde: 'Vervloek de Britten op zee vervloek hun slechte geweten / hulpbehoevende
schipbreukelingen hebben ten onder moeten gaan / 2-2-1916'.
Uit: Vind, Geschiedenis, archeologie, kunst en antiek, nmr. 21 voorjaar 2016 www.vindmagazi ne.nl
OPROEP: We zijn benieuwd wat de Amelanders in 1916 van de gezonken zeppelin L19 hebben meekregen. Heeft u vroeger verhalen over de zeppelin gehoord? Of heeft u foto's, krantenartikelen of andere informatie? Dan komen wij graag met u in contact! Stuur een mail naar info@amelanderhistorie.nl |