Riganap
Het is maar een eenvoudig voorwerp, deze Riganap. Maar deze, in de kleuren rood, zwart en goud beschilderde houten kommen vertellen een belangrijk deel van de vaderlandse geschiedenis. Dat de Vereenigde Oostindische Compagnie Nederland veel welvaart bracht is algemeen bekend. Toch zijn er lange periodes geweest dat de handel op de Oostzee meer geld in het laatje bracht.
De omvang van die handel wordt beetje bij beetje duidelijk nu de Sonttolregisters worden gedigitaliseerd en online beschikbaar komen. In die registers van de tolheffing bij de Sont staan de namen van schippers, hun woonplaats, de haven van vertrek, de lading en de bestemming van 1,7 miljoen doorvaarten tussen 1497 en 1857.
Ongeveer de helft van de Sontschippers was Nederlands. Tussen 1686 en 1817 voeren gemiddeld tachtig Amelanders van en naar de Oostzee. Aan deze handel dankte Ameland een belangrijk deel van zijn welvaart in de 17e, 18e en begin van de 19e eeuw.
Terug naar de Riganap. Anders dan de naam doet vermoeden komen de nappen niet uit de hoofdstad van Letland. Ze werden gemaakt op het platteland van Rusland. Ze waren erg populair onder zeevarenden die op de Oostzee voeren. Ze namen ze als souvenir mee naar huis. De naar Nederland meegenomen nappen werden hier gebruikt als siervoorwerp of als afwasbakje. Ze werden dan voorzien van een koperen binnenbak. Riganappen en andere houten voorwerpen uit Rusland zijn later in museale collecties opgenomen. Ook de Amelander Musea hebben enkele exemplaren in de vaste expositie.