Walvisvaart collectie van Amelander musea

Ameland is een eiland met een maritiem verleden. De vele commandeurshuizen in Nes, Ballum en vooral Hollum verwijzen naar de tijd dat de walvisvaart en de koopvaardij het eiland welvaart brachten. Het is niet voor niets dat belangrijke collectie-onderdelen van Museum Sorgdrager en het Maritiem Centrum Abraham Fock aan die periode herinneren. In dat laatste museum vertellen medailles en getuigschriften de verhalen van de redders die talloze schipbreukelingen veilig op het strand zetten.  

Stijgende welvaart stuwde vraag naar traan

Stijgende welvaart en bevolkingsgroei stuwden in het begin van de 17e eeuw de vraag naar kaarsen, lampolie, zeep en smeermiddelen. Omdat de landbouw niet in staat was in de behoefte te voorzien, moest de walvisvaart de oplossing bieden. Reders stuurden schepen naar de vangstgebieden van walrussen en zeerobben. Het spek werd tot traan gekookt. De walvissen werden aanvankelijk met rust gelaten, omdat de Engelsen en Nederlanders niet wisten hoe ze met deze dieren moesten omgaan.

Daar kwam verandering in toen de kooplieden Basken inhuurden. Zij hadden al honderden jaren ervaring met het vangen van walvissen. Nadat Nederlanders en Engelsen het kunstje hadden afgekeken stuurden Amsterdamse kooplieden in 1612 een schip naar Spitsbergen. Toen Amsterdamse reders hun krachten bundelden in  de Noordse en Groenlandse Compagnie ontstond er een korte periode van grote bloei. Tussen 1625 en 1635 was de Noordse Compagnie heer en meester in de noordelijke zeeën. De bekendste gezagvoerder in die tijd was Michiel de Ruyter met zijn schip De Groene Leeuw.

Amelanders op walvisvaart

De bronnen zijn niet eensluidend, maar de eerste Amelander die op walvisvaart bij Straat Davis bij Groenland op walvissenjacht ging zou Elke Willemz Spanjaart zijn geweest. * In 1711 was hij met het Witte Paard bij Groenland. Wopke Eelkes voer het eerst in 1714 met de Walvis naar Straat Davis. Zij ontdekten de visrijke gebieden bij Straat Davis bij Groenland. Tussen 1720 en 1780 hebben 140 commandeurs van Amelandse afkomst in opdracht van Amsterdamse en Hamburgse reders walvisexpedities geleid. Vaak namen zij ook Amelanders als bemanningslid mee. Zij hebben in totaal ongeveer 3500 walvissen gevangen. Door zijn dagboek van een scheepsramp is Hidde Dirks Kat de bekendste commandeur geworden. De inkomsten uit de walvisvaart droegen bij aan de welvaart van het eiland. Maar de koopvaardij bracht nog meer geld in het laatje.

* In een notarieel archief in Amsterdam uit het begin van de achttiende eeuw worden van 243 commandeurs de woonplaatsen vermeld. Er komt één Amelander in voor, Tjerk Claasz. op 4 maart 1699. Of Claasz. walvisvaarder,  ruilhandelaar of beide was, is niet bekend

Jager én koopman

Amelander schippers die ruim drie eeuwen geleden naar Groenland voeren hadden soms verschillende missies. Afhankelijk van het seizoen gingen zij op walvisjacht of bedreven ze handel. Amelander schippers ruilden koperen ketels, lenzen (om walvissen te doden), witte en bonte hemden, naalden en kralen tegen walvisproducten als spek, baarden en robben- en vossenvellen met de Inuit op Groenland.
Vanaf 1737 eiste Denemarken het recht van deze ruilhandel op en werden de schepen van de schippers uit andere landen opgebracht. De eerste dit lot trof was de Amelander schipper Jan Jobsz. In 1737 werd zijn buisschip Canarie met een eilander bemanning van tien personen opgebracht. Jobsz en andere Amelander ruilhandelaren als Leendert Jans Decker, Arent Hansen Barff en Jan Douwes (ook wel Jacob Douwes Buys genoemd) legden zich daarna als commandeurs voor reders uit Amsterdam, De Rijp, Oostzaan en Zaandijk toe op de walvis-en robbenjacht.

