Amelander archiefschatten 8: Amelanders bij de Engelse heerser Cromwell (1654)
Archieven stoffig en saai? Zeker niet! In archieven worden unieke historische documenten bewaard die spannende, verdrietige of vrolijke verhalen vertellen. Historicus en archivaris Vincent Robijn speurt samen met zijn echtgenote Marieke, ook historicus, naar Amelander archiefschatten aan de wal. In eerdere edities vertelden we over de kaapvaart in de 17e en 18e eeuw. In tijden van oorlog was het kapers toegestaan om vissers en koopvaarders onder vijandelijke vlag te overvallen en als oorlogsbuit mee naar huis te nemen. Engeland was één van de beruchte kapersnaties van Europa. Maar de Amelanders pikten het niet en melden zich bij het Engelse staatshoofd met het verzoek hun vissers en koopvaarders met rust te laten. Een brief van Watze Cammingha hadden ze mee, de toenmalige vrijheer van het eiland. Een beroemd verhaal uit de Amelander geschiedenis: zouden daar in Engeland sporen van bewaard gebleven zijn? Dankzij Magazine De Amelander konden we op zoek naar archiefschatten overzees...
Marieke Robijn-Voorn
Wereldmacht
Engeland stond in de 17e eeuw volkomen in de schaduw van de Republiek der Verenigde Nederlanden: de Nederlandse handelsvloot was omvangrijker dan die van alle andere Europese landen bij elkaar. Toen de Republiek en Spanje in 1648 na tachtig jaar oorlog eindelijk vrede sloten, gingen deze twee voormalige vijanden weer handel met elkaar drijven. De kersverse vrede ging ten koste van de lucratieve handel van Engeland met Spanje en Portugal - en dat zette kwaad bloed. De Republiek werd in de "Gouden Eeuw" alsmaar rijker terwijl de welvaart in Engeland terugliep: de Engelsen zochten naar een manier om de handelsmacht van de Nederlanders te breken, desnoods met geweld.
In Engeland woedde in deze jaren een burgeroorlog tussen aanhangers en tegenstanders van de monarchie. Uiteindelijk werd in 1649 de Engelse koning afgezet en vermoord, en nam legerleider Oliver Cromwell de regering over. Het nieuwe staatshoofd stuurde in 1651 een gezantschap naar Den Haag om te onderhandelen over samenwerking. Het voorstel van Cromwell was ambitieus: de Nederlanden waren van harte welkom om toe te treden tot de Engelse "Commonwealth". In ruil daarvoor zou de Republiek de vrije hand krijgen in Afrika en Azië. Amerika zou toevallen aan Engeland: wel moest de Republiek eerst nog even helpen om het continent op de Spanjaarden te veroveren. De Republiek had weinig behoefte aan een nieuwe oorlog met Spanje en bleef liever zelfstandig. Een vrijhandelsverdrag tussen Engeland en de Republiek was volgens de Nederlanders een betere oplossing. Het Engelse gezantschap zag dit als een ernstige belediging van hun goede bedoelingen: zo'n verdrag zou de Nederlandse macht op zee alleen maar verder vergroten.
Oorlog op zee
Nadat deze missie was mislukt, vaardigde het Engelse parlement onder leiding van Cromwell in 1651 de zogenaamde Scheepvaartwetten uit. De handel met Engeland en de Engelse koloniën werd drastisch ingeperkt voor niet-Engelse schepen. De Republiek werd zelfs volkomen uitgesloten van handel met Engeland. Nederlandse schepen die zich er niet aan hielden, waren in overtreding. Engelse kapers zagen hun kans schoon en maakten de zeeën onveilig voor Nederlandse schepen - ook voor Amelanders. Dit leidde tot steeds meer schermutselingen op zee en uiteindelijk in 1652, een klein jaar na het aannemen van de Scheepvaartwetten, tot de Eerste Engels-Nederlandse Zeeoorlog. De Amelander scheepvaart had in deze jaren zwaar te lijden. Zo lezen we een notitie van een naaste medewerker van Cromwell, dat de Engelse vloot begin mei 1653 langs de noordkust van de Waddeneilanden was gevaren en 54 vissersschepen in beslag had genomen...
