Amelander archiefschatten 23: Eeuwenoude getuigenissen op schrift (1405-1521)

Archieven stoffig en saai? Zeker niet! In archieven worden unieke historische documenten bewaard die spannende, verdrietige of vrolijke verhalen vertellen. Al jaren speur ik naar Amelander archiefschatten samen met Vincent Robijn, opgegroeid op Ameland en nu archiefdirecteur in Overijssel. Vanwege de coronamaatregelen kunnen we nu geen enkel archief in. Geen eeuwenoude papieren in onze handen, geen onverwachte vondsten tussen de archiefdozen... We zijn aangewezen op andere ingangen: digitaal of in druk. Onlangs verscheen een prachtige uitgave van eeuwenoude oorkonden uit Noord-Nederland. Deze officiële documenten zijn geschreven in het Oudfries. Aan het einde van de Middeleeuwen was dat hier de taal van alledag - en van de administratie. Dankzij deze bronnenuitgave, met vertaling en toelichting, kunnen we de wereld van toen leren kennen. "Parels uit de Oudfriese oorkondenschat" noemt onderzoeker Oebele Vries het. Wij zijn vooral benieuwd of we in deze schat ook Amelander parels aantreffen. 

 Door Marieke Robijn-Voorn

De vroegste betekenis van het woord 'oorkonde' was getuige of mondelinge getuigenis. Voor ons is de geschreven taal volkomen vanzelfsprekend, maar duizenden jaren lang kenden mensen alleen mondelinge overlevering. Voor ons lijkt dat misschien onhandig en onbetrouwbaar, maar in de Middeleeuwen werden getuigenissen op schrift juist gewantrouwd. Het geschreven woord speelde in die tijd nauwelijks een rol in het dagelijks leven, ook niet in de rechtspraak. Zo is in een juridisch handboek rond 1500 opgetekend dat een geschreven oorkonde van geen enkele waarde was, zodra zeven getuigen het tegendeel beweerden. De oorkonden die door Oebele Vries verzameld en bestudeerd zijn, waren in de Middeleeuwen dus behoorlijk modern... 

Rechten en plichten 

Al gauw vinden we in het kloeke boekwerk een Amelander archiefschat. Een oorkonde van bijna 550 jaar oud. Op het eiland strijden twee partijen om de macht. Aan de ene kant: de abt Hermannus, overste van het klooster in Ferwert aan de Friese waddenkust. Het klooster heeft sinds mensenheugenis landerijen rond Ballum en Nes in bezit. Ooit bewerkten de monniken zelf de grond, inmiddels zijn alle kloostergronden op Ameland verpacht. Aan de andere kant: de burchtheer in Ballum, Haya Heringa. Het is een vrijdag in het voorjaar van 1483. Vijf 'scheidslieden' - voorlopers van de huidige rechters - horen de strijdende partijen aan en leggen de uitspraak in een oorkonde vast. Kennelijk bemoeit Haya zich met het beheer van de kloostergronden en wil de abt Hermannus van deze bemoeienis af. In de oorkonde is vastgelegd dat de burchtheer zich niet meer mag mengen in zaken die hem niet aangaan, zoals het aanstellen van pachters op de kloostergronden en het ophalen van de opbrengsten. 

Het klooster in Ferwert heeft niet alleen landerijen op Ameland in bezit, maar maakt ook aanspraak op een aantal rechten. Volgens de overlevering was het klooster ooit op het eiland gesticht en waren de monniken later uitgeweken naar de vaste wal - met behoud van deze rechten. 'Heerlijke rechten' heette dat in de Middeleeuwen: het jachtrecht bijvoorbeeld en het recht op 'zeevang en strandvond', oftewel alles wat uit de zee en op het strand te halen viel. Waarschijnlijk had de grootvader van Haya, Ritske Jelmera, een deel van die rechten naar zich toegetrokken. Deze grootvader was de grondlegger van de burcht in Ballum: Jelmerastate noemde hij zijn versterkte woontoren. Kennelijk hadden Ritske en zijn nazaten geprobeerd de macht over het eiland uit te breiden ten koste van het klooster. Maar de abt Hermannus komt nu zijn recht halen.  

Zorgvuldig laveren de scheidslieden tussen de belangen van beide partijen. Zo behoudt het klooster het jachtrecht op het oostelijk deel van het eiland, maar mogen Haya en zijn familieleden hier wel voor hun plezier komen jagen. De opbrengsten van 'zeevang en strandvond' moeten de burchtheer en de abt voortaan eerlijk delen. In ruil hiervoor moet Haya beloven de kloosterlingen te helpen als hun bezittingen op Ameland gevaar lopen. Gelukkig is ook aan de inwoners van Ameland gedacht. Nu Haya een deel van de 'zeevang' krijgt - de afdracht van Amelander vissers over hun vangsten - moet hij ook de plicht vervullen die hierbij hoort: de bescherming van de visserij. De scheidslieden besluiten dat de burchtheer voortaan de Amelander vissers en hun schepen "tegen alle lieden" moet beschermen. Haya Heringa tekent ervoor. 

