Pôllepraat nummer 72 februari 2014
Vorige week viel de eerste Pôllepraat van dit jaar weer in de bus. Dit nummer bevat weer interessante artikelen over het Amelander verleden. Zo deelde directeur van Stichting Amelander Musea (STAM) dhr. Joop de Jong mede dat de medewerkers van de musea momenteel de collectie op orde maken door alle objecten te registreren. De objecten worden van een foto en omschrijving voorzien. Daarbij hebben de objecten met meer historische waarde voor Ameland voorrang. De minder interessante objecten die in bruikleen zijn, worden aan de rechtmatige eigenaren teruggegeven. In de toekomst zal de collectie op de website van Amelander musea raadpleegbaar zijn.
Verder een bijzonder artikel van Ids Polet over zijn jeugdherinneringen uit de tijd van de Twee de Wereldoorlog. Hij groeide als jongen op in Nes. Als boerenzoon vertelt hij over de vele avonturen die hij als jongen in de oorlog beleefd heeft waarbij er vaak kattenkwaad werd uitgehaald waar de Duitsers niet al te blij mee waren. Hij speelde ook met geëvacueerde kinderen van de wal af. Ook in het gezin van de familie Polet logeerden evacués uit Amsterdam namelijk een jongen en later een meisje. Met dit meisje (inmiddels een vrouw) heeft Ids Polet na al die jaren nog steeds contact.
Naast Ids Polet gaf Jan Ponne uit Canada ook een bijdrage aan deze Pôllepraat met zijn herinneringen aan de oorlog. Zijn moeder Aukje Ponne-de Wind was in Hollum opgegroeid waardoor Jan daar veel familie had. Hij woonde met zijn jongere broertje Anton vanaf het najaar van 1944 bij zijn grootouders Antje en Ynse de Wind. Veel Amelanders hebben tijdens het laatste oorlogsjaar kinderen uit met name het westen van het land in huis genomen. Zo ook de nichtjes van Jan, Annie en Greet de Wind. Greetje werd bij het gezin van haar oom Piet en tante Trientke de Boer ondergebracht en Annie ging net als Jan naar hun grootouders. Al met al geven de herinneringen van Jan Ponne een nauwkeurig beeld van hoe een jongen van twaalf het laatste jaar van de oorlog op Ameland beleefd heeft.
Voor het artikel over de herinneringen van wijlen Alberdina Sinnema (1913-2007) heeft de redactie een stuk uit het Fries vertaald. Dit oorspronkelijke stuk is door Tetsie de Witte-de Jager geschreven en bij de begrafenis van Alberdina Sinnema voorgedragen. Het gaat over de strenge winter van 1947 toen veel mensen vanaf de vaste wal naar het geïsoleerde Ameland overstaken. Dit was riskant vanwege het breekbare ijs. Alberdien en haar man Johan durfden het aan om tijdens deze winter de oversteek van Holwerd naar Ameland te maken. Ze wilden namelijk een verrassingsbezoek aan haar oom Ruurd Sinnema brengen die jarig was. Met schaatsen aan begonnen ze aan de uitdagende tocht. Zo nu en dan moesten ze klunend over de ijsschotsen maar na enkele uren bereikten ze het eiland bij Nes. Vanuit daar zijn ze naar Ballum gegaan waar ze warm door hun familie werden ontvangen. Daags erna raadde hun oom vuurtorenwachter Jaap Visser aan vroeg te vertrekken omdat de wind gedraaid was. Ondanks het verzoek om per vliegtuig met haar broer terug te gaan, zijn Alberdina en Johan vanaf het Oerd schaatsend teruggegaan. De terugreis viel echter niet mee maar het echtpaar Sinnema zette in goede gezondheid weer voet aan de vaste wal!
André Staal die onder meer het artikel ‘Aantekeningen uit een dagboek’ geschreven heeft, schreef een artikel met de titel ‘Kiewied, de Kooiplaats en het Wad’. De familie Kiewied was op de Kooiplaats woonachtig en had veel ervaring met de winterse oversteken. Uit dit artikel blijkt dat ze met deze oversteken veel beleefd hebben. Bij Tjeerd Kiewied werd in 1917 ook sergeant Jacob Bleeker binnen gebracht die tijdens een barre overtocht van Holwerd naar Ameland was bezweken. Wijlen Jan Bleeker heeft over deze overtocht een boek geschreven en een website gemaakt (klik hier).
Tot slot nog een informatief stuk over het bezoek van de hoogleraar mr. J. Ackersdijck dat in 1970 in de Waddenbulletin gepubliceerd was. Deze hoogleraar statistiek aan de hogeschool van Luik heeft alle Waddeneilanden bezocht waarbij hij op 5 september 1826 Ameland aandeed. Uit het artikel blijkt dat hij alle dorpen bezocht heeft waarvan hij een nauwkeurige omschrijving geeft. Het relaas van dhr. Ackersdijck schetst een redelijk beeld van de omstandigheden waarin de Amelanders rond 1825 leefden. Zo blijkt dat Ameland flink onder de Franse bezetting te lijden heeft gehad. Veel inwoners zijn tijdens die periode naar de vaste wal vertrokken. De handel was namelijk volledig ingestort.
De volgende Pôllepraat verschijnt in juni 2014!