Cromwell verschafte zich tijdens de oorlog de titel "Lord Protector" van de Engelse republiek en trok steeds meer macht naar zich toe. De oorlog met de Nederlanden beviel Cromwell maar matig: het waren allebei republikeinse naties, die elkaar naar zijn mening zouden moeten steunen. Vanaf het moment dat Cromwell de alleenheerschappij had, begon hij onderhandelingen over vrede. Een Nederlands gezantschap kwam naar Londen, maar het proces verliep traag en grillig. Zolang de Zeeoorlog duurde en de Engelse Scheepvaartwetten van kracht waren, hadden de Amelander schippers het zwaar te verduren. En dat terwijl het eiland als vrije heerlijkheid niet eens tot de Republiek behoorde... De Amelanders waren het meer dan zat en stuurden hun eigen gezantschap, in februari 1654. De vrijheer van Ameland, Watze Cammingha, gaf een brief mee waarin hij het Cromwell eens haarfijn uitlegde, met een lijst van Amelander schepen en schippers die de Engelsen niet meer lastig moesten vallen. Wat zouden we in Engeland graag deze documenten vinden: wat een archiefschat zou dat zijn!
Portret van Oliver Cromwell (1599-1659).
Spoorzoeken in Londen
Al gauw komen we erachter dat het archief van Cromwell op allerlei plaatsen bewaard wordt. Over de heerschappij van Cromwell is altijd heel verschillend gedacht. Was het een meedogenloze koningsmoordenaar of juist een vooruitstrevende leider die probeerde een parlementaire republiek op te zetten? Door de eeuwen heen hebben Engelse verzamelaars, gefascineerd door deze geschiedenis, manuscripten van en over Cromwell bewaard. En zo leidt een lange zoektocht door de National Archives in een kalme buitenwijk van Londen, uiteindelijk naar het hectische hart van de stad, waar de Society of Antiquaries gevestigd is. Een eerbiedwaardig genootschap van liefhebbers van geschiedenis en oudheden, opgericht in 1707. Hier worden in een prachtige bibliotheek originele brieven en petities aan Cromwell bewaard... helaas niet degene die we zoeken.
Verder dan, naar de British Library. Daar is het een drukte van belang - behalve natuurlijk in de studiezaal waar in serene rust oude manuscripten bekeken kunnen worden. Stapels geschriften van één van Cromwell's medewerkers, een man die alles bijhield in vuistdikke boeken: misschien een aantekening over het bezoek van de Amelanders? Eindelijk beet: op 6 februari 1654 staat een bezoek vermeld van "two agents from the lords of the isle of Omerland in Holland". Dat moet een Engelse verbastering van Ameland zijn... "desiring to be esteemed as neutrals, and brought in the number and marks of all their ships, and desired to be accounted as a free state." Oftewel: de twee Amelanders die uit naam van Watze Cammingha de vrijheid en onafhankelijkheid van hun eiland kwamen bepleiten en niets met de oorlog van de Republiek tegen Engeland te maken wilden hebben.
De uitreispas voor Liemme Pieters en Dirck Douwes - hun namen zijn in het Engels verkeerd gespeld. De tekst is genoteerd in een kopieboek voor Cromwell's administratie. Dit kopieboek is in de 18e eeuw terecht gekomen in een particuliere verzameling en wordt nu bewaard in Oxford. Een archiefmedewerker was zo aardig was ons dit 'snapshot' te sturen...
"Wonderlijcke maniere van handelen"
Een jaar of tien later is het bezoek van de Amelanders aan Cromwell beschreven door een Vlaamse geschiedschrijver, Cornelius Hazart. Voor hem was het een voorbeeld van de "wonderlijcke maniere van handelen" van de Engelse heerser. Gezanten van "machtighe ende groote" landen liet Cromwell wachten en keurde hij nauwelijks een woord waardig. Ambassadeurs van de koningen van Frankrijk en Spanje, die zich met een voortreffelijk uitgedost gezelschap bij Cromwell meldden, ontving hij in "slechte en grauwe" kledij. Maar voor gewone mensen had hij juist aandacht en respect, zoals de twee mannen van Ameland: Liemme Pieters en Dirck Douwes.
Cromwell liet de Amelanders trakteren op kosten van de staat en nodigde hen meerdere keren uit voor de maaltijd. De Lord Protector en zijn medewerkers waren nieuwsgierig: "Men vraeghde hun waer Amelandt lagh, ende wie het toe behoorde?". Pieters en Douwes vertelden dat Ameland nu vrij was en in vroeger tijden behoorde aan de keizer van het Heilige Roomse Rijk, dat het boven Friesland lag en bebouwd was met 450 huizen. De Amelanders toonden een lijst van alle vissersboten en ook "eenighe weynighe" koopvaarders - en verzochten aangezien zij "aen niemandt onderworpen waeren" om als onafhankelijk behandeld te worden in de oorlog tussen Engeland en de Republiek. Na een aantal ontmoetingen kregen de Amelanders van Cromwell waar ze om vroegen: een akte van neutraliteit.