Echt of niet? 

Een andere parel uit de Oudfriese oorkondenschat heeft een wat dubieuze glans. De verklaring van Hartwert wordt deze oorkonde genoemd, opgesteld in 1405. Hierin is vastgelegd dat Ameland "voor eeuwig" gevrijwaard is van de regels en rechtspraak in Ferwerderadeel - het gebied rond het klooster van Ferwert - of enig ander deel van Friesland. Het handvest van Amelands onafhankelijkheid, is de verklaring door historici in onze tijd genoemd. Maar de originele oorkonde is niet te vinden. De zoon van Haya Heringa, Peter Cammingha, gebruikte in 1494 een vertaling van deze oorkonde "uit het Fries in het Latijn" in een van de vele machtsconflicten met Friesland. Met de Latijnse tekst in de hand, vroeg Cammingha hulp aan de hoogste machthebber van zijn tijd, de Rooms-Duitse keizer. Met succes. De keizer bekrachtigde de verklaring van Hartwert: Ameland was gevrijwaard van Friese bemoeienis.  

Bijna twee eeuwen later belandde een - volgens Oebele Vries niet zo'n beste - Oudfriese vertaling van de Latijnse tekst in een juridische bundel. De nazaten van Peter Cammingha hadden opnieuw ruzie over de rechten op het eiland, dit keer met een aangetrouwde zwager. De Friese rechtsgeleerde die hen bijstond, verzamelde in deze bundel alle officiële documenten die aantoonden dat de Cammingha's de rechtmatige erf- en vrijheren van het eiland waren. En zo kennen wij de verklaring van Hartwert... Na jaren van onderzoek heeft Oebele Vries geconcludeerd dat de originele oorkonde hoogstwaarschijnlijk echt heeft bestaan en dat de vertaalde tekst betrouwbaar is. Alleen met de datum is volgens de onderzoeker gerommeld. Het lijkt erop dat Peter Cammingha de Latijnse vertaling eerder in de tijd heeft gedateerd, om de oorkonde meer ouderdomswaarde te geven. Het herinnert ons aan de Middeleeuwse wijsheid, dat je niet alles moet geloven wat geschreven staat... 

Wytzo Cammingha mocht van zijn vader de bezittingen op Ameland verkopen, als hij dat zou willen. Zover kwam het niet. Wytzo vestigde zich op het eiland en liet zich hier begraven († 1552) net als zijn jongere broer en nazaten. De grafsteen van deze eerste Cammingha's is bewaard gebleven en ligt nu in het baarhuisje op de begraafplaats van Ballum.

Wytzo Cammingha mocht van zijn vader de bezittingen op Ameland verkopen, als hij dat zou willen. Zover kwam het niet. Wytzo vestigde zich op het eiland en liet zich hier begraven († 1552) net als zijn jongere broer en nazaten. De grafsteen van deze eerste Cammingha's is bewaard gebleven en ligt nu in het baarhuisje op de begraafplaats van Ballum.

Kennelijk dacht Peter Cammingha hetzelfde. Nadat hij in het najaar van 1494 de hulp van de Rooms-Duitse keizer had gekregen, liet hij ook een aantal Amelanders oproepen om een verklaring af te leggen. Hun getuigenis is opgetekend en de originele oorkonde is bewaard gebleven. Een echte Amelander archiefschat! Zes mannen, inwoners van Ameland, verklaren dat ze "zover onze heugenis reikt, ruim over veertig jaar" vrijgesteld zijn van alle Friese regels en belastingen. Van hun eigen ouders hebben de mannen "gehoord en verstaan" dat deze vrijstelling te maken had met de oorlogen die Friesland eerder had uitgevochten, onder andere met Holland. Ameland had in die oorlogsjaren zwaar geleden: bewoners waren beroofd en gevangen gezet, hun vee was gestolen en gedood, terwijl het eiland part noch deel had aan de Friese strijd. Als tegemoetkoming voor al het leed heeft Friesland deze vrijstelling aan de Amelanders verleend. De zes mannen zijn niet de enigen die hiervan op de hoogte zijn, het is "menigeen op Ameland bekend en ook het algemene zeggen en de algemene mening van al degenen van wie de geheugenis zover reikt." Om hun woorden kracht bij te zetten, hebben de zes mannen aan de pastoor van Hollum en andere vooraanstaande heren gevraagd deze getuigenis te bezegelen. Waarvan akte. 

Het slot in Ballum vanaf het begin van de 17e eeuw, na een grootschalige verbouwing. Saillant: deze verbouwing kon betaald worden dankzij de onteigening van het klooster in Ferwert. Tijdens de Reformatie waren alle kloosters verboden. De kloostergronden en -rechten op Ameland kwamen in handen van de heren van Cammingha. De nieuw verworven rijkdom vond al gauw een bestemming in de uitbouw en verfraaiing van de oude state.

