Eendenkooi op Ameland
Ten oosten van Buren ligt de Kooiplaats. Deze plaats is vernoemd naar de eendenkooi en het Kooihuis in dit gebied. De huidige eendenkooi is gerestaureerd en verkeerd weer in de staat van weleer. Er worden weliswaar geen eenden meer gevangen voor de consumptie, maar ook nu kan men er de kooiker vinden. Wie meegaat met de kooiker tijdens één van de excursies in de kooi maakt op boeiende wijze kennis met dit eeuwenoude ambacht en de mystiek die deze plaats nog altijd uitstraalt. De Nassaukooi ten oosten van Buren is al aan het begin van de 18e eeuw aangelegd. In de meimaand van 1704 kocht Amalia van Anhalt Dessau, Prinses van Nassau, het eiland Ameland voor haar zoon Johan Willem Friso van Oranje Nassau. Hij was Stadhouder van Friesland. De koninklijke familie liet in 1705 een eendenkooi aanleggen en een kooihuis bouwen: de Nassaukooi. De kooi bleef tot ongeveer 1830 in bezit van de Nassau’s. Een eendenkooi is een soort fuik waar met tam gemaakte eenden (lokeenden) wilde eenden worden gevangen. De kooi bestaat uit een door bomen omringde vijver waar vier of vijf slootjes -de vangpijpen- van uit gaan. De pijpen zijn doodlopend, het steeds nauwere eind is omgeven door gaas. In dit gedeelte tracht de kooiker (de eigenaar van de kooi) de wilde eenden te vangen. Hij doet dit met de tamme lokeenden en voer. Het is belangrijk dat er in en ver buiten de kooi rust en stilte heerst om het wild niet te verstoren. Om daarvan verzekerd te zijn kreeg de kooiker het Kooirecht: het recht van afpaling van het gebied rondom de eendenkooi. Dit hield in dat in het gebied van de eendenkooi niet mocht worden gejaagd en geschoten. Ook andere vormen van lawaai waren niet toegestaan. De afstand van het afpalingsrecht was in Friesland 400 Roeden, d.w.z. ongeveer 1.5 kilometer gerekend vanuit het midden van de kooi.