Het titelblad van de roman "Anna van Breggestein of Het gezantschap van Ameland aan het hof van Oliver Cromwell" (1841): de Lord Protector heeft een koets gestuurd om de twee Amelander mannen bij hem te ontvangen.
Engelse spionnen
De meesterspion van Cromwell, John Thurloe genaamd, hield nauwlettend in de gaten hoe deze actie van de Amelanders in de Republiek der Verenigde Nederlanden ontvangen werd. Niet lang nadat Pieters en Douwes veilig waren teruggekeerd op Ameland, berichtte een Engelse spion in Den Haag ("your humble servant") aan Thurloe over het vervolg. In een "letter of intelligence" werd gemeld dat de hoogste autoriteiten in de Republiek, de Staten Generaal, "displeased" waren: ze vreesden dat het verdrag tussen Cromwell en Ameland nadelig zou uitpakken voor het verloop van de oorlog. Wellicht zouden de Engelsen in Ameland een bondgenoot en uitvalsbasis vinden... Cammingha kreeg de order de akte van neutraliteit toe te zenden. Cammingha gaf hier gehoor aan en schreef de Staten Generaal in een paar weken tijd een aantal brieven, waarin hij uiteenzette waarom deze akte gerechtvaardigd was en voor de Amelanders - letterlijk - broodnodig.
In de documenten van meesterspion Thurloe vinden we een van de onderschepte brieven van Cammingha, vertaald in het Engels. De originelen worden in het archief van de Staten Generaal bewaard, in het Nationaal Archief in Den Haag. Cammingha schrijft dat de twee Amelanders bij Cromwell "seer dienstelijck en met behoorlijcke eerbiedigheijt" ontvangen zijn. Deze actie is niet anders dan hetgeen al eeuwen gebruikelijk was: om in tijden van "oorloge en onveijligheijt" op zee, neutraliteit te bedingen voor de vrije heerlijkheid Ameland. Cammingha wijst er fijntjes op dat Ameland "selfs geduijrende de langduijrige oorloge" met Spanje "altoos neutraal" is geweest - en dat de Staten Generaal daar ook nooit wat van gezegd hebben. Hij vertrouwt erop dat de Staten Generaal het Ameland ook nu "niet sullen misgunnen". De Amelanders zullen anders door alle kapingen te gronde gaan. Was getekend, "uw ootmoedige dienaer" met "geluckige en voorspoedige zegeninge". De Staten Generaal accepteerden de neutraliteit van Ameland, maar Cammingha kreeg de order zulke acties in de toekomst niet te herhalen.
Portret van Watze - officieel Valerius Franciscus - van Cammingha (1602-1686) op veertigjarige leeftijd.
Einde van de oorlog
Intussen werd in Londen druk verder onderhandeld over het einde van de Engels-Nederlandse Zeeoorlog. De Nederlandse diplomaat, Van Beverningh, deed uitgebreid verslag aan de Staten Generaal van de Republiek. Het gedrag van Cromwell werd tot in detail uiteengezet, om te peilen of de Lord Protector het Nederlandse gezantschap goed gezind was. Ook deze brieven zijn onderschept door het spionnen-netwerk van Thurloe... Zo beschreef diplomaat Beverningh, nadat de Amelanders al succesvol waren teruggekeerd van hun missie, een van de ontvangsten door Cromwell. De Lord Protector had dit keer geen hoed op en bleef staan net zoals Beverningh zelf. Cromwell deed zelfs een paar passen in de richting van Beverningh... Maar omdat de diplomaat last had van zijn linkerbeen, moest hij gaan zitten en werd door de ceremoniemeester naar een stoel geleid. Cromwell liet zich lovend uit over de Republiek - diplomaat Beverningh was hoopvol dat de vrede snel een feit zou zijn. Uiteindelijk werd het vredesverdrag tussen Engeland en de Republiek in april 1654 gesloten en zou het weer een paar jaar rustiger zijn op zee.
Bijna 200 jaar later verscheen een roman over deze gebeurtenissen, Het gezantschap van Ameland aan het hof van Oliver Cromwell, verweven met een liefdesgeschiedenis rond ene Anna. Het boek is 400 pagina's dik en nogal zalvend en langdradig. Voor ons als lezers geen aanrader. Een eigentijdse recensent prees het idee om het waargebeurde verhaal te vertellen, maar kraakte het talent van de schrijver: de roman vond hij vooral om te... "geeuwen". De roman loopt goed af, Anna trouwt met haar geliefde en Ameland blijft van Engelse kaapvaart verschoond. "Werkelijk bleven de Britten de geslotene overeenkomst trouw. Geene kapers verontrustten meer de weerlooze Amelanders. Ongestoord mochten zij de vruchten hunner vlijt genieten. Onaangerand kliefden voor het vervolg hunne ranke kielen het golvend nat, en zonder vreesch wierpen zij hunne netten ter vischvangst uit" - u krijgt een idee van deze negentiende eeuwse roman. Maar of het echt zo was?
