Gedichten uit poëziealbum van Anne J. Geerling (1853-1910)
Anne Jeannette Geerling (1853-1910) was geboren te Urk als dochter van de geneesheer Arrien Maximiliaan Geerling en Anna van Elk. Vader Arrien M. Geerling schijnt een periode als geneesheer op Ameland gewerkt te hebben, hoewel daar geen gegevens van bekend zijn. Jeanette Geerling trouwde op 29 april 1881 met Jan Albert van Iddekinge Hofkamp (1854-1918) met wie zij twee kinderen kreeg. Niet lang na hun huwelijk gingen ze in Nijmegen wonen waar hun kinderen werden geboren. Daar was Jan Albert van Iddekinge Hofkamp o.a. kassier voor de boerenleenbank.
Trouwkaart van Jan Albert van Iddekinge Hofkamp en Anne Jeanette Geerling uit 1881.
Zoals gebruikelijk in die tijd had Jeannette Geerling een poëziealbum (zie foto rechts) waarin vrienden, familie en bekenden schreven. In augustus 1879 schreef een onbekende schrijver het volgende gedicht in haar poëziealbum. Het gedicht is ondertekend met een onleesbare naam. Kunt u de naam van de afbeelding lezen? En wat vindt u van het gedicht?
Bloem en Zon
De zon beschijnt den hof,
de bloem ontvouwt zein kelk vol kleuren,
en wordt een wasem bron vol geuren,
dier gouden stralen bron het hof
En als het schoon gelaat,
der zon met wolken is vertogen,
Wijst toch nog de open bloem te hoogen,
Als weet zij, dat de zon er staat.
Zoo moet zich ons gemoed,
in dank ontfluiten, voor den Heere,
En om zich spreiden, Hem ter eere,
Wat rein en lieflijk is en goed.
En als voor ons gezicht,
Een wolk zich schrift van haad en zorgen,
en `t is of god zich heeft verborgen,
Toch blijft ons hart op Hem gericht!
Nes op Ameland 15 augustus 1879
Uwe liefh.
Sophia van Holst Pellekaan
Klik rechtsonder om het gedicht te vergroten.
In datzelfde poëziealbum bleek ook een gedicht van barones Jacoba Crommelin van Heeckeren van 10 januari 1881 te staan. We hebben dit gedicht getranscribeerd maar helaas zijn de cursieve woorden niet goed leesbaar. De barones Van Heeckeren schreef het volgende gedicht:
Lijden
Konden menschen lippen spreken
Want soms in menschen hart gevoelt
Kunnen stromen voor doen lieken
Dienen harten zou het breeken
die nooit meelij had door woeld.
O daar zijn op aarde smarten
Die geen land nog klank beschrijft
Die zelfs liefdes blikken tarten
En vier doorn in 't diepst des harten
voor elk oog verborgen blijft.
Maar één is er die de wonden
Door dien door gewrocht aanschouwt
Bij wien laafnis wordt gevonden
Stervling in die lijdens stonden
Wie aan hem, aan hem vertrouwt
Hij behoeft geen klank onheren(?)
Aan het diepste diep van 't hart
In dat harte kan hij leren
Zijne liefde sal genezen
Zelfs in 't folhemd wee der smart.
In herinnering aan uwe liefhebbende Jacoba
Nes op Ameland
10 januari 1881
Baronesse van Heeckeren.
Klik rechtsonder om het gedicht te vergroten.