Mijn oude knuffelbeer en tante Kaatje
Lange felrood gelakte nagels, het zijn mijn eerste en enige herinneringen aan tante Kaatje.. Het zal 1949 geweest zijn, toen ze naar Ameland kwam om het graf van haar gesneuvelde zoon te bezoeken. Haar naam was Catherine Amelia Clarice Robinson.
Op 26 juli 1940 probeerde een RAF vliegtuig, een Blenheim IV, met als piloot Charles Henry Robinson, een noodlanding te maken op de Boschplaat tussen Ameland en Terschelling. Door de klap werd het lichaam van de piloot samen met het radiotoestel uit het toestel geslingerd. Het vliegtuig is doorgegleden in een diepe geul, waardoor het onmogelijk was het te bergen noch de overige bemanningsleden te vinden. Op 29 juli werd het lichaam van piloot Robinson met militaire eer op het kerkhof van Hollum begraven. Hij was nog maar 21 jaar. In 1952 volgde herbegrafenis op het oorlogskerkhof Jonkersbos bij Nijmegen.
Tante Kaatje werd na de oorlog op Ameland ontvangen om het graf van haar zoon te bezoeken, niet alleen door de officiële instanties, maar ook in huiselijke kring van onze familie.
Bartle Hoekstra, mijn vader, was door zijn werk bij de gemeente Ameland en als vrijwilliger bij de Nederlandse Oorlogsgraven Stichting zeer betrokken bij de ontvangst van deze families. Hij sprak een aardig woordje Engels, maar onze oom Monte (Visser) sprak het vloeiend door zijn verblijf op zee en in Engeland gedurende de oorlog.
Bij haar bezoek aan het jonge gezin Hoekstra bracht zij voor het tweejarig dochtertje een Engels knuffelbeertje mee, gevuld met stro.
Bijschrift foto's. Boven: Charles Henry Robinson. Links: oom Monte en tante Kaatje, midden: het jonge gezin Hoekstra en rechts het oude knuffelbeertje van Lia Hoekstra.
Het beertje is bijna 70 jaar lang gekoesterd evenals de herinnering aan die felrode nagels…
© Lia Hoekstra