Kunstschilder Gerrit Postma (1819-1894) even terug op Ameland

In 1819 is in Nes een groot kunstschilder geboren. Daar heeft Ameland destijds geen weet van gehad, want Gerrit Postma verhuisde al op driejarige leeftijd naar Amsterdam. Hij zou nooit meer voet op zijn geboortegrond zetten.

Gerrit was in zijn tijd een bekend schilder, maar is daarna in de vergetelheid geraakt. Daarin moest verandering komen, vond achterkleindochter Catharina Hubert van Blijenburgh-Ekama. Samen met familielid Nicoline Jacoba Ekama zocht ze de geschiedenis van haar voorvader uit en de wetenswaardigheden werden opgetekend in twee dikke boekwerken, die werden gepresenteerd op haar 97-ste verjaardag.

Wendela van Axel en Joke Mosterman tonen de boeken die Wendela's moeder over Gerrit Postma heeft geschreven

Wendela van Axel en Joke Mosterman tonen de boeken die Wendela's moeder over Gerrit Postma heeft geschreven

Bij die presentatie in 2018 waren Pieter Jan en Tineke Borsch aanwezig, gestoken in de klederdracht die rond de tijd van Gerrit populair was op Ameland. Ze kwamen in contact met de dochter van Catharina, Wendela van Exel en vertelden haar van het voornemen op Ameland om aandacht te besteden aan het leven van Gerrit Postma. Daar wilde Wendela graag bij zijn en zo was zij op vrijdag 26 januari een bijzondere gast op de druk bezochte lezing in De Toel van Joke Mosterman-Van Doorn over de beroemde Amelander. Als eerste nazaat was zij terug op de plek waar Gerrit ter wereld kwam.

Hij werd op 30 mei 1819 geboren als vijfde kind van Grietje Gerrits en Klaas Hendriks. Vader Klaas, die een jaar na Gerrits geboorte stierf, kwam uit de familie van walviscommandeur Marten Jansen. Grietje was een Colmer, tot begin 1900 schippers op de postboot.

De Ponte Molle in Zwitserland.

De Ponte Molle over de Tiber bij Rome.

Na het overlijden van Klaas en twee dochters verkocht Grietje de boerderij en de dieren en verhuisde met haar dochter Sietske en zoons Gerrit en Jasper naar Amsterdam, waar zij vijf jaar later overleed. De twaalfjarige Jasper en de negenjarige Gerrit kwamen terecht in het doopsgezinde weeshuis De Oranjeappel. Gerrit was al jong een minutieus tekenaar. Hij verrichtte als 11-jarige met zijn potlood geschiedschrijving. Zo’n 52 van zijn tekeningen van vooral poortjes en hofjes worden bewaard in het Amsterdams Stadsarchief.

Op zijn zwerftochten door de stad maakte hij tekeningen die ons meer vertellen over de tijd waarin hij leefde. Zoals de tekening van het eerste spoorwegstation, de proefboring naar water op de Nieuwmarkt, de ‘soeploods’ en de Hogesluis.

Joke Mosterman vertelt bij de lezing en toeschouwers luisteren geïnteresseerd naar haar.

Hij stond maar liefst elf jaar (van 1834 tot 1845) ingeschreven als leerling aan de Koninklijke Academie in Amsterdam. Maar ondanks het feit dat hij doopsgezind was, was hij in deze tijd (van 1838 tot 1843) ook in dienst als infanterist van de Nationale Militie. Na zijn dienstplicht leverde Gerrit Postma een belangrijke, maar anonieme bijdrage aan het schilderen van de koninklijke portretten die zijn leermeester Kruseman maakte: de staatsieportretten na de kroning van Koning Willem ll (7 oktober 1840). Zo schilderde Postma de hermelijnen mantel. Dit vanwege zijn talent voor het schilderen van stoffen, waarin hij later zou uitmunten.

Entree van Malling Abbey.

Entree van Malling Abbey.

Erfenis

Rond 1845 rondde Gerrit zijn opleidingen bij de Koninklijke Academie af. Hij besloot een studiereis naar Parijs te maken, nadat hij een erfenis van zijn stiefgrootvader (echtgenoot van grootmoeder van vaderszijde en op Ameland overleden) had ontvangen en had kunnen sparen vanwege de verkopen van enige schilderijen, zijn eersten als zelfstandig kunstenaar.  In Parijs  kopieerde hij schilderijen in musea, maar tekende en schilderde ook portretten. Hij zou er blijven tot 1848, het jaar waarin zijn broer Jasper overleed en in Parijs de revolutie uitbrak. Door terug te vluchten naar Amsterdam ontkwam hij eraan om mee te moeten vechten aan de zijde van de republikeinen. Terug in Amsterdam kon Postma onmiddellijk aan de slag, de regenten van het weeshuis waren hem niet vergeten. Hij vervaardigde portretten van de leden van hun gezinnen en een groot schilderij (277 x 218 cm) van de regenten van het Doopsgezinde weeshuis De Oranjeappel, waar hij opgroeide. Kopiëren van bestaande, beroemde schilderijen werd gezien als onderdeel van de studie als kunstenaar. Van deze tijd zijn twee fragmenten van Postma bekend naar Rembrandts Staalmeesters.

