't Dassenhuus (2)
In dit vervolg op het eerste artikel over 't Dassenhuus in Hollum zal dieper op de genealogie van de bewoners en het pand zelf worden ingegaan. Veel mensen weten niet dat de muren in het huis met schitterende tegels van met name de 18e eeuw versierd zijn. Van deze tegels zijn foto's gemaakt en die zijn voorzien van een beschrijving en datering van tegelkenner Klaas Regts. De foto's kunt u onder aan deze pagina bekijken. De heer Regts gaf afgelopen maart een lezing over de ge schiedenis van tegels. Aan deze lezing is een artikel gewijd wat u hier kunt lezen. Naast de tegels zijn van familieleden van voormalige bewoners twee oude grafstenen bekend die we hier gaan bespreken. Tot slot zal nog even kort wat over de achtergrond en de bijzonderheden van de brief van Drewes Kempes van der Laag verteld worden.
Een oude foto van 't Dassenhuus. Weet u wie de meneer op de voorgrond is?
In het vorige artikel is verteld wie de bewoners van het huis vanaf 1832 waren. Daarbij hebben wij u ook verteld dat aan de oostzijde van het huis een schuur gestaan moet hebben wat na verloop van tijd gesloopt werd. Deze schuur zal rond het trouwen van Welmoed van der Meij en Johannes Brouwer op 24 augustus 1893 gesloopt zijn aangezien zij toen het huis gebouwd hebben wat nu Hereweg 10 is. Van dit nieuwe huis is op de bovenstaande foto uiterst rechts nog een stuk muur en dak van te zien. Dit in het kort over het huis ten oosten van 't Dassenhuus.
Achtergrondinformatie van de bewoners
We gaan verder met Janke Drewes van der Laag die met Hendrik Willems de Boer op 8 juli 1830 getrouwd was. Hendrik Willems de Boer ging al op jonge leeftijd naar zee. Hij voer onder meer op het schip 'de Vereeniging' en 'de Vriendschap' waar aquarellen van gemaakt zijn. Het schip 'de Vereeniging' was van zijn vader Willem Hendriks de Boer die er kapitein van was. Beide aquarellen zijn verkocht en nu in het bezit van een particulier op Terschelling.
Aquarel 'Klippers bij zwaar weer', geschilderd door D.A. Teupken, Amsterdam 1831. Eén schip draagt de naam ‘De Vereeniging’ uit Amsterdam van kapitein W.H. de Boer afkomstig.
Op de linker foto staat Hendrik Willem de Boer en op de rechter foto zijn vrouw Janke Drewes van der Laag.
Hendrik Willem de Boer en Janke Drewes van der Laag kregen acht kinderen onder wie de dochters Gelske en Anna. Gelske de Boer trouwde op 10 juli 1867 met Symen van der Mey en Anna de Boer trouwde een jaar later op 24 oktober 1868 met Hans (Harrie) de Boer. Gelske kreeg met Symen van der Mey twee dochters: op 2 januari 1867 werd Welmoed geboren en een jaar later op 7 juli 1868 Janke. Helaas, overleed Gelske twee weken na de bevalling van hun jongste dochter Janke namelijk op 20 juli 1868. En ruim twee weken later op 6 augustus 1868 overleed ook dochter Janke. Hiermee bleef de weduwnaar Symen van der Meij (1846-1928) met dochter Welmoeder achter. Jammer genoeg verliep het huwelijk tussen Anna en Harrie de Boer ook niet bepaald voorspoedig. Op 3 augustus 1869 kregen ze een dochter Jacoba Petronella de Boer die amper drie jaar later op 16 juni 1872 al overleed. Daarna kregen ze geen kinderen meer. Acht jaar later sloeg het noodlot weer toe: op 17 juni 1880 overleed op 39-jarige leeftijd Harrie de Boer. Al met al bleef Symen van der Mey dus met zijn dochter Welmoed achter en werd zijn schoonzuster Anna de Boer in minder dan tien jaar kinderloos en weduwe. Symen van der Mey was van beroep zeeman en heeft vermoedelijk in de periode 1880-1894 in Amsterdam gewoond en daar een bestaan opgebouwd terwijl Anna de zorg voor zijn dochter Welmoed droeg. Of Symen in Amsterdam een relatie of kinderen had, is onbekend. In ieder geval keerde hij terug naar Ameland waar hij met zijn schoonzuster Anna de Boer op 8 februari 1894 ging trouwen. Ze woonden samen in 't Dassenhuus waar Anna sinds het overlijden van haar vader Hendrik in 1893 de eigenaar van was. In datzelfde jaar trouwde haar stiefdochter en nichtje Welmoed met Johannes Brouwer op 24 augustus (1866-1916).
