V.V. Geel Wit (1940-1970)
Door Koos Molenaar
NSC
De oorlog betekende het einde van NSC. De club speelde zijn eerste wedstrijden op het Hazeweidje in het bos tussen de dennenbomen, later op het terrein gelegen bij hotel Ponten (nu hotel Ameland). De onderlinge gevechten (,,want anders waren het nog niet’’, tekende secretaris Kl. de Boer op in zijn eerste jaarverslag) trokken steeds meer belangstelling. Er volgde een duel tegen Hollum en de tijd werd rijp gevonden om een oprichtingsvergadering te beleggen. Deze bijeenkomst stond onder leiding van Bertus de Haan. Hij ging deel uitmaken van het eerste bestuur dat verder bestond uit E. Hofker, Epke van der Geest, Kl. de Boer en Th. Elgersma. De heren J. Edes en O. Metz waren bereid gevonden gratis de doelnetten te breien.
De eerste officiële wedstrijd was tegen HVV, dat met 6-1 werd verslagen. De Monnik van buureiland Schiermonnikoog kreeg met 3-1 klop, maar van Sint Annaparochie werd met 4-3 verloren. Dat was geen wonder, merkte de Nieuwe Dockumer Courant van 26 juni 1934 op, ,,omdat de meeste spelers van NSC 3 maanden geleden nog nooit een bal hadden aangeraakt, laat staan dat ze de spelregels kenden.’’
NSC speelde diverse wedstrijden tegen verenigingen van de wal. Daarbij speelde de betrokkenheid van beurtschipper Epke van der Geest geen onbelangrijke rol. Met zijn compagnon Anne Olivier wilde hij de boottocht wel eens voor een schappelijk prijsje regelen. Gedenkwaardig was het uitstapje naar Sint Annaparochie. De Amelanders wonnen met 3-0 en werden vanwege hun snelheid vergeleken met ‘duunknienen’. Op de fiets schoten ze minder snel op. Frans Kienstra (de kapper) reed voor, hij wist de weg. Niet al te goed, naar zou blijken, want een tijd later stonden de Nessemers weer op dezelfde plaats!
Bij NSC speelden de broers Bertus en Theo de Haan. Zij waren katholiek en pastoor Koelman wilde hen graag bij Geel Wit hebben, maar daar kwam niets van in. Vader Dorus had een kruidenierszaak in Nes (waar de opstellingen hingen) en had rekening te houden met zijn Nessemer klantenkring.
Jaren 1940-1960
De periode tussen de Tweede Wereldoorlog en de jaren zeventig is voor Geel Wit vrij geruisloos verlopen. Er werd eigenlijk alleen maar op Ameland gevoetbald, met als hoogtepunten ’s zomers de wedstrijden tegen de badgasten. In 1950 werd op een vergadering de klacht geuit dat één wedstrijd in de maand wel wat weinig was. De voorzitter antwoordde dat het bestuur wel meer wedstrijden zou willen organiseren, maar dat Geel Wit het grootste deel van het jaar daarvoor was aangewezen op Hollum, ,,en die nodigt ons in ’t laatst niet meer uit.’’
Achter: Willem Beijaard, Toon Brouwer, Dorus Brouwer, (?, handelsman uit Dokkum), Willem Kiewied.
Voor: Theo Metz, Jan Kiewiet, Jo Beijaard, Frans Kienstra (?), Theun Metz, Jacob Kiewied.
Juli 1948 was een maand waarin veel gebeurde. Vanwege de ruilverkaveling moest Geel Wit van veld veranderen. Daarnaast hield de club twee belangrijke ledenvergaderingen. Er moest een nieuw bestuur komen omdat het toen zittende bestuur voornamelijk bestond uit werkende leden. ,,En dat heeft de club geen goed gedaan’’, aldus het notulenboek. Voortaan waren ook aspirant-leden beneden de zestien jaar welkom bij Geel Wit, en er werd een nieuw reglement aangenomen. De bepalingen begonnen als volgt:
Art. 1
De R.K. Sportclub ‘Geel Wit’ is opgericht te Buren de 9e Mei 1934 en is gevestigd op Ameland.
Art. 2
De club stelt zich ten doel om met bescherming en verzorging des Godsdienstig-Zedelijke belangen harer leden de voetbalsport onder de Rooms-Katholieken te beoefenen.
Art. 3
De club tracht dit doel te bereiken door:
- Het houden van sportoefeningen onder hare leden.
- De Godsdienstig Zedelijke belangen harer leden te beschermen en bevorderen, en voorts:
- Door alle wettige middelen die aan het doel bevorderlijk kunnen zijn.
Leden konden alleen door het bestuur worden aangenomen als ze Rooms-Katholiek en ‘van goed Godsdienstig en Zedelijk gedrag’ waren.
