Vermaning van de Doopsgezinde Gemeente te Ballum
De kerk is in 1883 gebouwd door Pyter IJensen uit Hollum. De bouwmaterialen werden aangevoerd vanuit Amsterdam. Het is een langwerpig, éénbeukig gebouw, oost-west georïenteerd met de ingang aan de Camminghastraat. De gevels zijn voorzien van metalen ramen met gebogen bovendorpels en bezet met kleine ruitjes. Het gebouw is gedekt met Oud-Hollandse dakpannen tussen de topgevels. De topgevels zijn afgedekt met een rollaag van baksteen. Bouw en inrichting voldoen helemaal aan de Doperse stijl zonder versiering. De eerste preek werd gehouden door Ds. Gorter...
De eerste protestanten op Ameland waren de zgn. Anabaptisten of Wederdopers, later Doopsgezinden genoemd. De bezielende leiding van de algemene Doopsgezinde gemeente had Menno Simons samen met “de Oudsten”. Onder hen de bekende Leenaert Bouwens, die in 1551 en 1552 acht reizen naar Amelandt maakte ,waarbij hij in totaal negennegentig mensen heeft gedoopt. In de gemeente kende men een strenge tuchtregel, opdat men in een vlekkeloos bestaan zich kon richten op het Koninkrijk Gods.
Door deze strenge regels ontstond er onenigheid bij de volgelingen en een groep genaamd de 'Waterlanders'. Zij scheidden zich in Noord-Holland in 1556 af van Menno Simons en kozen voor een minder strenge, liberale richting. In Nes op Amelandt hebben zich al vrij vroeg Waterlanders gevestigd. Op het eiland vormden zich ook twee groeperingen, naast de Waterlanders was er ook een orthodoxe stroming van het 'Jan-Jakobsvolk' ( vernoemdt naar de oudste Jan J. Jakobs). Deze orthodoxe groep splitste zich rond 1665 op hun beurt weer, onder leiding van hun voorganger Foppe Ones en bleef tot 1804 zelfstandig waarna zij zich weer met het Jan Jakobsvolk verzoenden. Daarna zijn vrij snel het kerkje in Ballum (aan de zuid-oostkant van het dorp) en twee van de drie doopsgezinde kerkjes in Nes afgebroken.
Het Mennonietenkerkje te Ballum. Het dak was bedekt met riet of stro. De stukjes land achter K. Klip, waar dit kerkje gestaan heeft, werd voorheen het Vermaningsland genoemd. Het kerkje van het Jan Jakobsvolk, uit 1733 aan de Nesserweg, werd vervangen door de huidige Vermaning aan de Camminghastraat.
De Doopsgezinden hebben altijd een goede band onderling gehad, zeker waar het om verschillende gemeenten in het land betrof. Vooral in gevallen van noodsituaties sprong men met collectes en offeranden bij. Men deed zo een beroep op elkaar.
Wanneer blijkt dat de vermaning in Ballum aan vernieuwing toe is, kan de gemeente dit zelf niet meer bekostigen. De rijke tijd van de 17e eeuw ligt alweer ver achter de rug. Vele Amelanders hebben elders werk moeten zoeken. De volgende cijfer geven daar blijk van. Zo had Amelandt in 1796, 2939 inwoners en in 1840 nog maar 1936 inwoners. Geleidelijk aan stijgt dat cijfer tot in 1880 toen er 2354 inwoners waren. Daarna gaat het weer bergafwaarts tot 1930. Gedurende enkele decennia stabiliseert zich dit tot een aantal van 3000 inwoners in het jaar 1978. Hoewel Ballum een vrij contstante aantaal huizen had, was het ook voor de Ballummers noodzakelijk om naar een andere woonplaats uit te zien. Velen vertrokken naar Amsterdam.
Welnu laat de Doopsgezinde gemeente van Ballum een rondschrijven uitsturen naar alle andere Doopsgezinde gemeentes in Nederland en de aangrenzende gebieden.
Zo komt er ook een brief bij de gebroeders in Friederichstadt aan de Eider (ten noorden van Hamburg) terecht. En het trof juist daar een oud-Amelander die burgemeester was geworden en ook een belangrijk aandeel in het geestelijk leven had. Deze burgemeester, die op 11 mei 1802 in Nes geboren werd als Jelles Jans zoon van Schutt schreef op 4 Mei 1882 dat hij ,,met deelneming heeft vernomen, dat de toestand van de Meniste kerk in Ballum dienaardig is, dat een vernieuwing voorgenomen moet worden en dat die daartoe benodigde penningendoor de Leeden van de gemeente niet kunnen tesamen worden gebracht worden.” Hij besluit zijn schrijven met: ,,Derhalven is het mij u liev UE als Dankoffer tot bijhulp van U kerk te bouwen. Twee Hondert Gulden u bij te sturen, die aanliggend aan U overzende, met het verzoek dizelve van mij aan te neemen en over Ontvang mij te berichten. Met Heilbede voor U en Uwe Gemeente, Ue Dw Dienaar.”
Om 10:00 uur op 3 februari 2013
Er trekt voor het laatst een lange stoet van 120 leden door Ballum, voorafgaand door de dominee en haar kerkraadsleden van de federatie Gereformeerd-Doopsgezind Ameland. Tijdens deze laatste symbolische dienst wees de dominee erop dat niet een stenen gebouw het belangrijkste van een geloofsgemeenschap is. U bent de bouwstenen van God een tekst die Menno Simons vaak aanhaalde. En zoals in vers 16 “waar de gemeente is woont de geest”.
Het kerkgebouw is niet anders dan een zaal voor de godsdienst oefening, met een knipoog van de voorganger: “een geestelijke gymzaal”. Straks, vervolgt hij, rust op de plaats waar nu de dominee staat, de toerist. Daarmee refereerde hij naar de toekomstige bestemming van het 130 jaar oude gebouw. Nadat de paaskaars en de Bijbel naar buiten waren gedragen, was aan kosteres Hilda Molenaar-van der Meij de taak om het gebouw voor de laatste keer als kerk op slot te draaien. Deze laatste dienst en preek werden voorgegaan door Ds. Rob Workel. (door W.S.)
Bron: Historisch fotoboek Ballum & fotocollectie J.A. Blaak