Het slot in Ballum vanaf het begin van de 17e eeuw, na een grootschalige verbouwing. Saillant: deze verbouwing kon betaald worden dankzij de onteigening van het klooster in uur van de dood. Daarom heb ik bijtijds, voordat mijn verstand door ziekte zou achteruit gaan, mijn testament gemaakt en laten opschrijven." Oebele Vries legt ons uit dat dergelijke oorkonden volgens een vast patroon zijn opgezet. Toch raakt het om deze zinnen te lezen. Peter is een welvarend en machtig man, maar ook hij staat machteloos tegenover de dood. Van zijn ouders had hij als jonge man de burcht in Ballum geërfd, het Camminghahuis in Leeuwarden en een landhuis in zuidwest Friesland. Nu laat hij alles aan zijn vier kinderen na. Zijn enige dochter zal goud, zilver en sieraden erven. De drie huizen of 'staten' verdeelt hij onder zijn zonen. Vader hecht eraan dat deze huizen voor altijd in bezit van de Cammingha's blijven. Op vererving aan aangetrouwde familieleden of verkoop zet Peter een straf: het huis valt dan toe aan de andere erfgenamen. 

Opening van de getuigenis van zes Amelanders, 24 november 1494. In vertaling: 'Wij, Sipke Deynga, Baernd kuiper, Hans Lisama, Tiepke Tiaersma, Focka Heerkama en jonge Gerrold, inwoners van Ameland, verklaren en betuigen…'

Opening van de getuigenis van zes Amelanders, 24 november 1494. In vertaling: 'Wij, Sipke Deynga, Baernd kuiper, Hans Lisama, Tiepke Tiaersma, Focka Heerkama en jonge Gerrold, inwoners van Ameland, verklaren en betuigen…'

Opmerkelijk genoeg maakt Peter Cammingha voor de burcht in Ballum een uitzondering. "De state op Ameland is bezwaard geraakt met dreiging door zee en angst voor slechte lieden," laat hij in zijn testament optekenen. Waarschijnlijk bedoelt hij met deze lieden de vele zeerovers die de Noordzeekusten teisteren. De zoon die dit onzekere bezit zal erven, Wytzo - Wittye in het Oudfries, krijgt extra bescherming. Als het bezit op Ameland verloren gaat, moeten de andere erfgenamen hun broer een jaarlijkse vergoeding betalen, zodat hij niet in armoede zal leven. En als Wytzo kans ziet het slot in Ballum voor een goede prijs te verkopen: zijn vaders zegen heeft hij. "Alhoewel ik, Peter, verboden heb dat de staten in vreemde handen vallen, zou het kunnen gebeuren dat hij een koper kan krijgen voor de state op Ameland en de heerlijkheid daarvan, waarmee hij grote winst zou kunnen maken." Die winst zou Wytzo wel met zijn broers moeten delen. Maar van verkoop zou geen sprake zijn. De nakomelingen van Peter heersten over Ameland, totdat de laatste Cammingha in 1680 kinderloos stierf. Uiteindelijk werd een koper gevonden: de familie van Oranje-Nassau verkreeg de Amelander "heerlijkheid" in 1704. 

Het boek 'Ferdban, Oudfriese oorkonden en hun verhaal' van Oebele Vries is te bestellen via de lokale boekhandel. Met dank aan Jacob Roep, bestuurslid van stichting 'De Ouwe Pôlle Ameland' en drijvende kracht achter amelanderhistorie.nl, die ons attendeerde op deze uitgave. De digitale beelden van de middeleeuwse burcht en het latere slot in Ballum zijn gemaakt door Mark Dijstelberge van MDSIGN in samenwerking met de architect Jan Giezen. Begin 19e eeuw is het slot in verval geraakt en afgebroken. De Amelander stichting Camminghaslot maakt zich sterk voor herleving van dit unieke erfgoed (camminghaslot.nl). 

 

 

Ontdek alles over Stichting De Ouwe Pôlle

Word vriend van Stichting De Ouwe Pôlle. Bekijk de voordelen:

Word vriend van Stichting 'De Ouwe Pôlle Ameland'. Daarmee steunt u het behoud van het cultuurhistorisch erfgoed op Ameland.

  • Ontvang drie keer per jaar onze magazine Pôllepraat vol verhalen over de Amelander cultuur en geschiedenis
  • Steun onze musea op Ameland: museum Sorgdrager, museum Swartwoude, het bunkermuseum en de cultuurkerk in Nes
  • Met uw bijdrage organiseren wij ieder winter een programma bestaande uit lezingen waaraan u kunt deelnemen
  • Onze stichting heeft een ANBI-status (Algemeen Nut Beogende Instelling)

<<< Meld je aan als vriend van de Ouwe Pôlle >>>