Katholieke vereniging
Geel Wit was dus van oorsprong een katholieke vereniging, niet verwonderlijk voor een club die het levenslicht zag in een destijds volledig katholiek dorp. Pastoor H.C. Koelman was de geestelijk adviseur. Hij had zelf gevoetbald en voelde zich zeer betrokken bij de club. Hij stelde een beker beschikbaar en nam het het bestuur hoogst kwalijk als hij niet op de hoogte werd gebracht van een wedstrijd.
Gewoontegetrouw besloot de pastoor de algemene ledenvergaderingen met een praatje, waarin hij de voetballers opriep de katholieke beginselen uit te dragen. In 1935 was het hem dikwijls opgevallen ,,dat er zoo weinig van de Roomsche voetballers in het Lof komen. Het is zelfs de afgelopen zomer voorgekomen dat wanneer er door onze jongens gevoetbald moest worden in Hollum de auto met de voetballers na het Lof bij de kerk stond. Zooiets mocht in een R.K. vereeniging niet voorkomen.’’ Verder waarschuwde de pastoor voor excessen op de kermis en hij beval de katholieken uit de badhuizen vandaan te blijven: ,,Daar is voor iemand met Roomsche principen geen plaats.’’
In 1970 werd de band met de kerk losgelaten en werd Geel Wit een algemene vereniging.
Niet alleen de pastoor liet de Amelanders om een beker voetballen, ook burgemeester Walda deed dat. In 1950 werd met deze traditie begonnen tussen Geel Wit en Amelandia, zoals HVV na de fusie met een aantal andere sportclubs na de oorlog ging heten. Amelandia won de eerste editie. Een jaar later zegevierde Geel Wit met doelpunten van Dorus Brouwer (2x) en Jac. de Jong. Een resultaat dat in die dagen nog meer tot de verbeelding sprak, was de 4-0 winst op Dokkum.
Opheffen of doorgaan?
Om het voetballen op Ameland een impuls te geven werd in 1951 andermaal een eilander competitie in het leven geroepen. Geel Wit 1 deed het dramatisch slecht, met als absoluut dieptepunt de 10-1 nederlaag tegen de combinatie Ballum/Nes. De eindstand van afdeling 1 was:
Amelandia 1 4 3 0 1 6 17-11
Comb. Ballum/Nes 4 2 0 2 4 16- 8
Geel Wit 1 4 1 0 3 2 10-24
Het tweede elftal deed het stukken beter en won met overmacht in afdeling 2:
Geel Wit 2 5 4 1 0 9 20-10
Nes 6 2 1 3 5 15-14
Ballum 5 2 1 2 5 14-15
Amelandia 2 6 0 3 3 3 16-21
En weer kreeg de competitie geen vervolg. Bestuur en spelers van Geel Wit verweten elkaar de jaren erna over en weer laksheid. Die situatie leidde ertoe dat op 8 november 1955 een ledenvergadering werd gehouden met maar één agendapunt: opheffen of doorgaan. Het bestuur hield het voor gezien, maar de 21 aanwezige leden besloten het toch nog eens te proberen. Er werd een nieuw bestuur samengesteld dat bestond uit Jacob J. de Jong, Theo Kiewiet en Antoon Oud.
Achter: Jaap Oud, Willem Beijaard, Dorus Brouwer, Theun Metz, Piet Spoelstra.
Midden: Jo Beijaard, Lieuwe Veltman, Jacob Kiewied.
Voor: Jan Kiewiet, Gerrit Spoelstra, Dirk Brouwer.
In 1958 was er zegge en schrijve ƒ3,12 in kas. Om wat aan de penibele situatie te doen moest ieder lid 25 cent per week betalen, alsmede een gulden achterstallige contributie. Op deze manier konden onmisbare benodigdheden als netten en een bal aangeschaft worden.
Het ging weer wat beter met Geel Wit, maar de opleving was van korte duur. Halverwege de jaren zestig draaide de club op twee steunpilaren: Frans Hulsebos en Willy Molenaar. Zij sleepten de club door een moeilijke periode, en hun moeite zou worden beloond! Geel Wit scherpte de betrekkingen met een aantal clubs van overzee aan en kreeg zin in het echte competitiewerk. Maar daar wilde de afdeling Friesland van de KNVB nog niets van weten.
Daarom besloten Amelandia en Geel Wit om, in samenwerking met de gemeente en aannemersbedrijf Jan Kienstra in Nes, zelf een competitie op te zetten. De gemeente ‘leende’ spelers van beide verenigingen en de meeste bouwvakkers waren al lid van Geel Wit. Geel Wit deed met de volgende teams aan de competitie mee:
Geel Wit A: Joseph Brouwer, Henk P. Brouwer, IJs de Jong, Joop de Haan, Jan S. de Jong, Willem P. Kooiker, Hendrik de Haan, Will Bakema, Bart Molenaar, Foppe Kiewiet, Wim J. Kiewiet, Tiemen Kiewiet, Willy Oud, Jan A. Brouwer, Johan F. Metz, IJs Oud, Jan Joop Oud en Hessel Jac. Kienstra.