Inmiddels was Gerrit Postma in contact gekomen met Abraham Lodewijk Dyserinck. Ze maakten prachtige reizen naar Zwitserland en Rome. Hier komt Ameland weer om de hoek kijken, want Dyserincks broer Jan Hendrik is de overgrootvader van Michiel Zonnevylle, de oud-burgemeester van Ameland.

Gezicht op het huis

Gezicht op het huis

Na zijn eerste korte reis naar Rome volgde er ook voor Gerrit Postma in 1853 een tweede reis. Van zijn vriend Abraham Dyserinck had hij de opdracht gekregen om enkele kopieën te maken van schilderijen van de beroemde kunstschilder Rafaël waarvan de originelen zich in musea in Florence bevonden. De Nederlandse prinses Marianne, dochter van Koning Willem 1 en zuster van Koning Willem ll hoorde van zijn missie, ze bood aan haar invloed uit te oefenen en regelde voor hem dat hij buiten de lange wachtlijst van kunstenaars om aan het kopiëren kon beginnen. Hij kopieerde onder andere twee maal van Rafaël de “Madonna della Seggiola”, een maal voor Prinses Marianne en een maal  voor Dyserinck.

Postma trouwde 24 juni 1858 met de 17 jaar jongere Catharina Aafje Verburg. Ze maakten een huwelijksreis, die enkele maanden duurde en hen langs Parijs, Normandië en Engeland voeren. Een jaar na hun huwelijksvoltrekking werd de kleine Gerrit geboren in Haarlem. Ondanks dat bereidde het jonge paar een nieuwe reis voor naar Rome en gingen ze op weg: reizend met een baby via boottochten, treinreizen en deels per diligence naar Rome. Daar werd hun tweede kind geboren: een dochtertje, wat Catharina Jacoba zou gaan heten.

Huwelijksreis, boogschieten.

Huwelijksreis, boogschieten.

De Postma’s maakten na hun terugkeer in Nederland drie keer een reis naar Spanje.

In de laatste jaren van zijn leven schilderde de kunstenaar steeds meer Hollandse taferelen. Ontroerend is het dat Gerrit Postma zijn laatste schilderij: twee wezen van het Burgerweeshuis, die kransen leggen bij het graf van hun ouders, niet heeft kunnen voltooien. Hij stierf plotseling. Op 12 oktober 1894 werkte hij nog vol overgave aan het schilderij, maar zijn dood op 13 oktober beschrijft Catharina Aafje als: “(dat toen) het penseel als het ware aan zijn stervende hand is ontvallen”.

Uitstapje naar Londen, Windsor Castle.

Uitstapje naar Londen, Windsor Castle.

Plekjes op Ameland

Wendela en haar man Remmelt zijn uit Zwitserland overkomen om de avond bij te wonen. Bij de aankomst op Ameland werden ze opgewacht door Pieter Jan en Tineke, die ze de plekjes op Ameland hebben getoond waar de Postma’s met paard en wagen hebben gereden en gebouwen die ze bezochten, zoals de doopsgezinde kerk in Nes. Wendela is in 1955 in Suriname geboren, in 1967 verhuisde het gezin naar Den Haag. Van jongs af heeft ze geweten dat ze een beroemde voorouder had, want zijn werken hingen thuis aan de muur. “Mijn moeder was een kunsthistorica en het bevreemdde haar dat in de kunsthistorie geen aandacht aan Postma werd besteed. Zij heeft er haar levenswerk van gemaakt om die geschiedenis uit te zoeken. Twee jaar nadat haar boeken zijn verschenen is ze overleden. Wij hebben de opdracht gekregen de werken in familiebezit te houden. Voor ons hebben ze alleen een emotionele waarde.”

De volgende lezingen van de Ouwe Pôlle zijn:

  • 22 februari Martijn de Groot over strandpalen in Ons Hol
  • 22 maart Cor Faber over Spaanse vluchtelingen in De Toel.

Aanvang 20.00 uur.

 

 

Ontdek alles over Stichting De Ouwe Pôlle

Word vriend van Stichting De Ouwe Pôlle. Bekijk de voordelen:

Word vriend van Stichting 'De Ouwe Pôlle Ameland'. Daarmee steunt u het behoud van het cultuurhistorisch erfgoed op Ameland.

  • Ontvang drie keer per jaar onze magazine Pôllepraat vol verhalen over de Amelander cultuur en geschiedenis
  • Steun onze musea op Ameland: museum Sorgdrager, museum Swartwoude, het bunkermuseum en de cultuurkerk in Nes
  • Met uw bijdrage organiseren wij ieder winter een programma bestaande uit lezingen waaraan u kunt deelnemen
  • Onze stichting heeft een ANBI-status (Algemeen Nut Beogende Instelling)

<<< Meld je aan als vriend van de Ouwe Pôlle >>>