Honderdjarige redde ruim tachtig mensenlevens
Op 17 november 1934 vierde Jaap de Vries uit Hollum zijn honderdste verjaardag. Jacob Eeuwes de Vries was oud-roeier van de Noord- en Zuid-Hollandsche Reddingmaatschappij. Hij heeft gedurende vele jaren, toen schipbreuken op de kust van Ameland in het slechte jaargetijde geregeld voorkwamen, moeilijke en gevaarvolle tochten met succes meegemaakt. Vlak voor zijn verjaardag kreeg hij bezoek van de correspondent van de Leeuwarder Courant. Die trof een ‘krassen grijsaard’, die in het geheel niet hulpbehoevend was, alleen zijn gezicht werd iets minder. De journalist tekende het volgende verhaal op:
Zijn herinnering ging terug tot zijn zesde jaar. Vanaf dien tijd is er niet veel dat hij u niet zou kunnen vertellen. Hij ziet zich nog als jongen van 6 jaar hout sprokkelen bij den pasgebouwden molen te Hollum. De Vries is achtereenvolgens visscher, schipper en ook arbeider geweest, terwijl hij 28 jaar lang als roeier dienst heeft gedaan op de Hollumer reddingboot. Toen indertijd de reddingmaatschappij tot pensionneering van de oud-gedienden overging, heeft hij het reddingwezen vaarwel moeten zeggen. Bij de vele keeren dat hij mee is uitgevaren heeft hij ongeveer - precies wist de oude baas het aantal niet meer - 80 menschen van den verdrinkingsdood gered. Ettelijke keeren is hij, zooals gezegd, uitgevaren en meermalen waren hier bizonder zware tochten bij. Zoo herinnerde hij zich een tocht die ruim 12 uur heeft geduurd en waarbij men een hevigen strijd met de elementen had te voeren. Een andere maal was men uitgevaren ter redding van drie opvarenden van een aan den grond geloopen Zweedsch schip. Het was barre winter en het vroor dat het kraakte. Toen de reddingboot van het wrak terugkeerde konden de inzittenden in hun geheel bevroren kleeren zich haast niet meer bewegen. ,,We waren ijsmenschen’’, aldus de Vries. De echtgenoote van den ouden baas heeft eveneens een hoogen leeftijd bereikt, n.l. bijna 89 jaar. Na een gelukkig huwelijksleven van ruim 65 jaar overleed zij. Voor den achterblijvende was het toen of het leven zijn kleur had verloren.
Man en vrouw hebben den ongunst der tijden meermalen ondervonden. Hij verdiende vroeger ƒ 6 per week als arbeider en hiervan moest het gezin, man, vrouw en 10 kinderen, rondkomen. Als arbeider heeft de Vries o. a. gewerkt op den oever aan het Wad, die toen met ladingen blauwe steen versterkt werd, terwijl hij op 79-jarigen leeftijd nog in dienst was hij den dijkaanleg bij het veer. Als bizonderheid met betrekking tot de krasheid van den heer de Vries vermelden we nog dat dat hij op 84-jarigen leeftijd op een keer om 2 uur in den nacht naar het strand trok om aangespoeld hout te bergen. Na 10 uren te hebben gezocht, had hij den anderen dag om 12 uur vier vrachten hout naar huis getransporteerd.
Op een vraag betreffende de veranderingen die het eiland in den loop der tijden beeft ondergaan, antwoordde de heer de Vries dat het dorp veel mooier is geworden door de nieuwe huizen en door bestrating die men vroeger niet eens kende. De menschen waren, na zijn meening, vroeger beter en bovenal eenvoudiger. Ten slotte vermelden wij nog, dat op den 17en November een huldiging zal plaats hebben door de reddingmaatschappij, terwijl de eilandbewoners wel niet achter zullen blijven. Toch ziet de oude baas een beetje tegen de drukte op. Hij leidt veel liever zijn rustig dagelijksche leven.
In het midden zien we Jacob (Jaap) Eeuwes de Vries met aan beide kanten zijn familie. Van links naar rechts:
Abram de Vries, Trijntje de Vries-de Vries, Jitske de Vries-Visser, Getje de Vries-Visser, Abram de Vries, Teun Brouwer, Janke de Vries-Wiersma, Jaapje Brouwer-de Vries, Eeuwe de Vries, Jaap de Vries (de jarige), Hessel Helfrich, Eke de Vries-Zwart, Jan de Vries, Maaike Helfrich-de Vries, Sietse de Vries, Eke de Vries-de Jong, Elisabeth de Vries, Jur de Vries, Henderika de Vries-de Vries en Harmen de Vries.
Op de dag van het eeuwfeest was Hollum in feesttooi, het hele dorp vlagde en van alle kanten kwam men de oud-redder gelukwensen. Omstreeks 11 uur complimenteerden het gemeentebestuur en de gemeentesecretaris den jarige. De burgemeester herdacht de vele reddingen die De Vries verricht had. Als een stoffelijk huldeblijk bood de spreker hem namens de gemeente een leuningstoel aan. Hierna sprak de heer de Booy, secretaris van de Noord- en Zuid-Hollandsche Redding-Maatschappij, die namens deze maatschappij den 100-jarige een bloemenhulde aanbood. Spreker memoreerde nog dat men tegenwoordig over betere reddingsmiddelen beschikt dan toen De Vries nog roeier was, wat hij 28 jaar geweest is. Hierna sprak de heer Lithouw, voorzitter van het Dorus Rijkersfonds, die namens genoemd fonds een enveloppe met inhoud overhandigde. Door den burgemeester werd namens het Carnegie-heldenfonds een felicitatie overgebracht. In den namiddag huldigden de beide plaatselijke muziekkorpsen de jarige met feestelijke klanken. De felicitaties kwamen zelfs uit Australië en West-Indië.
De jubilaris wilde op de feestdag zo monter mogelijk zijn. Daags vantevoren had hij tegen zijn dochter gezegd: ,,Ik moet vandaag maar wat langer rusten, want morgenochtend moet ik vroeg op. En als de heeren komen wil ik niet met een slaperig gezicht aan tafel zitten.’’ Na afloop van de feestelijkheden verklaarde de oude baas dat hij erg tegen deze dag had opgezien, maar dat het hem toch wel een beetje meegevallen was. Vermeld dient nog te worden, dat de heer Smedes van Surhuisterveen, exploitant van de radio-centrale op Ameland, den jarige gratis een aansluiting op die centrale heeft aangeboden.
Bron:
- Diverse edities van de Leeuwarder Courant van november 1934
(KM)