Lijn- en wippertoestel
Geschiedenis van het lijn- en wippertoestel
In de loop van 1890 werden op verschillende reddingstations proeven genomen met het vuurpijltoestel, zoals het lijn- en wippertoestel eerst werd genoemd. Met een dergelijk toestel kon met een vuurpijl (met dubbele ontbranding) een lijn worden overgeschoten naar een gestrand schip. Nadat met een dunne lijn een verbinding tot stans is gekomen wordt een zwaardere tros overgebracht. Met behulp van een “broek” kan de bemanning van boord worden gehaald. Men kon in die tijd een afstand van 385 meter overbruggen. In mei 1891 verzocht het plaatselijk bestuur om ook op Ameland een dergelijk toestel te plaatsen. De voorkeur voor de plaatsing ging uit naar het dorp Ballum omdat de afstand die de reddingboot moest afleggen vanuit de dorpen Nes en Hollum vrij groot was. In 1892 werd een stukje grond aangekocht waarop een bergplaats werd gebouwd.
In november werd het huisje in gebruik genomen. Al in 1930 was het gebouwtje in verval geraakt en besloten werd het vuurpijltoestel onder te brengen in het boothuis te Nes. Het is ook de periode waarin wordt besloten het reddingsstation in Nes op te heffen vanwege te weinig belangstelling voor het bemannen van de boot. Regelmatig komt het voor dat roeiers uit Hollum de bemanning moeten aanvullen. Het vuurpijltoestel ofwel het lijn- en wippertoestel (zoals het later wordt genoemd) krijgt dan een plekje in het boothuis te Nes.
Trivia:
- In 1975 is het toestel voor het laatst daadwerkelijk bij een reddingsactie gebruikt.
- In 1977 wordt het oude boothuis verkocht en wordt er een nieuw onderkomen gebouwd voor het lijn- en wippertoestel. Er komt ook een speciale truck met een reddingsvlet. Zo ontstaat een nieuwe reddingsploeg die snel in actie kan komen bij ongevallen op zee
- Op 11 mei 2009 wordt definitief afscheid genomen van het lijn- en wippertoestel. Met de komst van steeds snellere boten en helikopters is het toestel overbodig geworden. De laatste drie “raketten” worden afgeschoten.
- De truck met moderne voorzieningen en een moderne reddingsvlet bewijst nog steeds diensten aan het reddingswerk.