Paul Borghaerts wil graag ouderdom gebouwen op Ameland onderzoeken
Voor de lezing van Paul Borghaerts in De Toel bestond een flinke belangstelling.
Paul Borghaerts is dendrochronologist. Hij kan herleiden waar hout vandaan komt. Hij kan zelfs aan de vorm van een gebouw zien uit welke tijd het stamt. Vrijdag 24 maart was hij op Ameland om voor de Ouwe Pôlle een interessante lezing te verzorgen over dendrochronologie, in gewoon Nederlands boomtijdkunde of houtdatering.
Het is algemeen bekend dat je de ouderdom van de boom kunt bepalen aan de hand van de jaarringen. Dat we die ringen kunnen zien heeft te maken met het klimaat; veel of weinig zon of regen bepaalt de vorm van de ring. Het hart van de boom zit nooit in het midden. Staat een boom in een gebied met veel westenwind dan zit de hartscheur aan de oostkant. Een verandering in het ringenpatroon kan duiden op groeiverstoringen door bijvoorbeeld een verandering in de omgeving.
Borghaerts komt uit Amsterdam, maar woont al jaren in Oosterend in Friesland. Daar ging een wereld voor hem open, want hij kwam terecht in het ‘palenbos’. Om hem heen stonden heel veel boerderijen die waren gebouwd op palen. Borghaerts ging bij tachtig boerderijen langs met het verzoek om in het hout te mogen boren om ze te dateren. Dat mocht, en dat onderzoek leidde tot een bijzondere ontdekking: het hout was afkomstig uit diverse perioden en regio’s. Zijn deskundigheid reikt inmiddels zó ver dat hij de verschillen niet alleen met het oog, maar ook met de neus kan waarnemen: “Ik ruik het verschil tussen Noors en Pools hout.”
Niet zonder risico (“als ik val dan maak ik een verpletterende indruk”) klom Borghaerts tot in de nok van de boerderijen om het hout te dateren. “Als je daar in je eentje bovenin zit waan je je in de tijd en vraag je je af: hoe is dit gebouwd zonder gebinten en zonder elektriciteit. Wat een vakmanschap!”
Het hout werd in de loop der eeuwen uit diverse landen gehaald. Het oudste hout wat in Friesland is gebruikt kwam omstreeks 1150 uit Westfalen in Duitsland. Daarna kwam het uit Noorwegen, Zweden, Estland, Letland en Polen. Daarvoor waren verschillende redenen, zoals de Vrede van Nystad in 1721, waardoor hout uit het Oostzeegebied kon worden gehaald. Met name Hindeloper schippers deden hier goede zaken. In 1795 verbood Napoleon de handel in het Baltische gebied, en moest het hout van dichterbij komen, en wel gewoon uit Friesland!
Volgens Borghaerts kunnen zijn activiteiten in het hout geen kwaad. “Ik boor alleen in gezond hout en vul de gaten weer op.” Op de vraag van een oud boertje of zijn boerderij de boringen zou kunnen doorstaan heeft Borghaerts voor de grap geantwoord dat er nog maar drie boerderijen waren ingestort. Dat heeft Borghaerts geweten, hij dacht dat de boer een rolberoerte kreeg.
Niet zelden komt Borghaerts tot de conclusie dat de gebouwen die hij onderzoekt in een andere periode zijn gebouwd dan waarvan is uitgegaan. Sommige panden hebben aanpassingen ondergaan in andere periodes. Dat kan hij zien door een andere bouwstijl en het gebruik van ander hout. “Ik voel me wel een dromenverwoester, want het verhaal dat bij het pand hoort klopt niet.”
Met sommige gebouwen is iets bijzonders aan de hand, zoals een pand aan de Kelders in Leeuwarden. Daar kwam Borghaerts erachter dat de begane grond en het dak van dezelfde periode dateren, maar de etages ertussen jonger zijn; toen die zijn gebouwd is het dak opgehoogd.
Borghaerts heeft zijn kennis opgebouwd door het registreren van de houtsoorten in kalenders. Hij heeft een unieke verzameling van honderden kalenders voor elk soort uit elk gebied.
Hij heeft nog geen onderzoek gedaan op Ameland, maar zou dat maar al te graag willen: “Ze mogen mij ontvoeren en me twee weken op Ameland houden. Het is ongekend wat hier staat. Mogelijk zitten er juweeltjes tussen, maar dat zie je niet aan de gevel.”