Kinderkajak Ameland

Deze kinderkajak is het topstuk in de collectie walvisvaart van de Amelander Musea. Hij is afkomstig van Sukkertoppen, een eskimodorp op Groenland. In de achttiende eeuw hebben Amelander walvisvaarders de kajak waarschijnlijk als souvenir meegenomen. Uit de lengte en de peddel kan worden opgemaakt dat er kinderen in hebben gevaren. Uit het boek Het eiland Ameland en zijne bewoners door F. Allan, 1857. weten we dat de kajak rond het midden van de negentiende eeuw in de hervormde kerk in Hollum heeft gehangen. In 1966 is de kajak onder een stapel turf achter het orgel van de hervormde kerk in Hollum  gevonden. In 1994 is de kajak gerestaureerd en zijn de verbindingen van het geraamte van walrus-en ijsbeerpezen vervangen door henneptouw. Bij de restauratie is het ontbrekende deel van het frame opnieuw gemaakt, Het originele kleine middengedeelte bleef bewaard.. De beschildering is op Ameland aangebracht. De kajak is te zien in de expositie De reis van Hidde Dirks Kat in Museum Sorgdrager in Hollum.

Schaalmodel kajak.

Schaalmodel van een kajak, zoals die door eskimo's werd gebruikt om op vissen te jagen.

 Schaalmodel kajak.

Schaalmodel kajak.

Gereenschappen

Gereedschappen als deze werden vroeger in de walvisvaart gebruikt. In de walvisvaart van na de Tweede Wereldoorlog werden walvissen met moderne harpoenen snel gedood. In de achttiende eeuw waren walvisjagers uren bezig om een walvis af te matten voordat hij aan wal kon worden gebracht. 

Baleinen

Balein is stevig, maar enigszins elastisch materiaal afkomstig uit een walviskaak.   Vroeger werd het  gebruikt om stevigheid te geven aan o.a. dameskorsetten, paraplu’s en boorden van overhemden. Echte baleinen komen uit de baleinwalvis, die geen tanden had maar zijn baleinen gebruikte om voedsel - krill - uit het water te zeven. Ze kunnen tot 3,5 meter lang worden. De Amelander Musea hebben ook een aantal baleinen in de vaste collectie.

 

Scrimshaw

Om de verveling te verdrijven zochten walvisvaarders tijdens de lange zeereizen van en naar de jachtvelden afleiding aan boord. Een geliefde bezigheid was het bewerken van potvistanden. De artistieke begaafdheid van het zeevolk bepaalde wat er van werd gemaakt. De een hield het bij een simpel gebruiksvoorwerp, een ander maakte er een waar kunststuk van.  Walvisvaarders sneden er afbeeldingen uit, etsten de tanden of schilderden er afbeeldingen op. De Amelander musea hebben een aantal fraaie exemplaren in de collecties.

De Engelsen gaven de naam Scrimshaw aan deze zelfvlijtproducten. Daar zijn ze in grotere aantallen in musea te vinden. De Amerikaanse president John F. Kennedy was een verwoed verzamelaar, wat de belangstelling voor deze souvenirs verder vergrootte en de prijs opstuwde.Voor fraaie objecten worden door verzamelaars prijzen tot wel 4500 euro betaald. 

De prijzen blijven mede zo hoog omdat sinds de jaren ’70 van de vorige eeuw de aanvoer van potvistanden wegviel. Uit krantenfoto’s blijkt dat potvistanden nog steeds soms het doelwit zijn van stropers. Uit sommige foto’s blijkt dat bij een stranding van een potvis de tanden er binnen de kortste keren zijn uitgetrokken. De potvis - een tandwalvis - heeft de grootste tanden van alle nog bestaande dieren.

 

Ontdek alles over Stichting De Ouwe Pôlle

Word vriend van Stichting De Ouwe Pôlle. Bekijk de voordelen:

Word vriend van Stichting 'De Ouwe Pôlle Ameland'. Daarmee steunt u het behoud van het cultuurhistorisch erfgoed op Ameland.

  • Ontvang drie keer per jaar onze magazine Pôllepraat vol verhalen over de Amelander cultuur en geschiedenis
  • Steun onze musea op Ameland: museum Sorgdrager, museum Swartwoude, het bunkermuseum en de cultuurkerk in Nes
  • Met uw bijdrage organiseren wij ieder winter een programma bestaande uit lezingen waaraan u kunt deelnemen
  • Onze stichting heeft een ANBI-status (Algemeen Nut Beogende Instelling)

<<< Meld je aan als vriend van de Ouwe Pôlle >>>