Titus Brandsma en Ameland
Van 31 mei tot 10 juni speelde in Dokkum, in de Bonifatiuskapel, het muziektheater TITUS. Leven tussen stilte en stress. Het bewogen leven van pater Titus Brandsma. Wat was zijn connectie met Ameland? Er zijn enkele. Veruit de voornaamste was de Amelander kardinaal Jan de Jong. Daarnaast bracht onderzoek naar herinneringen aan St. Willibrord in Friesland Titus Brandsma naar Ameland. In een boekje, uitgegeven door Frisia Catholica uit 1939, gaat prof Brandsma uitgebreid in op zijn mening dat Ameland is aan te duiden als het vroegere Fosetisland waar Willibrord met een tamelijk groot gezelschap strandde na een terugkeer uit Denemarken. Dit speelde zich af in het jaar 699. St.Willibrord doopte enkele leerlingen in een bron, wat sindsdien de naam draagt Willibrordusdôbbe. Gelegen ten noorden van de Algemene begraafplaats van Nes. Er zijn toen door hem ook foto's van die dôbbe gemaakt.
1936 Dokkum. In het midden vooraan bisschop Jan de Jong. Vierde van links Titus Brandsma. Na afloop van de Bonifatiusdag. Met sigaar is rector Edmund Janssen.
Brandsma was onder meer initiatiefnemer van de Bonifatiuskapel in Dokkum en de jaarlijkse Bedevaart naar Dokkum. Jan de Jong was daar meestal bij. Er is een foto uit 1936 van de groep priesters gemaakt voor de pastorie van Dokkum. Het is een foto waar Titus Brandsma ops taat, bisschop De Jong maar ook rector Janssen. De Duitse priester die oprichter was van de eerste Duitse kindervakanties naar Ameland.
Oktober 1939, kaart van Titus vanaf Ameland.
In 1935 werd Titus Brandsma benoemd tot Adviseur van de katholieke journalistenbond. Daarmee werd hij de belangrijkste adviseur voor Aartsbisschop Jan de Jong voor zaken die speelden bij katholieke dagbladen. Na de Duitse bezetting verplichtte de bezetter de kranten om Duitse verordeningen en NSB propaganda in hun kolommen op te nemen. De bisschoppen weigerden dit. Namens de bisschoppen reiste Titus Brandsma eind december 1941 langs de katholieke redacties in den lande. In januari 1942 volgde zijn arrestatie. In een eerste schrijven vanuit de gevangenis liet Titus weten dat dr. De Jong zich tegenover hem geen zorgen of verwijten maakte. Op 13 juni ging Brandsma op transport naar Dachau. Op 26 juli 1942 kreeg de verzwakte pater in de ziekenboeg van Dachau een dodelijke injectie. Na de oorlog in 1947 verklaarde kardinaal De Jong " Zolang ik leef, zal de figuur van pater Titus Brandsma mij voor ogen staan, die ik vooral in de oorlogsjaren zo dikwijls heb gesproken en wien ik zeer bewonderd heb om zijn moed en helder inzicht. Herhaaldelijk heb ik zijn voorlichting gevraagd. - ik beschouw hem als een martelaar: De naam Titus Brandsma staat voor gewetensvrijheid."
Het eerste raam van Titus Brandsma en de Dwaze Moeders en rechts het nieuwe raam
In oktober 1939 was Titus Brandsma voor enkele dagen op de pastorie op Ameland. Hij stuurde vandaar een kaartje naar zijn zwager en zus in Bolsward. Op de pastorie woonde toen pastoor Koelman. Omdat de vaste huishoudster vakantie had deed Tjet de Jong uit Buren voor 14 dagen de huishoudelijke taken. Zij ontmoette daar Titus Brandsma. Zij herinnerde hem in zijn witte habijt van de karmelieten. Titus maakte grote indruk op haar. Ze heeft de publicaties over hem altijd bijgehouden. In 1985 was Tjet de Jong in Rome toen Brandsma zalig werd verklaard. In 1990 schonk zij de St. Clemenskerk een raam van Titus Brandsma. Links onder het raam de blauwe zeedistel, voorkomend op Ameland, maar in dit geval symbool voor de lijdensweg van Titus Brandsma. Na de brand is er opnieuw een afbeelding van Titus Brandsma in de kerk teruggekomen. In zijn handen de brief van 31 december 1941 die hij in overleg met Aartsbisschop de Jong heeft opgesteld en opnieuw de blauwe zeedistel.
Tjet de Jong in haar honderdste levensjaar
Met dank aan Anne de Jong