Een eigen wolmachine voor Ameland
De droom van Yvonne Spoelstra en Diana Edes is werkelijkheid geworden: Ameland heeft zijn eigen wolmachine. Vrijdag 19 november werd het gevaarte op een vrachtwagen van Ridder & De Vries van Roden in Drenthe naar het landbouw-juttersmuseum Swartwoude op het eiland vervoerd.
De machine wordt eerst in een loods opgeslagen en daarna opgebouwd in het museumgebouw. De bedoeling is dat daar voor het hoogseizoen van 2022 de eerste wol van Amelander schapen kan worden geproduceerd.
Daarmee wordt volledig voldaan aan de eisen voor een Amelander Product, namelijk dat het product van het begin tot het eind op Ameland wordt gemaakt.
Tot nu toe gingen Yvonne en Diana met hun wol naar Duitsland om het daar te laten verwerken. Bij die fabriek heerst topdrukte en de Amelanders moesten lang wachten voordat de wol terug kwam. Wat zou het niet mooi zijn om dit proces dichter bij huis te kunnen laten uitvoeren, dachten beide dames. Ze gingen op zoek en ontdekten wolmachines in Italië en Canada. Door de corona kwam het er niet van om ze met eigen ogen te bekijken. De situatie nam een wending toen ze in contact kwamen met de eigenaren van een machine in Roden. Die gaven te kennen de machine te willen verkopen. Spoelstra en Edes waren aangenaam verrast met het aanbod, maar ook geschrokken: “Voor twee huisvrouwen was dit een hele grote stap”, vertelt Spoelstra, die zich realiseerde dat zij het samen niet zouden kunnen financieren. Daarom klopte ze aan bij William Beijaard, de kersverse directeur van de STAM (Stichting Amelander Musea). William was meteen enthousiast en ging op zoek naar subsidieverstrekkers. Die vond hij in de vorm van de provincie Fryslân (€75.000), het Waddenfonds (€50.000) en de gemeente Ameland (€15.000).
Gebiedscoördinator Durk Holwerda van het Iepen Mienskipfûns kwam naar Ameland om de bijdrage van de provincie te overhandigen, maar hij had nog een presentje meegebracht. Omdat het idee van de wolmachine als beste aanvraag werd bestempeld mocht wethouder Piet IJnsen een extra bedrag van €2028 overhandigen aan directeur Beijaard.
IJnsen prees de aanschaf als een mooi initiatief, Holwerda was het helemaal met hem eens: “Ik ben er trots op dat dit soort projecten, ontstaan uit de wortels van het eiland, hier worden gerealiseerd.”
Met al deze bijdragen is de machine bekostigd, nu moet het landbouwmuseum geschikt worden gemaakt voor plaatsing voor de machine, die vanwege zijn imposante omvang al werd bestempeld als ‘een hele fabriek’. Beijaard liet doorschemeren dat de ruimte voor de wisselexposities bij de productieruimte wordt getrokken. Verder denkt hij aan een balustrade zodat van bovenaf het geheel kan worden bewonderd. Tevens zal de temperatuurvoorziening moeten worden aangepast. Het gebouw wordt geïsoleerd en krijgt vloerverwarming.
Voor Spoelstra voelt het als of ze haar paradepaardje weggeeft als de productie van de huiskamer naar het museum wordt verplaatst, rouwig is ze er allerminst om: “Er zijn nog maar weinig wolmachines, ik ben blij dat er nu een op Ameland is. Als we niet uitkijken is het ambacht straks weg, nu kunnen we de productie van puur wol behouden.”
Spoelstra blijft als vrijwilligster werkzaam, Edes komt bij de STAM in dienst. Samen verzorgen ze sinds afgelopen zomer workshops voor de jeugd. “De jeugd was enthousiast en zelfs de moeders waren enthousiast, wellicht gaan we ook workshops voor volwassenen houden.”
De Amelander wol gaat in eerste instantie vanuit Swartwoude verkocht worden. Als het een succes wordt kan de verkoop worden uitgebreid. Spoelstra heeft daar alle vertrouwen in: “Er is belangstelling genoeg.” Beijaard is het daar helemaal mee eens: “Je bent wel wat meer kwijt , maar dan heb je echte wol.”
Voor de wolmachine tonen Piet IJnsen en William Beijaard de cheque met het bedrag van de extra prijs. Durk Holwerda en Yvonne Spoelstra kijken tevreden toe. Diana Edes was verhinderd. Foto Koos Molenaar