Geel Wit B: Wim A. Brouwer, Albert Teuben, Dirk Kooiker, Piet Metz, Frits Kienstra, Wim S. Kiewied, Sip Kooiker, Paulus J. Brouwer, Antoon J. Metz, Theo Metz, Gerard Brouwer, Harry Oud, Johan A. Kooiker, Willem Veltman en Theo Pijpers.
Zaterdag 5 oktober 1968 werd begonnen met onder meer Geel Wit B-Kienstra Boys. Dit was meteen de topper, zou blijken. Kienstra Boys won met 3-1. Hessel Kooiker (2) en Jaap Molenaar scoorden voor de bouwvakkers, Theo Metz deed dat namens Geel Wit.
Seizoen met opmerkelijke gebeurtenissen
Het was een seizoen met een paar opmerkelijke gebeurtenissen. In de wedstrijd Geel Wit B-Amelandia B stuurde scheidsrechter Uilke Haanstra, Piet IJnsen van het veld. De Hollumer kon dat moeilijk verkroppen; hij greep de arbiter bij de keel, maar die verweerde zich met een vuistslag! In het duel Geel Wit A-Gemeente moest Jan de Jong tien minuten voor tijd op last van scheidsrechter Paul Metz inrukken wegens te veel commentaar op de leiding. Jan had op dat moment al zeven treffers in het mandje liggen in een wedstrijd die uiteindelijk met 18-1 werd gewonnen.
Op de zwoele avond van 19 april 1969 viel de beslissing. Geel Wit B won de terugwedstrijd tegen Kienstra Boys met 2-1 en mocht zich kampioen van Ameland noemen. De eindstand was: 1. Geel Wit B 18 punten, 2. Kienstra Boys 17, 3. Amelandia A 13, 4. Geel Wit A 8, 5. Amelandia B 4, 6. Gemeente 0.
Voor de eilander competitie 1969-1970 meldde zich een nieuwe ploeg aan: Heineken, een jeugdig team en net als Kienstra Boys overwegend bestaand uit spelers van Geel Wit. De naam van de moedervereniging kwam in deze competitie niet voor, omdat de overgebleven spelers waren verdeeld over Nes en Buren.
Bij Buren speelden: Douwe Beijaard, A. Brouwer, A.J. Brouwer, J.A. Brouwer, Paulus Brouwer, Paulus J. Brouwer, Wim Brouwer, IJs de Jong, A. Kiewiet, Jan Kooiker, Piet Kooiker, Willem Kooiker, Antoon Metz, Johan Metz, Piet Metz, Peetje Molenaar, Leo Oud, Willem Veltman en Willy Oud.
Namens Nes deden mee: Gerard Brouwer, J.P. Brouwer, Joseph Brouwer, Hendrik de Haan, Joop de Haan, Dirk de Jong, Harm de Jong, Henk S. de Jong, Tjeerd de Jong, Frits Kienstra, Hessel Kienstra, T. Kiewiet, Wim Kiewied, Theo Metz, Marten Oosterhof, Jan Oud, Theo Pijpers en Albert Teuben.
Enthousiasme kon het jonge Heineken-team niet ontzegd worden. Op 5 november 1969 regende het zo hard dat vijf Nessemers voortijdig de warme kachel opzochten; Heineken won met 7-1. De ploeg verloor dit seizoen drie van de twaalf wedstrijden, waaronder een keer van de Gemeente. Het was de enige overwinning van de ambtenaren, en die punten hielden ze hoewel het team zich later terugtrok. Hierdoor eindigden Heineken en Kienstra Boys in punten gelijk en volgde een beslissingswedstrijd. Dat gebeurde op zondag 12 juli 1970 voor bijna duizend toeschouwers. Een flink deel daarvan zal ongetwijfeld zijn afgekomen op het vermaarde Pasveerkorps uit Leeuwarden, dat voor de wedstrijd en in de rust optrad.
Jaap Beijaard opende voor Kienstra de score door Foppe Kiewiet te passeren na een voorzet van diens broer Jan. Vijf minuten later kopte Bart Molenaar de gelijkmaker binnen. In de tweede helft rondde dezelfde speler een solo doeltreffend af, maar Hessel Kooiker bracht de stand weer in evenwicht door van 25 meter raak te schieten. In de verlenging leek Jaap Beijaard zijn ploeg in veilige haven te hebben geloodst, maar in de laatste minuut bracht Sip Kooiker beide teams voor de derde keer op gelijke hoogte. In de lange strafschoppenserie forceerde Kienstra Boys-doelman Willem de Jong de beslissing door zijn collega te passeren. Uit handen van Geel Wit-voorzitter Piet Kiewiet mocht Kienstra Boys de beker in ontvangst nemen.
De eindstand:
Heineken 12 9 0 3 18 30-15
Kienstra Boys 12 9 0 3 18 29-18
Buren 12 7 1 4 15 37-20
Amelandia B 12 5 1 6 11 24-29
Nes 11 5 0 6 10 27-29
Amelandia B 11 4 0 7 8 14-28
Gemeente 12 1 0 11 2 10-32
Wordt vervolgd...