Overzichtstentoonstelling werk Tames Oud in Sorgdragermuseum
Liefhebbers van het werk van Tames Oud komen deze zomer aan hun trekken. Voor het eerst in 42 jaar vindt er in Nederland een overzichtstentoonstelling plaats van het werk van de Amelander kunstenaar, die leefde van 1895 tot 1953. Museum Belvédère (17 juni t/m 24 september) en de Stichting Amelander Musea (17 juni t/m 23 oktober) houden gezamenlijk de overzichtstentoonstelling Tames Oud – Eiland van Verlangen.
Op 15 juni werd de expositie in Museum Sorgdrager in Hollum geopend, een dag later gebeurde dat in Oranjewoud bij Heerenveen. Bij de opening werd het boek, dat Gitte Brugman en Han Steenbruggen over Tames Oud hebben geschreven, gepresenteerd. Gitte Brugman overhandigde de eerste exemplaren aan Louis Oud en Michiel Sablerolle, twee nazaten van Tames Oud. Beide heren zijn de grootste aanjagers geweest om deze expositie te organiseren. Louis en zijn vrouw hebben voor deze tweeluik de reis vanuit Amerika gemaakt.
De speurtocht naar nazaten en werk van Tames Oud is succesvol geweest. Veel familieleden werden bijelkaar gebracht en de oproep om werken voor de expositie beschikbaar te stellen leverde spontane reacties op. Verschillende werken zijn in bruikleen afgestaan en en twee werken konden worden aangekocht. De musea beschikken over originele tekeningen en drie olieverfschilderijen, die nu voor het eerst te zien .
Zoals veel Amelander jongens was hij in de eerste plaats een zeeman. Vanaf 1918 werkte Tames Oud in een suikerfabriek, als glasblazer, huisschilder en -decorateur, sjouwer en kroegbaas. Ook deed hij aan boksen en wielrennen. Niettemin werkte hij steevast aan zijn oeuvre. In 1920 vestigde Tames Oud zich in België en volgde hij de Academie voor Schone Kunsten in Brussel. Hij koos voor het vak 'kunstschilder' toen hij eind 1938 naar Den Haag verhuisde.
Ondanks dat zijn werk sterk werd beïnvloed door Vlaamse pointillisten en expressionisten, bleef het een eigen karakter behouden. Zowel in zijn schilderijen, grafiek als tekeningen zocht Oud naar krachtige, eenvoudige vormen en koos hij onderwerpen uit het dagelijkse bestaan van boeren en vissers. De herinneringen aan zijn eiland van herkomst bleven daarbij altijd een rol spelen.
In 1931 trad Oud met zijn werk naar buiten. Daarna exposeerde hij solo of met anderen op verschillende plekken in Vlaanderen en vanaf 1939 in Nederland. Verschillende Nederlandse en Belgische musea kochten werk van hem aan, en ook het MoMa in New York toonde belangstelling. Zijn vroege dood in 1953 maakte echter een einde aan een mogelijke doorbraak.
De tentoonstelling op Ameland zal te zien zijn in de zaal voor tijdelijke exposities in het Cultuur-Historisch Museum Sorgdrager in Hollum en concentreert zich op schilderijen en werken op papier die een relatie onderhouden met het eiland. De tentoonstelling in Museum Belvédère zal zich vooral richten op de werken met een Vlaamse en Hollandse connectie en is te zien in vier kamers van de westvleugel. In beide tentoonstellingen is er werk uit particuliere collecties te zien, die voor het eerst in lange tijd weer in museale context getoond worden.