De dood van Cromwell
De heerschappij van Oliver Cromwell duurde tot 1658, in dat jaar stierf hij een natuurlijke dood. Hij werd opgevolgd door zijn zoon Richard, maar dat was geen succes. Al na een jaar werd deze nieuwe Lord Protector afgezet en werd in Engeland de oude orde - de monarchie - hersteld. Het lijkt erop dat de akte van neutraliteit niet meer werd gerespecteerd. In 1660 besteeg de Engelse koning Charles II de troon - zijn vader Charles I was door Cromwell vermoord. Uit wraak liet de nieuwe koning Cromwell uit zijn graf halen en postuum onthoofden.
In de jaren daarop vinden we allerlei Amelander schepen terug in de Engelse rechtbankverslagen. Gekaapt: het schip "Baker of Ameland", kapitein Willem Joriszoon Backer, afkomstig van Bordeaux met een lading Franse wijn en brandewijn, gekaapt door de British Royal Navy - door een oorlogsschip met 16 kanonnen aan boord. Gekaapt: het schip "Beecroft of Ameland" afkomstig van Zweden met een lading lijnzaad, kapitein Hendrick Andrieszoon. Opnieuw de Royal Navy, nu een fregat met maar liefst 44 kanonnen. Gekaapt: het schip "Saint Peter of Ameland", kapitein Hendrick Pieters, op weg van Bordeaux naar Hamburg met een lading walnoten. Ook hier een fregat van de Royal Navy in actie, met 52 kanonnen dit keer. Deze Amelanders waren hun schip met lading kwijt...
"Eerlicke Coopmanscgap"
In een doos met allerlei papieren, buitgemaakt door de Engelsen, vinden we nog een Amelander schip: de Jonge Heer van Amelandt. Dit bundeltje scheepspapieren heeft - anders dan de rechtbankverslagen - heel wat te lijden gehad. Het perkament is door de zilte zeelucht verhard en haast niet open te vouwen, het bundeltje wordt bijeengehouden door een eenvoudig touwtje met resten van een rode zegel. Een echte archiefschat: scheepspapieren die door een Amelander kapitein zijn meegenomen op zijn reizen! Die hij in handen heeft gehad en heeft moeten afstaan toen zijn schip door de Engelsen gekaapt werd... Daar krijg je het als historicus wel warm van.
Een betalingsbewijs uit de scheepspapieren van De Jonge Heer van Ameland: op doortocht langs de zuidkust van Engeland, heeft de kapitein de "duty" betaald voor het onderhoud van de vuurtoren van Dungeness in Kent.
Uit de documenten maken we op, dat de Engelsen - onder leiding van de nieuwe koning - aan de eerdere akte van Cromwell geen boodschap hadden. Drie brieven van Watze Cammingha treffen we aan uit de jaren 1660. Geschreven in het Latijn, de wereldtaal van die tijd, en in het Nederlands. Cammingha roept iedereen op - "de onoverwinlicksten Keijser, allen doorlugtigsten grootmagtigsten Coningen, Hertogen, Prinsen, graven en baronnen" en ook alle krijgsheren en kapiteinen, om deze Amelander en zijn schip met rust te laten omdat hij enkel "een eerlicke Coopmanscgap soeckt". Ameland was vrij en neutraal, en had met geen enkele oorlog te maken. Kennelijk trokken de Engelsen zich niet veel aan van deze brieven, en werd de Jonge Heer van Amelandt alsnog een "Prize of War".
Een van de brieven geschreven door Watze Cammingha, om het schip De Jonge Heer van Ameland te vrijwaren van kapers en andere onverlaten. De brief is geschreven op perkament en voorzien van een zegel, waarvan de resten nog te zien zijn.
De lijst met Amelander schepen hebben we in Londen - nog - niet kunnen vinden. De archieven van Cromwell zijn her en der over het land verspreid: zo worden niet alleen in Londen maar ook in Oxford vele originele documenten van en over Cromwell bewaard. Wie nog eens in die streken op vakantie gaat... Speur met ons mee!
Dit artikel is afkomstig uit een eerdere uitgave van magazine De Amelander en is met toestemming van de redactie geplaatst. © De Amelander