...zo heette het artikel uit De Nieuwe Amelander van een tijdje geleden.

Gerda Twickler-Metz beschrijft in dit artikel de toestand van dit kerkhof en vertelt iets over de, helaas, te weinig overgebleven grafstenen. In dit eerste artikel sta ik ook stil bij de steen die u hier naast ziet.

We hebben het hier over OEKE TJEERDS METZ en GERBENTJE KIEWIET. Oeke, zoon van Tjeerd Dirks Metz en Doeke Dirks Zwart, werd geboren in 1797. Hij overleed op 4 maart 1892, op 94 jarige leeftijd. Gerbentje werd geboren in 1804 en overleed, op 58 jarige leeftijd, op 19 juli 1863. Zij trouwden op 29 december 1831.

Ze hadden 4 zoons (Tjeerd, Dirk, Teunis en Andries), waarvan 2 getrouwd. Tjeerd heeft alleen nog vrouwelijke nakomelingen, maar Andries heeft een groot nageslacht (waartoe ik ook behoor) en waarin ook nu nog de naam Oeke voorkomt. Andries werd trouwens vernoemd naar de broer van Gerbentje, die jong op zee verdronk. Dirk overleed al vrij jong, op 23 jarige leeftijd. De ongehuwde Teunis is 83 jaar oud geworden.

Naast de 4 zoons hadden ze ook nog 5 dochters (Grietje, Doortje, Tjitske, Johanna en Trijntje). Doortje trouwde, in 1861, eerst met Paulus Brouwer. Paulus verdronk ruim 2 jaar na hun huwelijk, terwijl Doortje juist bevallen was van hun zoon Petrus. Doortje trouwde in 1871 opnieuw met Douwe Molenaar. Een maand nadat hun dochter Jantje was geboren, verdronk ook Douwe op zee. Beide kinderen van Doortje hebben dus nooit hun vader gekend.

Grietje trouwde met Jacob de Boer, Tjitske met Jan Boelens, Johanna met Petrus Former en Trijnte met Sipke Gerbens de Jong.

Tot zover de levensbeschrijving van deze steen...........(MB)