Boven: Gelske de Boer (1844-1868) & Symen van der Mey (1846-1928), Onder: Anna de Boer (1842-1918) & Hans (Harrie) de Boer (1840-1880)
Zo gezegd trouwde Welmoed van der Meij met Johannes Brouwer. Zij kregen vier kinderen: Klaas (1895-1971), Gelske (1896-1989), Johannes (1898-1956) en Pietje Brouwer (1901-1997). Nadat Anna in 1918 en tien jaar later Symen in 1928 overleed, is de boerderij naar Klaas Brouwer overgegaan die in 1971 ongehuwd en kinderloos stierf. In de boerderij woonden toen Pieter Ruijgh (1899-1980) die op 18 januari 1923 met Pietje Brouwer getrouwd was. Hun dochter Nel heeft de boerderij later geërfd waar haar zoon Piet met zijn gezin nu woont. Het Dassenhuus is op 18 januari 1963 door Tine van de Woerdt-de Vries en Nel Visser-Ruijgh gekocht. Zo bleef het huis in de familie. Op 7 oktober 1983 verkocht Nel haar deel van het Dassenhuus aan haar nicht Tine waardoor zij de eigenaar van het hele huis werd. Zij is tot op heden eigenaar van dit huis. Zij is de dochter van Gelske Brouwer die met Arjen de Vries (1893-1975) op 15 december 1921 getrouwd was (lees het verhaal over de gedenksteen te Holwerd).
Triest is de manier waarop vader Johannes Brouwer kwam te overlijden. Hij was zeeman en had een slecht zicht. Toen hij in het toenmalige Nederlands-Indië was, waar het snel donker wordt, liep hij naast de loopplank van het schip en verdronk. Dit gebeurde in de haven Tandjong Priok. Johannes lag op de begraafplaats Weltevreden in Batavia wat inmiddels verdwenen is.
Op de foto links zien we Welmoed Brouwer-van der Meij met haar vier kinderen (boven v.l.n.r. Klaas, Johannes en Pietje, links van Welmoed, Gelske). En op de foto rechts zien we Welmoed op jonge leeftijd.
Dit is een pasfoto van Klaas Brouwer. Hij werd boer.
Grafstenen
Thans ligt achter 't Dassenhuus een grafsteen van vermoedelijk een voormalige bewoner van het huis. Het jaartal dat op de grafsteen staat, doet vermoeden dat het hier om een Das gaat. Boven in de grafsteen vallen de letters H.A. (Hendrik Andries) te onderscheiden met daartussen een huismerk. Het betreft hier één van de oudste grafstenen die er nog in Hollum te vinden zijn. Verder is het huismerk die op de grafsteen staat erg opmerkelijk. Er is namelijk nog een oudere grafsteen waar hetzelfde huismerk op staat. Een huismerk werd vroeger gebruikt om eigendommen mee te markeren. Vaak groeide dat ook uit tot een onderdeel van een familiewapen of vinden we het zelfs terug op grafzerken. Aangezien beide grafstenen hetzelfde huismerk bevatten, zal het hier waarschijnlijk om familie gaan. Helaas, is het onbekend om welke persoon het bij die andere gaat. Er staan de letters A.K. op. Het zou om iemand uit de familie Das kunnen gaan. In ieder geval is het niet Andries Klasen Das die met Anke Douwes getrouwd was. Hij was namelijk op 18 januari 1734 geboren en kan dus onmogelijk in 1731 gestorven zijn. Mocht u informatie over de personen op de stenen hebben dan hopen wij dit van u te mogen ontvangen. U kunt onder dit artikel een reactie naar ons insturen of naar ons mailen (info@amelanderhistorie.nl)
Op de grafsteen links staat de tekst 'A K is in den heere gerust den 16 februwary ano 1731'' en op de rechter grafsteen 'In het jaer Ao 1796 den 20 april is in den heere gerust Hendrik Andries out 63 jaeren 2 maanten.'
Brief van Drewes van der Laag
In het vorige artikel kon u de brief van Drewes van der Laag lezen die hij in Franse gevangenschap aan zijn schoonouders Andries Clasen Das en Anke Douwes schreef. Wat de reden van zijn gevangenschap is, is ons tot op heden onbekend. In ieder geval heeft Drewes zijn gevangenschap in Rijssel overleefd. Dat de Fransen op Ameland alles behalve geliefd waren, zal uit een toekomstig artikel nog wel blijken. Vermeldenswaard zijn de avonturen van zijn zoon Andries Kempes wat illustratief voor de houding van de Amelanders jegens de Fransen is. Andries Kempes werd als loteling-dienstweigeraar van de lichting 1810 beschouwd en daarvoor werd hij bij het vonnis van de Eerste Rechtsbank aanleg te Leeuwarden veroordeeld. Daarbij werd opgegeven dat hij Ameland reeds vóór de inwerkingtreding van de wet op de conscriptie in het departement Holland had verlaten. Dat is niet geheel juist. Hij monsterde namelijk in 1811 aan bij de Amelander kapitein Jan Kat. Zij leden met hun kof schipbreuk op de Noordzee, werden opgepikt en naar Engeland gebracht. Sindsdien werd niets meer vernomen. Andries keerde gelukkig wel terug en werd op 5 februari 1815 gedoopt na belijdenis in de doopsgezinde vermaning van Hollum.
Geschreven door Jacob S. Roep